Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Umizoomi's lijsten
› 5 Redemittel J
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Umizoomi's lijsten
5 Redemittel J
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wie sieht dein Zimmer aus? = Hoe ziet jouw kamer eruit? Ganz normal. Ich habe ein Bett, einen Sessel und einen großen Spiegel im Zimmer. = Heel gewoon. Ik heb een bed, een fauteuil en een grote spiegel in mijn kamer. Ich bekomme ein neues Schlafzimmer. Was soll ich alles kaufen? = Ik krijg een nieuwe slaapkamer. Wat moet ik allemaal kopen? Erst mal musst du moderne Farben für Zimmerdecke, Boden und Wände aussuchen. = Eerst moet je moderne kleuren voor het plafond, de vloer en de muren uitzoeken. Kannst du die Möbel mit mir runtertragen? = Kun jij de meubels met mij naar beneden dragen? Klar. Sollen wir den Lift nehmen oder willst du sie durch das Fenster reichen? = Natuurlijk. Wil je de lift nemen of wil je ze door het raam tillen? Die kleinen Sachen können wir die Treppe runtertragen. Die größeren Möbel reichen wir über den Balkon runter. = De kleine spullen kunnen we via de trap naar beneden dragen. De grotere meubels tillen we via het balkon naar beneden. Prima. Ich gehe schon mal mit dieser Lampe runter. Ich warte dann auf der Terrasse. = Prima. Ik ga alvast met deze lamp naar beneden. Ik wacht dan op het terras. Wo ist die Toilette? = Waar is het toilet? Im Flur, zweite Tür rechts. Op de gang, tweede deur rechts. = Und wo finde ich da das Licht? En waar vind ik daar het licht? Das findest du gleich links, beim Waschbecken. = Dat vind je meteen links, bij de wastafel. Was kann ich für dich tun? = Wat kan ik voor je doen? Kannst du das Regal mit mir aufhängen? = Kun jij dat rek met mij ophangen? Kein Thema. Soll ich dann auch gleich das Bild umhängen? = Geen probleem. Moet ik dan ook meteenhet schilderij ergens anders ophangen? Gerne. Aber warte, ich mache es zuerst sauber. = Graag. Maar wacht, ik maak het eerst schoon. Was machst du, wenn dein Computer aus ist? = Wat doe jij als je computer uit is? Dann beschäftige ich mich mit meinem Telefon. = Dan ben ik met mijn telefoon bezig. Kommst du nicht ohne deine Freunde aus? = Kun je niet zonder je vrienden? Nein, wenn nichts klingelt oder piept, dann fühle ich mich nicht wohl. = Nee, als er niets rinkelt of piept, dan voel ik me niet prettig. Weißt du, wie ich diesen Fernseher anmachen soll? = Weet jij hoe ik deze televisie aan moet doen? Bei mir ist am Fernseher unten ein Knopf. = Bij mij zit bij de televisie onder een knop. Und bei dir? = En bij jou? Ach ja, natürlich. So! = O ja, natuurlijk. Zo! Autsch, das ist aber sehr laut! Mach das Ding mal ein bisschen leiser, bitte. = Oei, dat is wel erg luid! Zet dat ding eens een beetje zachter alsjeblieft. Warum willst du dein Radio verkaufen? = Waarom wil je je radio verkopen? Ich höre eigentlich fast nie Radio. = Ik luister eigenlijk bijna nooit naar de radio. Und was soll es kosten? = En wat moet hij kosten? Für dich nur fünfzehn Euro! = Voor jou slechts vijftien euro!
Ingezonden op 27-05-2014 - 1247x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!