Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Le petit Nicolas (Heilig-Hart, Heist-op-den-Berg)
› 4 La visite de mémé
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Le petit Nicolas (Heilig-Hart, Heist-op-den-Berg)
, deel 4
4 La visite de mémé
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
mémé = moemoe, oma aller chercher = gaan halen, oppikken en taxi = met de taxi dépenser = uitgeven une communication téléphonique = een telefoongesprek prévenir = waarschuwen un lapin = een konijn (hier : schat) faire un bisou = een kus geven une surprise = een verrassing une valise = een koffer à la consigne = bij het bagagedepot la gare = het station avoir honte = zich schamen un ange = een engel ne ... personne = niemand lourd = zwaar un gendre = een schoonzoon ressortir = opnieuw naar buiten gaan sans rien dire = zonder iets te zeggen avoir l’air fatigué = er moe uit zien se tromper = zich vergissen apporter = meebrengen une construction = een constructie, bouw- un jeu de l’oie = een ganzenbord un camion de pompiers = een brandweerwagen une toupie = een tol gâter = verwennen jamais de la vie = nooit van mijn leven ranger ses affaires = zijn spullen opruimen, op zijn plaats leggen un sofa = een sofa, zetel la chambre = de slaapkamer presque plus du tout = bijna helemaal niet meer souffrir = lijden n’est-ce pas, chéri = nietwaar, schat? le fauteuil = de zetel (voor 1 persoon) un jouet de bébé = een babyspeeltje marcher = werken étonné = verbaasd prêter = lenen le départ = het vertrek la lumière = het licht un poisson = een vis la mayonnaise = de mayonaise le canard = de eend les petits pois = de erwtjes le fromage = de kaas le gâteau = de taart reprendre = bijscheppen, nog nemen un bout = een stuk un voyage = een reis se coucher de bonne heure = vroeg gaan slapen le lendemain = de volgende dag se réveiller = wakker worden inquiet, inquiète = ongerust consulter = raadplegen se dépêcher = zich haasten ça fait une heure = dat is al een uur la salle de bains = de badkamer pressé = gehaast ne ... nulle part = nergens être en retard = te laat zijn d’ailleurs = trouwens l’intention = het voornemen désagréable = onaangenaam c’est toujours la même chose = het is altijd hetzelfde par contre = daarentegen par exemple = bijvoorbeeld laisser tranquille = gerust laten passer = doorgeven un rasoir = een scheermes le savon = de zeep dépêche-toi = haast je pâle = bleek tout de même = toch gronder = kijven, een standje geven se mêler = zich mengen regarder quelqu’un = iemand aangaan un drame = een drama souvent = vaak l’occasion (une) = de gelegenheid filer = ervandoor gaan rentrer = naar huis gaan / komen surtout = vooral faites comme si je n’étais pas là = doe alsof ik er niet ben
Ingezonden op 17-08-2014 - 1017x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!