Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn en Grieks
› 4 Latijn woorden 300-400
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn en Grieks
, deel per4
4 Latijn woorden 300-400
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ante=voor tot=zoveel recipio=terugnemen; opnemen; vernemen honor=eer; ambt poena=boete frater=broer vero=werkelijk; maar fama=gerucht; reputatie iniuria=onrecht fatum=voorspelling; lot par=gelijk invenio=vinden; ontdekken cado=vallen; sneuvelen cog-nosco=leren kennen; herkennen; vernemen aetas=leeftijd; leven; tijd gratia=dank propior=dichterbij proximus=dichtstbijzijnde; volgende altus=hoog; diep voluptas=genoegen sanguis, sanguinis=bloed levis=licht; gering equus=paard eques=ruiter vester=van jullie per-venio=aankomen vultus=gezicht placet mihi=het bevalt me proelium=gevecht alienus=vreemd; van een ander nascor=geboren worden humanus=menselijk; beschaafd morior=sterven certus=zeker opus=werk magnopere=zeer mons=berg numerus=getal ius, iuris=recht iusiurandum=eed pectus=borst; hart sapiens=wijs telum=werptuig puer=kind audeo=durven flumen=rivier fortis=sterk; dapper satis=genoeg ingenium=aard; talent; aanleg; karakter ops=macht; hulp sentio=voelen; inzien adversus=tegenover diu=lang ostendo=tonen dignus=waard; waardig cunctus=geheel inde=daarna; daarvandaan agne=mars; kolonne verto=draaien -ne=soms...?; of nego=ontkennen; weigeren ob=voor; vanwege quam ob rem=waarom; daarom ferrum=ijzer; zwaard loquor=spreken premo=drukken; in het nauw brengen iaceo=liggen per-eo=omkomen liberi=kinderen navis=schip vetus=oud transeo=oversteken servo=redden; bewaren intellego=begrijpen silva=bos adsum=aanwezig zijn; helpen laetus=blij impetus=aanval praesto=overtreffen beatus=gelukkig ager=akker tollo=opheffen; wegnemen studium=ijver; enthousiasme redeo=terugkeren singuli=een voor een adhuc=nog excipio=uitzonderen; op zich nemen usus=gebruik; voordeel acies=scherpte; slaglinie cedo=gaan; wijken cogito=denken vulnus=wond fuga=vlucht postquam=nadat munus=taak; geschenk pecunia=geld contra=tegen pax=vrede casus=val; toeval
Ingezonden op 10-04-2014 - 1850x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!