Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn-Disco
› 1016 alle woorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn-Disco
1016 alle woorden
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
10a dux = leider; aanvoerder mv dux = duces bellum = oorlog pf iubere = iussi iub_ere = bevelen mon_ere = waarschuwen nuntiare = berichten aura = lucht pf pervenire = perveni pervenire = bereiken; aankomen in licet mihi = het staat mij vrij; ik mag fatum = lot; lotsbeschikking obstare = in de weg staan petere = 1 zoeken 2 vragen 3 trachten te bereiken; gaan naar iussum = bevel 10b parare = klaarmaken; voorbereiden fugere = vluchten (voor + acc.) postquam = nadat nonne = toch zeker; toch wel? (leidt vraagzin in) bene = goed accipere = ontvangen pf accipere = accepi invitare = uitnodigen error = zwerftocht mv error = errores narrare = vertellen devenire = terechtkomen orare = smeken (bij: per + acc.) propter = wegens propter + = acc. odi = haten (perf. met praes. betekenis) pf laedere = laesi laedere = kwetsen; beledigen pf tacere = tacui tac_ere = zwijgen negare = 1 weigeren 2 ontkennen conubium = huwelijk pf promittere = promisi promittere = beloven hodie = vandaag apparere = verschijnen pf apparere = apparui sinere = toestaan; laten cogere = dwingen invitus = tegen mijn/jouw/zijn etc. zin lux = (dag)licht; dag mv lux = luces munus = taak mv munus = munera neglegere = verwaarlozen postremo = ten slotte quod = omdat nihil = niets ira = woede dolor = verdriet ; pijn mv dolor = dolores clam = stiekem ; heimelijk caelum = hemel ponere pf = posui ponere = plaatsen vestis = kleding(stuk) mv vestis = vestes inferi 2x = 1 goden (van de onderwereld) 2 onderwereld anima = ziel vivere = leven pf vivere = vixi pf perficere = perfeci perficere = voltooien; afmaken effugere = wegvluchten (voor + acc.) pf effugere = effugi deserere = in de steek laten ; verlaten pf deserere = deserui poena = straf fallere = bedriegen; misleiden pf fallere = fefelli sidus = ster mv sidus = sidera iurare = zweren (bij: per + acc.) nepos = kleinzoon; nakomeling mv nepos = nepotes man_ere = te wachten staan pectus = borst mv pectus = pectora coepi = ik begin, ik begon nomen = naam mv nomen = nomina memoria = herinnering ten_ere = (vast)hebben ; -houden pf tenere = tenui avertere = afwenden pf avertere = averti ut = 1 zodra (+pf) 2 (zo)als consistere = blijven staan pf consistere = constiti excipere = opvangen ; ontvangen pf excipere = excepi maestus = bedroefd armatus = gewapend quamquam = hoewel longus = lang gerere = dragen ; voeren tamen = toch ignotes = onbekend meus = mijn vigro = meisje; maagd mv vigro = virgines pulcher = mooi pulcra -) = pulchra, um tam = zo quia = omdat fugare = verjagen pf cogere = coegi solus = alleen carus = lief Mars = Mars acc Mars = Martem deponere = neerzetten ; afleggen pf deponere = deposui multus = veel territus = verschrikt ; geschrokken scire = weten pf scire = sci(v)i pf van esse = fui esse = zijn potestas = macht mv potestas = potestates geslacht potestas = v anxius = bang; angstig cura = zorg vexare = kwellen regnum = 1 (konink)rijk 2 macht ; heerschappij pellere = verdrijven pf pellere = pepuli servus = slaaf parere = voortbrengen; baren pf parere = peperi iratus = woedend sedes = zetel mv sedes = sedes geslacht sedes = v magnus = groot ; luid vox = stem mv vox = voces geslacht vox = v quomodo = hoe (lett. : op welke manier) puer = jongen mv puer (+gr) = pueri groep 2 interficere = doden flumen = rivier mv flumen = flumina geslacht flumen = o impius = schurkachtig ; goddeloos mittere = zenden pf mittere = misi ripa = oever pastor = herder mv pastor = pastores parvus = klein portare = dragen geslacht pastor = m itaque = dus consulere = raadplegen signum = teken mons = berg; heuvel mv mons = montes geslacht mons = m Roma = Rome considere = gaan zitten pf considere = consedi avis = vogel mv avis = aves geslacht avis = v qui = die; dat qui- = quae quod facere = doen; maken pf facere = feci colere = vereren ; verzorgen pf colere = colui cum = wanneer ; toen an = of ( in vraag) ostendere = (ver)tonen pf ostendere = ostendi pugna = strijd cadere = vallen ; dood neervallen pf cadere = cecidi alius = ander fabula = verhaal quondam = eens ; ooit novus = nieuw nondum = nog niet altus = 1 hoog 2 diep labor = werk ; inspanning; moeite mv labor = labores geslacht labor = m domum acc. = naar huis cena = maaltijd Romae gen. = in Rome; te Rome miser = ongelukkig miser -) = misera, miserum magnitudo = grootte; grootheid mv magnitudo = magnitudines geslacht magnitudo = v legatus = gezant finitimus = naburig celare = verbergen fingere = 1 vormen 2 verzinnen pf fingere = finxi Romam acc. = naar Rome convenire = samenkomen pf convenire = conveni multitudo = menigte mv multitudo = multitudines geslacht multitudo = v animum attendere = de aandacht richten (op: ad + acc.) Romanus = 1 Romein 2 Romeins iuvenis = jongeman mv iuvenis = iuvenes geslacht iuvenis = m 15 vulnerare = (ver)wonden si = als homo = mens ; man mv homo = homines geslacht homo = m mortuus = gestorven populus = volk vulnus = wond mv vulnus = vulnera geslacht vulnus = o inquit = hij/zij zegt, zei noscere = leren kennen pf noscere = novi bonus = goed opes 1 en 2 = 1 rijkdom 2 macht opes mv/ev + gr. = mv gr 3; putare = denken ; menen regnare = koning zijn serva = slavin facere = maken senator = senator mv senator = senatores geslacht senator = m Romanus 1 en 2 = 1 Romein 2 Romeins ius = (het) recht mv ius = iura geslacht ius = o iure = terecht; met recht deicere = naar beneden gooien vis = geweld pf deicere = deieci geslacht vis = v vis acc. = vim vis abl. = vi salutare = (be)groeten se recipere = zich terugtrekken miles = soldaat mv miles = milites 16 hic - = haec, hoc hic = deze; dit pugnare = vechten ops = hulp acc ops = opem geslacht ops = v timere = bang zijn pf timere = timui dedecus = schande mv dedecus = dedecora geslacht dedecus = o addere = toevoegen pf addere = addidi nisi = als niet tuus = jouw nudus = naakt deprehendere = betrappen; grijpen pf deprehendere = deprehendi pf interficere = interfeci tantus = zo groot perferre = verdragen pf dedere = dedidi se dedere = zich overgeven vincere = overwinnen pf vincere = vici
Ingezonden op 09-04-2014 - 1364x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
24-05-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!