Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
3G Repetitie's en So's
› 4 Duits alle woorden en zinnen H4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
3G Repetitie's en So's
4 Duits alle woorden en zinnen H4
Jaar 3 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
gezondheid = Gesundheit de ziekte = die Krankheit binnen = innen de schoonheid = die Schönheit aan anorexia lijdend = magersügen mooi, knap = hübsch goed getraind, gespierd = durchtrainiert het lichaam = der Körper afvallen = abnehmen de schoonheidsoperatie = die Schönheits-OP de boezem = der Busen wat vind jij daar van? = Was hältst du davon? superslank = superschlank het alcoholverbod = das Alkoholverbot belangrijk = wichtig Hoe denk jij daarover? = Wie denkst du darüber? verbieden = verbieten gelijk hebben = Recht haben ik vind dat niet goed. = Ich finde das nicht gut. men moet het niet verbieden. = Man sollte es nicht verbieten. ik ben er helemaal op tegen, dat = ich bin volkommen dagegen, dass De media zijn schuld van alles. = Die Medien sind an allem Schuld. Mij maakt het niet uit. = Mir ist es egal. opleveren = nützen eens zijn = einverstanden sein jammer = schade de sterke drank = der Schnaps dat levert niets op. = Das bringt nichts. roken = Rauchen totale onzin! Völliger Quatsch! verminderen, terugbrengen = reduzieren Men mocht op school roken! = Man durfte in Schulen rauchen! Ik heb een noodgeval gemeld. = ich habe den Notfall gemeldet. gebeuren-gebeurd = passieren-passiert de gewonde = der Verletzte de ambulance = der Krankenwagen. haast u zich! = Beeilen Sie sich! de ambulance-arts = Der Notarzt wat is er gebeurt? = Was ist passiert? U had een ongeluk = Sie hatten einen Unfall. ik ben misselijk. = Mir ist übel. ik ben duizelig.= Ich bin schwindlig. het verzekeringspasje = die Versichertenkarte Vult u het formulier in! = Füllen Sie das Formular aus! de arm = der Arm het been = das Bein het hoofd = der Kopf de pols = das Handgelenk pijn = Schmerzen de kneuzing = die Prellung het ziekenhuis = die Klinik de hoestdrank = der Hustensaft de zuigtabletten = die Lustschtabletten de apotheek = die Apotheke beschermen = schützen de huid = die Haut zacht = weich de ontspanning = die Entspannung de verkoudheid = die Erkältung de bijwerkingen = die Nebenwirkungen ik weet niet wat ik moet doen. = Ich weiß nicht, was ich machen soll. wie kan mij helpen? = Wer kann mir helfen? Dat kan ik helaas niet zeggen. = Das kann ich leider nicht sagen. waarschijnlijk = wahrscheinlich Wie findest du Ligt-Produkte = Wat vind je van light producten? Quatsch! Was soll das schon bringen? = Flauwekul! Wat voor nut heeft dat? Damit kann man einfach abnehmen. = Daar kun je makkelijk mee afvallen. Glaube ich nicht! = Daar geloof ik niet in. Wie denkst du über Schönheits-OPs? = Hoe denk je over schoonheidsoperaties? Ich bin vollkommen dagegen, das ist abscheulich. = Daar ben ik absoluut tegen, dat is afschuwelijk. Wieso? = Hoezo? Wer das macht, ist echt doof! Wahre Schönheit kommt von innen. = Wie dat doet, is echt dom! Ware schoonheid komt van binnenuit. Früher konnte man sich nicht operieren lassen und es gab trotzdem Superstars. = Vroeger kon je je niet laten opereren, en toch waren er supersterren. Da hast du Recht! Da mochte man natürliche Schönheit noch mehr. = Daar heb je gelijk in! Toen werd natuurlijke schoonheid nog meer gewaardeerd. Sollte man Alkohol unter 18 verbieten? = Zou alcohol beneden de 18 jaar verboden moeten worden? Ich denke, ein Verbot nützt nichts. = Ik denk dat een verbod geen nut heeft. Könnte man den Alkohol irgendwie reduzieren? = Zou je de alcoholconsumptie op de ene of andere manier kunnen beperken? Ich glaube, das geht nicht so leicht. = Ik denk dat dat niet zo makkelijk gaat. Was hältst du von einem Alkoholverbot in Supermärkten? = Wat vind je van een verbod op alcohol in supermarkten? Das ist nicht schlecht. = Dat zou niet verkeerd zijn. Früher durfte man in der Schule rauchen. = Vroeger mocht er op school worden gerookt. Wirklich? = Echt waar? Wie denkst du darüber? = Wat vind je daarvan? Das finde ich nicht gut. = Dat vind ik niet goed. Was macht das schon aus? = Wat maakt dat nou uit? Ich mochte es noch nie, im Rauch zu stehen! = Ik vond het nog nooit prettig om in de rook te staan! Sie wollen superschlanke Models verbieten. = Ze willen superslanke modellen gaan verbieden. Was bringt das schon? = Wat levert dat op? Dann sehen wir vielleicht ein, dass Diätkuren nicht gut für uns sind. = Dan zien we misschien onder ogen dat diëten niet goed voor ons is. Die Medien sind doch an allem Schuld. = Dat is toch alles de schuld van de media. Wie meinst du? = Hoe bedoel je? Man sieht überall Diäten, Light-Produkte und schlanke Superstars. = Overal zie je afslankkuren, light producten en slanke supersterren. Da hast du Recht. = Daar heb je gelijk in. Schlank sein, heißt nicht gleich schön. = Slank, dat wil nog niet zeggen mooi. Ich mochte durchtrainierte Typen. = Ik viel wel op doorgetrainde types. Damit war ich noch nie einverstanden. = Daar had ik nog nooit iets mee op. Jetzt stehe ich mehr auf liebe Jungs. = Nu val ik meer op lieve jongens. Warum denkst du darüber jetzt anders? = Waarom denk je daar nu anders over? Ich habe jemanden kennen gelernt. = Ik heb iemand leren kennen. Das habe ich schon gehört! = Dat had ik al gehoord! Wo hast du Schmerzen? = Waar heb je pijn? Mein Handgelenk tut weh. = Mijn pols doet pijn. Hast du keine Kopfschmerzen? = Heb je geen hoofdpijn? Nein, überhaupt nicht. = Nee, helemaal niet. Kannst du den Arm bewegen? = Kun je je arm bewegen? Das klappt eigentlich prima. = Dat gaat eigenlijk prima. Dann hast du nur eine Prellung. = Dan is het alleen een kneuzing. Zum Glück! = Gelukkig! Wie heißen Sie? = Wat is uw naam? Ich bin Carolien Meuters. = Ik ben Carolien Meuters. Was ist passiert? = Wat is er gebeurd? Ich weiß es nicht mehr genau. = Ik weet het niet meer precies. Welche Beschwerden haben Sie? = Wat voor klachten heeft u? Mir ist übel und schwindlig. = Ik ben misselijk en duizelig. Frau Meuters, Sie hatten einen Motorradunfall. = Mevrouw Meuters, u heeft een motorongeluk gehad. Ja, jetzt erinnere ich mich wieder. = Ja, nu herinner ik het me weer. Haben Sie die Versichertenkarte dabei? = Heeft u uw ziekenfondspasje mee? Ja, es ist aber eine niederländische. = Ja, maar het is een Nederlandse. Sind Sie zum ersten Mal in dieser Klinik? = Bent u voor het eerst in dit ziekenhuis? Ja, wir sind hier in Urlaub. = Ja, we zijn hier op vakantie. Dann füllen Sie bitte dieses Formular im Wartezimmer aus. = Vult u dan alstublieft even dit formulier in de wachtkamer in. Vielen Dank. Ich bringe es Ihnen gleich wieder. = Dank u wel. Ik breng het zo meteen terug. Ich schreibe dir ein Rezept aus. Hast du eine Allergie? = Ik schrijf je een recept voor. Ben je ergens allergisch voor? Ich bin allergisch gegen Antibiotika. = Ik ben allergisch voor antibiotica. Dann verschreibe ich dir einen Hustensaft und Lutschtabletten. = Dan schrijf ik je een hoestdrank voor, en zuigtabletten. Welche Apotheke hat Notdienst? = Welke apotheek heeft nooddienst? Die Schiller-Apotheke. = De Schiller-apotheek. Danke. Wiedersehen! = Bedankt. Tot ziens. Notruf 110, was kann ich für Sie tun? = Alarmnummer 110, wat kan ik voor u doen? Einen Rettungswagen bitte, schnell. = Een ambulance alstublieft, vlug! Wie ist Ihr Name? = Hoe is uw naam? Bastian Severins = Bastian Severins. Ein Unfall. Ein Auto und ein Fahrrad. = Een ongeluk. Een auto en een fiets. Wo ist es passiert? = Waar is het gebeurd? An der Hochstraße in Potsdam. = In de Hochstraße in Potsdam. Wie viel Verletzte gibt es? = Hoeveel gewonden zijn er? Ich glaube drei. = Drie, geloof ik. Ich schicke einen Rettungswagen und einen Notarzt. = Ik stuur een ambulance en een noodarts. Beeilen Sie sich! = Maak haast, alstublieft!
Ingezonden op 24-04-2014 - 2268x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
-
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!