Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Hageveld
› 4 91-100
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Hageveld
, deel 4
4 91-100
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
prejudice/bias=vooroordeel prejudiced/biased=bevooroordeeld to interfere (in)=zich bemoeien (met) interference=bemoeienis/inmenging to betray=verraden betrayal/treason/traitor=verraad to insist (on)=erop staan/aandringen op aim/goal/objective=doel to consider=overwegen to disregard=negeren/in de wind slaan to regret=betreuren regret=spijt spirit=geest spiritual=geestelijk myth=mythe to trust=vertrouwen to distrust=wantrouwen to (pre)dominate=overheersen (pre)dominance=overheersing (pre)dominant=overheersend/dominant cunning/sly=listig/sluw sensible=verstandig to exist=bestaan existence=het bestaan faith=geloof/vertrouwen faithful=trouw nerve=lef/durf mutual=wederzijds to determine=bepalen determined=vastbesloten controversy=controverse/grote onenigheid controversial=controversieel to stand=uitstaan hypocrite=huichelaar hypocrisy=huichelarij to suspect=vermoeden to presume=aannemen presumption=veronderstelling presumably=vermoedelijk incoherent=onsamenhangend to consent (to)=toestemmen (in) consent=toestemming to dwell on=stilstaan bij/uitweiden over versatile=veelzijdig thesis=stelling to memorise=van buiten leren to occupy=bezighouden far-fetched/far fetched=vergezocht unanimous=unaniem to evaluate=evalueren to grasp/to understand=begrijpen pitfall=valkuil to commemorate=herdenken to associate=in verband brengen/associƫren to satisfy = tevredenstellen satisfaction=tevredenheid/voldoening (un)satisfactory=(on)bevredigend (dis)satisfied/(dis)content=(on)tevreden to amaze/to astonish=verbazen amazement/astonishment=verbazing amazing/astonishing=verbazingwekkend relieved=opgelucht relief=opluchting to reconcile=verzoenen reconciliation=verzoening silly=dwaas suspens=spanning impression=indruk impressive=indrukwekkend to fear=bang zijn/vrezen fear=angst favour=gunst to scream=gillen to stun/to baffle=verbijsteren to move=ontroeren pride=trots proud (of)=trots (op) temper=humeur upset=van streek to control oneself=zich beheersen to upset=van streek maken self-control/self control=beheersing extraordinary=buitengewoon to worry=zich zorgen maken worried/concerned=bezorgd worry/concern=bezorgdheid/zorg grateful=dankbaar gratitude=dankbaarheid indignant=verontwaardigd indignation= verontwaardiging fuss=drukte tense=gespannen tension=spanning strain=spanning/stress to envy=benijden jealous/envy=afgunst/jaloezie jealous of/envious (of)=jaloers (op) to confide=toevertrouwen confidence=vertrouwen confidential=vertrouwelijk confident=vol vertrouwen (in)sincere=(on)oprecht sincerity=oprechtheid affection=genegenheid/liefde to adore=erg veel houden van to appreciate=waarderen appreciation=waardering to embarrass=in verlegenheid brengen embarrassment=verlegenheid embarrassing=pijnlijk tie/bond=band revenge=wraak to revenge=wreken to beg=smeken to tremble=beven anger=boosheid rage=woede furious=woedend grudge=wrok to bother=lastigvallen/dwarszitten contempt=minachting marvellous/gorgeous/magnificent=schitterend passion=hartstocht/liefde passionate=hartstochtelijk despair=wanhoop to despair=wanhopen desperate=wanhopig to exaggerate=overdrijven to long for/to be eager for=verlangen naar to reassure=geruststellen delight/joy=vreugde hatred/hate=haat to tolerate=dulden/verdragen (in)tolerable=(on)draaglijk towards=tegenover (in)tolerant=(on)verdraagzaam intolerance=onverdraagzaamheid to take into consideration/to take into account=rekening houden met to admire=bewonderen admiration=bewondering admirable=bewonderenswaardig obsessed with=bezeten van to loathe=walgen van to annoy/to irritate=ergeren/irriteren annoyance/irritation=ergernis/irritatie to sympathise=meevoelen sympathy=medeleven empathy=inlevingsvermogen miracle=wonder to applaud=applaudiseren/toejuichen remorse=wroeging shy/timid=verlegen shyness/timidy=verlegenheid mood=stemming to disappoint=teleurstellen disappointment=teleurstelling to appeal to=aantrekken appeal=aantrekkingskracht sorrow/grief=verdriet to mourn=rouwen om sensitive to=gevoelig voor sensitivity to=gevoeligheid voor cheerful=opgewekt weird=erg vreemd pity/compassion=medelijden to scare/to frighten=bang maken scared/afraid of=bang voor to be fed up with=het zat zijn to humiliate=vernederen humiliation=vernedering to enjoy=genieten van to enjoy oneself=genieten urge=(aan)drang ordeal=kwelling/beproeving to boast/to brag=opscheppen/pochen reluctantly=met tegenzin reluctance=tegenzin disgust=walging/afschuw disgusting=walgelijk hectic=hectisch/erg druk to hug/ to embrace=omhelzen a nuisance=overlast what a nuisance=wat vervelend depressing=deprimerend token=teken/bewijs ruthless/remorseless=meedogenloos fit=aanval/vlaag excited=opgewonden excitement=opwinding exciting=opwindend foreboding=voorgevoel creepy=griezelig/eng inhibited=geremd inhibition=remming staggered/bewildered=verbijsterd/stomverbaasd bewilderment=verbijstering paragraph=alinea according to=volgens to reach=bereiken to illustrate=illustreren/duidelijk maken to imply=suggereren/laten doorschemeren to make clear=duidelijk maken to explain=uitleggen to express=uitdrukken aim/purpose=doel main=hoofd/voornaamste main point=essentie/hoofdpunt to serve=dienen ertoe to refer to=verwijzen naar to suggest=suggereren to state=beweren to deal with=gaan over statement=bewering to replace=vervangen attitude=houding/opvatting view=mening point of view/viewpoint=standpunt judging form=te oordelen naar/op grond van to sum up/to summarise=samenvatten to point out=duidelijk maken to describe=beschrijven to argue=beweren what is the point made about...?=wat wordt er gezegd over... with regard/respect to=met betrekking tot to insert=tussenvoegen to characterise=typeren to emphasise/to stress=benadrukken to account for=verklaren to conclude=concluderen to appear from=blijken uit to reflect=weergeven to amount to=neerkomen op quotation=citaat to derive from=afleiden van to interpret=uitleggen/interpreteren interpreter=tolk confusion=verwarring dumb=stom deaf and dumb=doofstom to meet/to come up to/to live up to=voldoen aan to fall short of=niet voldoen aan cutting=knipsel to distort=verdraaien issue=nummer glossy=glanzend tanned=gebruind lap=schoot to wink=knipogen to stoop=bukken to rub=wrijven to drag=slepen to pant=hijgen to tap=tikken/kloppen to gaze=staren to peer=turen to yawn=geeuwen object=voorwerp to comply (with)=voldoen aan to tease=plagen box office=kassa to acquire=aankopen acquisition=aankoop/aanwinst sculpture=beeldhouwwerk sculptor=beeldhouwer stakes=inzet heritage=erfgoed noble=adelijk nobility=adel racial segregation=rassenscheiding placard=bord non-existent=niet bestaand melting pot=smeltkroes to obtain/to get=krijgen to persevere=volhouden/volharden to act=handelen duty=plicht spectacle=schouwspel advocate=voorstander to advocate=een voorstander zijn van/bepleiten parish=parochie/kerkelijke gemeente to release=uitbrengen
Ingezonden op 16-03-2014 - 1894x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!