Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

grandes lignes voca lijsten

7 VOCA 7.1 T/M 7.3

Jaar 3 (vwo)

l’Hexagone = Europees Frankrijk
la filière = het profiel
le bac = het eindexamen
les études = de studie
la langue = de taal
le goût = de smaak, de voorliefde
le conseil de classe = de rapportvergadering
la matière = het schoolvak
la physique = natuurkunde
la chimie = scheikunde
les SVT, les sciences de la vie et de la terre = biologie
la philosophie = filosofie
la géographie = aardrijkskunde
 le dessin = tekenen
être content (e) de = tevreden zijn met
doué(e) = begaafd, talentvol
le tour du monde = de wereldreis
le métier = het beroep
l’avocat(e) = de advocaat, de advocate
l’architecte = de architect
le conseiller, la conseillère d'orientation = de decaan
rêver de = dromen over
déterminer = bepalen
hésiter = twijfelen
souhaiter = wensen
exprimer = uiten, uitspreken
préparer à = voorbereiden op
en avoir marre = er genoeg van hebben
le coiffeur, la coiffeuse = de kapper, de kapster
le médecin = de arts
l’instituteur, l’institutrice = de onderwijzer , de onderwijzeres
le pilote = de piloot
le pharmacien, la pharmacienne = de apotheker
l’archéologue = de archeoloog
le/la dentiste = de tandarts
l’entraîneur, l’entraîneuse = de trainer, de trainster
le/la psychologue = de psycholoog
le/la vétérinaire = de dierenarts
le chef d’entreprise = de bedrijfsleider, manager
l’agent immobilier = de makelaar
le comptable = de boehouder
le juge = de rechter
le rêveur = de dromer
l’imagination = de verbeelding
la persuasion = de overredingskracht
l’association = de vereniging
le fric = de poen, de centen
manquer = niet hebben, missen
résoudre = oplossen
correspondre à = overeenkomen met
rendre visite à = bezoeken
avoir du mal à = moeite hebben om
faire partie de = deel uitmaken van
être obligé(e) de = verplicht zijn om
grâce à = dankzij
il s’agit de = het gaat om
l’objet = het ding
le truc = het ding
le projet = het plan
l’avenir = de toekomst
la vue = het uitzicht
l’impression = de indruk
le désir = de wens, het verlangen 
la colère = de woede
la guerre = de oorlog
la famine = de hongersnood
le chômage = de werkloosheid
la pollution = de vervuiling 
l’insécurité = de onveiligheid
la délinquance = de criminaliteit
entier, entière = heel, geheel
honnête = eerlijk
impoli(e) = onbeleefd
raisonnable = redelijk
l’île = het eiland 
la plonguée = het duiken
la solitude = de eenzaamheid
voler = stelen, vliegen
passer le bac = eindexamen doen
imaginer = voorstellen
oser = durven
venir de (inf) = zojuist
souffrir = lijden
offrir = aanbieden

Ingezonden op 28-06-2014 - 749x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 01-07-2014.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

succes!

Vakken

grandes lignes voca lijsten

7 VOCA 7.1 T/M 7.3