Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Duits-Na Klar

7 Redemittel 1

Jaar 2 (Gymnasium)

Ik ben blij dat het weer beter met je gaat. = Ich bin froh, dass es dir wieder besser geht.
Dat is jammer. = Das ist schade.
Dat spijt me. = Das tut mir Leid.
Dat is nogal stom. = Das ist aber blöd.
Dat kan me niet schelen. = Das ist mir egal.
Ik heb kiespijn. = Ich habe Zahnschmerzen.
Wat is er aan de hand? = Was ist los?
Zij is altijd heel moe. = Sie ist immer sehr müde.
Ben je ziek? = Bist du krank?
Waar heb je pijn? = Wo hast du Schmerzen?
Lust jij thee? = Magst du Tee?
Nee, dat lust ik niet. = Nein, der schmeckt mir nicht.
Ik vind de dokter heel aardig. = Ich finde den Artz sehr nett.
Neem jij vaak hoofdpijntabletten? = Nimmst du oft Kopfschmerztabletten?
Voel je je misselijk? = Fühlst du dich schlecht?
 Ik ben duizelig. = Mir ist schwindlig.
Ik ben misselijk. = Mir ist übel.
Ik heb koorts. = Ich habe Fieber.
Ik ben verkouden. = Ich bin erkältet.
Het gaat beroerd met mij. = Es geht mir mies.
Mijn hoofd doet pijn. = Mein Kopf tut weh.
Neem een tablet. = Nimm eine Tablette.
Eet veel fruit en drink veel water. = Iss viel Obst und trink viel Wasser.
Ga veel wandelen. = Geh viel spazieren.
Ik moet naar de dokter gaan. = Ich muss zum Artz gehen.
Helaas kan ik niet naar het feest komen. = Leider kann ich nicht zur Party kommen.
Hopelijk heb ik morgen geen keelpijn meer. = Hoffentlich habe ich morgen keine Halsschmerzen mehr.
Mijn moeder is naar de apotheek gegaan. = Meine Mutter ist in die Apotheke gegangen.

Ingezonden op 21-04-2014 - 575x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 24-06-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Nee, dat lust ik niet. = Nein, der schmeckt mir nicht.
Ik vind de dokter heel aardig. = Ich finde den Artz sehr nett.
Voel je je misselijk? = Fühlst du dich schlecht?
Het gaat beroerd met mij. = Es geht mir mies.
Neem een tablet. = Nimm eine Tablette.
Ik moet naar de dokter gaan. = Ich muss zum Artz gehen.
Hopelijk heb ik morgen geen keelpijn meer. = Hoffentlich habe ich morgen keine Halsschmerzen mehr.
Mijn moeder is naar de apotheek gegaan. = Meine Mutter ist in die Apotheke gegangen.

Vakken

Duits-Na Klar

7 Redemittel 1