Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
pourquoi pas CHG
› 3 v.a 3.2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
pourquoi pas CHG
3 v.a 3.2
Jaar 1 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
qu’est-ce que =wat faire du snowboard =snowboarden le snowboard = het snowboarden faire du théâtre = toneelspelen le théâtre = het toneelspel naviguer sur Internet = surfen op internet l’Internet = het internet regarder la télé = televisiekijken la télé = de televisie dessiner = tekenen faire du shopping = winkelen le shopping = het winkelen jouer du piano = piano spelen le piano = de piano jouer au foot = voetballen le foot = het voetballen lire = lezen jouer à des jeux vidéo = videospelletjes spelen le jeu vidéo = het videospel aller = gaan aller à la piscine = naar het zwembad gaan faire du skate = skaten le skate = het skaten je vais = ik ga une fois par semaine = een keer per week ne … jamais = nooit beaucoup = veel la BD (Bande Dessinée) = de strip faire ses devoirs = zijn huiswerk maken une heure par jour = een uur per dag souvent = vaak faire un tour = een rondje lopen faire de la danse = dansen la danse = de dans jouer à la balle = met een bal spelen jouer aux échecs = schaken jouer de la flûte = fluitspelen, fluiten faire de la natation = zwemmen voler = vliegen le lundi = iedere maandag les loisirs = de vrije tijd le hobby = de hobby le dessin = de tekening/het tekenen le sport = de sport danser = dansen jouer au tennis = tennissen jouer au basket(-ball) = basketballen jouer au volley(-ball) = volleyballen courir = hardlopen/rennen faire du jogging = joggen faire du vélo = fietsen le vélo = de fiets faire du cyclisme = wielrennen faire du patinage = schaatsen faire du ski = skiën peu = weinig parfois = soms le/la candidat(e) = de kandidaat/de kandidate combien = hoeveel la question = de vraag la radio =de radio faire du tennis = tennissen faire du karatéaan = karate doen rire = lachen amusant(e) = grappig timide = verlegen optimiste = optimistisch sympathique = sympathiek sportif/-tive = sportief
Ingezonden op 31-03-2014 - 386x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!