Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Anna's lijsten
› 8 Duits examenbundel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Anna's lijsten
8 Duits examenbundel
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
veranstalten = organiseren wahren = behartigen, verdedigen bewältigen = verwerken; onder de knie krijgen bezichtigen = beschuldigen verabreichen = geven verschwenden = verspillen anordnen = rangschikken veranlassen = gelasten; ervoor zorgen die Abhilfe = de uitkomst die Tätigkeit = de bezigheid vorwegnehmen = vooruitlopen op; meteen noemen vorweisen = laten zien einstufen = indelen; classificeren verzichten auf = afzien van sich abfinden mit = zich neerleggen bij auslösen = in werking zetten wiederherstellen = repareren aufbegehren = in opstand komen verringern = verminderen prägen = slaan ausstatten = uitrusten beanspruchen = claimen die Nachahmung = de imitatie vortäuschen = veinzen; simuleren sich verstellen = doen alsof vorenthalten = niet geven; achterhouden einschüchtern = intimideren nötigen = dwingen; noodzaken entrümpeln = opruimen vertuschen = verdoezelen anprangern = aan de kaak stellen innehalten = even stoppen; onderbreken ergattern = op de kop tikken; in de wacht slepen bescheinigen = schriftelijk bevestigen einräumen = verlenen; toestaan erledigen = afhandelen beipflichten = instemmen; gelijk geven anlasten = aanwrijven; in de schoenen schuiven entziehen = afnemen begehen = vieren verlichten = erleichtern boeien = fesseln beperken = einschränken falen = versagen vernielen = zerstören ontruimen = räumen vegen = kehren verwijderen = entfernen schaden = beeinträchtigen opschepen met = aufhalsen stimuleren = fördern inrichten = gestalten verlenen = gewähren prikkelen = reizen ervoor zorgen = veranlassen Volgens mij kun je daaruit concluderen dat hij onschuldig is. = Ich glaube, daraus kann man schließen, dass er unschuldig ist. Als ik alles op een rijtje zet, kom ik maar tot één conclusie. = Wenn ich alles noch mal durchgehe, komme ich nur zu einer Schlussfolgerung. Op grond van de feiten moet ik wel tot die conclusie komen. = Auf Grund der Tatsachen muss ich wohl zu diesem Schluss kommen. Daaruit blijkt toch heel duidelijk dat hij schuldig is. = Daraus geht doch ganz deutlich hervor, dass er schuldig ist. Uit al die dingen maak ik op dat zij het niet kan zijn. = Aus all dem folgere ich, dass sie es nicht gewesen sein kann. Wil je dat vandaag nog doen? Er is namelijk haast bij. = Würdest du das bitte heute noch machen? Die Sache hat nämlich große Eile. Het is erg belangrijk dat dit zo snel mogelijk gebeurt. = Es ist sehr wichtig, dass dies so schnell wie möglich erledigt wird. Ik weet dat u het druk hebt, maar er is nogal haast bij. = Ich weiß, dass Sie viel zu tun haben, aber die Sache ist eilig. Kunt u er alstublieft voor zorgen dat dit vandaag nog op de post gaat? = Können Sie bitte dafür sorgen, dass dies heute noch auf die Post geht?
Ingezonden op 08-05-2014 - 1634x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
17-06-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!