Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
atdam 3U
› 4150 Worthilfe
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
atdam 3U
4150 Worthilfe
Jaar 5 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Gesetzgeber = de wetgever der Widerstand = de tegenstand ; het verzet der Rechtsanwalt = de advocaat das Gesetz = de wet gesetzlich = wettelijk das Grundgesetz = de grondwet der Auswuchs = de uitwas zweckdienlich = doeltreffend der Aufschub = het uitstel angehend = aankomend fraglich = twijfelachtig haften = aansprakelijk zijn haften = plakken ; zitten die Tatsache = het feit die Maßnahme = de maatregel verstoßen gegen = strijdig zijn met verstoßen gegen = overtreden der Anspruch = de aanspraak zusätzlich = aanvullend ; extra vermitteln = bemiddelen beraten = adviseren das Verwaltungsrecht = het bestuursrecht die Verwaltung = het management die Genehmigung = de vergunning lediglich = uitsluitend ausgedehnt = uitgestrekt die Insel = het eiland der Abhang = de helling die Lage = de positie das Gelände = het terrein einwandern = immigreren der Sumpf = het moeras das Moor = het veen unwirtlich = onherbergzaam unwirtlich = ongastvrij ragen = uitsteken ; uitsteken boven ; uitsteken (boven) hervorragend = uitstekend heimisch = thuis heimisch = inheems ; binnenlands die Wüste = de woestijn prägen = een stempel drukken op jenseits = aan de overkant entlegen = afgelegen die Strecke = het traject ; de afstand sich zurechtfinden = zijn weg vinden der Ort = de plaats bzw. (beziehungsweise) = resp. ; respectievelijk ; resp. (respectievelijk) gebirgig = bergachtig gesellig = sociaal gemütlich = gezellig die Begegnung = de ontmoeting begegnen = bejegenen gemeinsam = gemeenschappelijk gemeinsam = samen die Gesellschaft = het gezelschap die Gesellschaft = de maatschappij gesellschaftlich = sociaal seine Aufwartung machen = zijn opwachting maken bij die Kalte Schulter zeigen = de rug toekeren ; negeren sich verabschieden = afscheid nemen verabschieden = ontslaan die Gattin = de echtgenote die Gastgeberin = de gastvrouw sich ergänzen = elkaar aanvullen die Ergänzung = de aanvulling sich unterhalten = spreken die Beziehung = de relatie ; de connectie die Beziehung = het opzicht einzeln = afzonderlijk ; individueel die Einzelheit = het detail beistimmen = instemmen met ; het eens zijn met beitreten = toetreden tot ; lid worden van das Verhältnis = de relatie das Verhältnis = de verhouding die Verhältnisse = de situatie ; de positie sich verhalten = in elkaar zitten ; zijn der Bruch = de breuk in die Brüche gehen = stukgaan anständig = fatsoenlijk die Zuneigung = de genegenheid ; de liefde die Sippe = de familie erschüttern = schokken der Zwischenfall = het incident der Vorwurf = het verwijt vorwerfen = verwijten einziehen = intrekken ausziehen = uittrekken die Ehekrise = de huwelijkscrisis die Eifersucht = de jaloezie die Trennung = de scheiding zueinander finden = elkaar vinden getrennt = gescheiden ; apart das Einvernehmen = de verstandhouding der Einklang = de harmonie die Kluft = de kloof lösen = oplossen platzen = mislukken platzen = barsten das Mitglied = het lid die Ausdauer = het uithoudingsvermogen unbedingt = onvoorwaardelijk das Ergebnis = het resultaat die Angaben = de gegevens gleichfalls = eveneens ohnehin = toch ; toch wel ; toch (wel) sich verausgaben = zich geven die Schinderei = de afbeulerij erkennen = herkennen auskommen = overweg kunnen einheitlich = uniform die Veranstaltung = het evenement schwitzen = zweten überlegen = superieur ; de betere gewachsen sein = opgewassen zijn tegen unterliegen = verliezen van leisten = presteren die Begeisterung = het enthousiasme sich begeistern = warm lopen gründen = oprichten austragen = spelen ; houden der Vorstand = het bestuur abermals = nogmaals ; opnieuw besiegen = winnen van der Ersatz = de vervanging der Ersatzspieler = reservespeler schonen = sparen ; ontzien die Fehleinschätzung = foutieve beoordeling die Fehlentscheidung = de foute beslissing der Tabellenführer = lijstaanvoerder das Heimspiel = de thuiswedstrijd ausscheiden = uitschakelijk entscheiden = beslissen entscheidend = beslissend der Ausgleich = de gelijkmaker der Meister = de kampioen verfügen über = beschikken over vermarkten = te gelde maken verpassen = missen die Verzögerung = de vertraging verletzen = blesseren verletzen = kwetsen übertragen = uitzenden der Verband = de bond das Verhalten = het gedrag beteiligt sein an = betrokken zijn bij die Grundlage = de basis die Nebensache = de bijzaak die Würde = de waardigheid ; de integriteit das Bundesverfassungsgericht = het constitutionele hof die Verfassung = de constitutie ; de grondwet die Verfassung = de conditie ; de toestand das Staatswesen = het staatsbestel der Repräsentant = de vertegenwoordiger der Bundesrat = de Bondsraad das Land = de deelstaat verabschieden = aannemen der Antrag = het voorstel ; de motie erlassen = afkondigen wählen = kiezen der Wähler = de kiezer die Wahlen = de verkiezingen der Abgeordnete = de afgevaardigde vorgaukeln = voorspiegelen hinnehmen = aanvaarden ; accepteren vertreten = vertegenwoordigen vertreten = vervangen der Wandel = de verandering unwandelbar = onwrikbaar entgegengesetzt = tegengesteld der Staatsetat = begroting die Steuern = de belastingen stueurfrei = belastingvrij die Schicht = de laag die Schicht = de ploeg die Einsparung = de bezuiniging die Botschaft = de ambassade austauschen = uitwisselen das Abkommen = de overeenkomst ; het akkoord ausdehnen = uitbreiden die Subvention = de subsidie subventionieren = subsidiëren der Misserfolg = de mislukking der Stellenwert = de plaats ; de functie die Ebene = het vlak die Umfrage = de enquête verschleiern = verhullen die Auseinandersetzung = de discussie ; het conflict sich auseinandersetzen mit = zich intensief bezighouden met gegenwärtig = tegenwoordig gegenwärtig sein = voor de geest staan die Behörde = de overheid ; de autoriteit etabliert = gevestigd anprangern = aan de kaak stellen ; bekritiseren der Pranger = de kaak ; de schandpaal herziehen über = heen vallen over der Termin = de termijn die Frist = de termijn gelegentlich = af en toe endgültig = definitief neuerdings = sinds kort ehemalig = vroeger zur Zeit = momenteel bislang = tot nu toe dereinst = eens irgendwann = eens neulich = onlangs zeitweilig = tijdelijk rechtzeitig = tijdig allenfalls = hoogstens derzeit = momenteel ansonsten = anders pünktlich = stipt demnächst = binnenkort das Zeitalter = het tijdperk bisherig = tot nu toe vorher = van tevoren von vornherein = van begin af aan im Voraus = bij voorbaat das Jahrzehnt = tien jaar ; decennium das Vorjahr = het vorig jaar unverzüglich = onmiddellijk nach wie vor = nog steeds der Reiseführer = de reisgids die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid verheißen = beloven die Auskunft = de inlichting veranstalten = organiseren die Anstalt = de inrichting ; de instelling die Sackgasse = de doodlopende straat in eine Sackgasse geraten = op dood spoor geraken der Urlaub = de vakantie die Ferien = de vakantie beurlaubt werden = vrij krijgen hinausschieben = opschuiven ; uitstellen angemessen = gepast angemessen = passend betreuen = begeleiden die Fülle = de grote hoeveelheid das Schildchen = het bordje der Gipfel = de top gespannt = benieuwd sich verständigen = zich verstaanbaar maken verständigen = waarschuwen die Berührung = het contact die Herausforderung = de uitdaging
Ingezonden op 16-04-2014 - 1907x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
25-11-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!