Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Sprachstadt Duits
› 4 situation4: Apotheke und Arzt
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Sprachstadt Duits
, deel per4
4 situation4: Apotheke und Arzt
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Gibt es eine Apotheke in der Nähe?= Is er een apotheek in de buurt? Wo ist die nächste Apotheke? =Waar is de dichtsbijzijnde apotheek? Wie fühlst du dich?= Hoe voel je je ? Ich fühle mich nicht gut= Ik voel me niet goed Kann ich einen Termin bei Doktor … machen?= Kan ik een afspraak maken bij dokter…? Ich brauche eine Impfung= Ik heb een prik nodig Wie lange dauert es noch?= Hoe lang duurt het nog? Ich brauche ein Rezept =Ik heb een voorschrift nodig Sie können das Rezept morgen abholen= U kunt het recept morgen komen ophalen Ist es ansteckend?= Is het besmettelijk? Ich habe Kopfweh.= Ik heb hoofdpijn. Ich habe Halsschmerzen.= Ik heb keelpijn. Darum habe ich keine Krankenversicherung. =dus ik heb geen ziektekostenverzekering. Ich habe Schmerzen.= Ik heb pijn. Ich bin krank.= Ik ben ziek. Wissen Sie welche Krankheit ich habe?= Weet u welke ziekte ik heb? Haben Sie auch Sonnencreme?= Heeft u ook zonnebrand? Ich habe mein Bein gebrochen beim Ski fahren.= Ik heb mijn been gebroken bij het skiën. Was ist die Telefonnummer von dem Krankenwagen?= Wat is het telefoonnummer van de ambulance? Ich habe Fieber!= Ik heb koorts. Wörter: Der Pharmazeut, Apotheker= de apotheker Der Arzt= de dokter Die Medizin=het medicijn Der Krebs=de kanker Krank= ziek Der Hausarzt=de huisarts Die Schwangerschaft=de zwangerschap Die Wartezeit=de wachttijd Die Brille =de bril Der Patient= de patiënt Das Medikament, die Tablette=het Medicijn, piletje Die Versicherung= De verzekering Der Notfall= het noodgeval (die)Paracetamol= paracetamol Die Sonnencreme=de zonnebrand
Ingezonden op 11-03-2014 - 1111x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-04-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!