Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans voor beginners NTI
› 2 Nom et prénom
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans voor beginners NTI
, deel 2
2 Nom et prénom
Jaar 1 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
accent = teken boven een klinker accent aigu = ' accent circonflexe = ^ accent grave = ` à la réception = bij de receptie à une fête = op een feest Anglais = Engelsman Anglaise = Engelse Belge = Belg Belgrade = Belgrado Bruxelles = Brussel choisissez = kies complétez = vul in Copenhague = Kopenhagen d'Amsterdam = uit Amsterdam Danois = Deen Danoise = Deense de Paris = uit Parijs deux = twee; 2 deuxième = tweede dites = zeg dites en français = zeg in het Frans donc = dus elle est = zij is elle est de = zij komt uit elles = zij elles sont = zij zijn elles sont de = zij komen uit en = in es-tu? = ben jij? es-tu de? = ben jij uit? est-elle? = is zij? est-il? = is hij? êtes = zijn êtes-vous? = bent u? êtes-vous de? = komt u uit? être = zijn femme = vrouw fête = feest français = Frans Français = Fransman Française = Française Hollandais = Hollander Hollandaise = Hollandse il est de = hij komt uit infinitif = hele werkwoord Irlandais = Ier Irlandaise = Ierse je = ik je suis = ik ben je suis de = ik kom uit Luxembourgeois = Luxemburger Luxembourgeoise = Luxemburgse ma = mijn mais = maar Moscou = Moskou nom = naam nous = wij nous sommes = wij zijn nous sommes de = wij komen uit oui = ja Paris = Parijs Polonais = Pools Polonaise = Poolse Portugais = Portugees Portugaise = Portugese prénom = voornaam présent = o.t.t. réception = receptie réceptionniste = receptionist(e) répondez = antwoord Russe = Rus s'il vous plaît = alstublieft sont-elles? = zijn zij? Suédois = Zweed Suédoise = Zweedse Suisse = Zwitser Suissesse = Zwitserse toi = jij tu = jij tu es = jij bent tu es de? = kom je uit? un = één;1 une = een vous = jullie;u vous êtes = jullie zijn;u bent vous êtes de = komen jullie uit; komt u uit
Ingezonden op 21-03-2014 - 565x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
02-09-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!