Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

D'accord!, deel 3

4 ! ◄►Hoofdstuk 4 : Pages Jaunes - 0: ALLE WOORDEN

Jaar 4 (Gymnasium)

Hoofdstuk 4 : Pages Jaunes - Alle woorden

à l'issue de = na afloop van
avoir lieu = plaatsvinden
donner lieu à = aanleiding geven tot
faire le nécessaire = het noodzakelijke doen
intervenir = ingrijpen
la larme = de traan
la portière = het portier
la tentative = de poging
les forces de l'ordre = de politie
les pompiers = de brandweer
lors de = tijdens
porter secours = te hulp schieten
rayer = krassen; bekrassen
retenir = inhouden; bedwingen
se produire = plaatsvinden
se rendre à = naartoe gaan; ergens naartoe gaan
suspect = verdacht
tourner à = veranderen in
tout à fait = helemaal; volledig
un affrontement = een confrontatie
un incendie = een brand
coiffer = kappen; bedekken
estimer = schatten; waarderen
étroit = nauw
gêner = elkaar hinderen; zich schamen
incroyable = ongelofelijk
innombrable = ontelbaar
jeter = gooien; weggooien
l'association = de vereniging {vrl.}
l'évènement = de gebeurtenis {mnl.}
l'histoire = de geschiedenis; het verhaal {vrl.}
la multitude = massa; een groot aantal
la poubelle = de vuilnisbak
le / la locataire = de huurder
le déchet = het afval
le déménagement = de verhuizing
le logement = de woning
le théâtre = de schouwburg; het schouwspel
multiple = veelvoudig
parfois = soms
précéder = voorafgaan
récupérer = ophalen
remplir = vullen; invullen
se débarrasser = zich ontdoen van
souligner = benadrukken; onderstrepen
choirsir = kiezen
convenir = passen
défier = uitdagen
faire la fête = feesten
l'ambiance = de sfeer
l'aviateur = de vlieger {mnl.}
l'hôte = de gastheer {mnl.}
l'invité = de gast
la soirée = het feest; de avond
la tenue = de kleding
réserver = boeken
se déguiser = zich verkleden
bien sûr = natuurlijk
bref = kortom
cependant = maar
d'abord = ten eerste
en résumé = samenvattend
en revanche = daarentegen
l'angle = de hoek {mnl.}
l'équerre = de geodriehoek {vrl.}
la colle = de lijm
la fleur = de bloem
la paire de ciseaux = de schaar
la règle = de liniaal
le carré = het vierkant
le triangle = de driehoek
parce que = omdat
par contre = daarentegen
plier = vouwen
se chevaucher = elkaar overlappen; elkaar gedeeltelijk overlappen
beginnen met = se mettre à
de herfstvakantie = les vacances de la Toussaint
een handje helpen = donner un coup de main
een sms = un texto 
zich herinneren = se souvenir de 
zich verkleden = se déguiser
als onderwerp van je spreekbeurt = comme sujet d'exposé; comme sujet d'expose
Dat is te kort! = C'est trop court!
een spreekbeurt houden over... = faire un exposé sur...; faire un expose sur...
Heb je nog andere ideeën? = Tu as encore d'autres idées?; Tu as encore d'autres idees?
Ik begin er meteen aan! = Je m'y mets tout de suite!
Je kunt het bijvoorbeeld hebben over... = Tu peux parler par exemple de...
Je kunt op internet zoeken. = Tu peux chercher sur Internet.; Tu peux chercher sur Internet
Wil je dat ik je help? = Veux-tu que je te donne un coup de main?
bijwonen = assister à; assister a
een persoonlijke noot = une touche personnelle
Engels = anglo-saxon; anglo saxonne
heerlijk = délicieux; délicieuse; delicieux; delicieuse
het gastgezin = la famille = d'accueil
het vrijwilligerswerk = le bénévolat
Het was leuk. = C'était amusant.; C'était amusant; C'etait amusant.; C'etait amusant
klaar = prêt; prête; pret; prete
tegenwoordig = de nos jours
verspreiden = se répandre = se repandre
zich bevinden = se trouver
zoals de traditie voorschrijft = comme c'est la tradition
Eerst / vervolgens ga ik jullie iets vertellen over...; D'abord, je vais vous raconter quelque chose sur...; Après, je vais vous raconter quelque chose sur...; Apres, je vais vous raconter quelque chose sur...
Oorspronkelijk is het een feest om... = À l'origine c'est une fête pour...; A l'origine c'est une fête pour...
bij elkaar brengen = rassembler
de vrolijkheid = la gaieté; la gaiete
de vruchtbaarheid = la fertilité; la fertilite
een badpak = un maillot de bain
een gevarieerd programma = une programmation variée; une programmation variee
een leuke tijd hebben = passer du bon temps
een middel = un moyen
herdenken = commémorer; commemorer
het ontwaken = le réveil; le reveil
het uitkomen = l'éclosion; l'eclosion {vrl.}
de komst van mooie dagen = l'arrivée des beaux jours; l'arrivee des beaux jours
de terugkeer van de lente = le retour du printemps 
de verbetering van de temperatuur = le radoucissement des températures
De zon is terug. = Le soleil est de retour.; Le soleil est de retour
een tochtje naar het strand = un petit tour à la plage; un petit tour a la plage
gratis concerten of voorstellingen = des concert ou des spectacles gratuits
Maak jullie klaar! = Préparez-vous!; Preparez-vous!
zich kenmerken door = marquer; se caractériser; se caracteriser
confondre = door elkaar halen
enseigner = les geven
frapper le sol en rhytme = ritmisch op de grond slaan
le phénomène = het verschijnsel
observer = bekijken
prendre des cours = lessen nemen
s'adonner à = zich overgeven aan
urbain = stedelijk
contenir = inhouden; bevatten
de cette façon = op die manier
evisageable = denkbaar
être chargé de = iets op zich nemen
pour = om
prendre l'habitude de = de gewoonte nemen om
risquer de = het risico lopen; het risico lopen te
s'agir de = gaan over
s'assurer que = zich van iets verzekeren
violemment = heftig

Ingezonden op 17-03-2014 - 1870x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Als je de paragrafen van Hoofdstuk 4 liever apart leert; ik heb van elke paragraaf een lijst gemaakt.
Zoek naar een lijst met deze tekens ervoor: ◄►

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

D'accord!, deel 3

4 ! ◄►Hoofdstuk 4 : Pages Jaunes - 0: ALLE WOORDEN