Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Personeelsmanagement
› 3 Corporate communicatie COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Personeelsmanagement
, deel 1
3 Corporate communicatie COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Beeldmerk?= Ondedeel van het logo, naast het woordmerk. Ook wel vignet genoemd. Branded identiteit?= Indentiteitsstructuur waarbij een organisatie producten op de markt brengt die elk hun eigen merknaam hebben en in hun communicatie zelfstandig zijn. Corporate communicatie?= De communicatie waarbij de organisatie zelf centraal staat en die gericht is op de beeldvorming van de organisatie bij de belangrijkste stakeholders. Endorsed identiteit?= Identiteitsstructuur waarbij een organisatie een aantal merken voert en naast de individuele merknaam de corporate merknaam steeds communiceert. Huisstijldragers?= Object waarop elementen van de huisstijl worden afgebeeld. Huisstijlelementen?= Baissordelen van een huisstijl: naam/logo, kleurgebruik, typografie en beeldgebruik. Identiteit?= Wat de organisatie is en wat zij uitstraalt. Identiteitsstructuur?= De wijze waarop een organisatie haar merken wel of niet aan elkaar koppelt. Identity mix?= Combinatie van gedrag, communicatie en symboliek waarmee de organisatie haar persoonlijkheid uit. Imago?= Beeld dat publieksgroepen van de organisatie hebben. Logo?= Totaal van woord- en/of beeldmerk. Monolitische identiteit?= De organisatie voert een merk en huisstijl voor de gehele organisatie en al haar producten en diensten. Reputatie?= Geheel van de imago's bij de verschillende doel- en publieksgroepen door de jaren heen. Woordmerk?= Naam van een merk of organisatie in grafische vorm. Dit vormt samen met het beeldmerk het logo. Zelfbeeld?= Geheel van gedachten en waarderingen dat binnen een organisatie over de eigen organisatie bestaat. Gewenste identiteit?= Wat een organisatie wil zijn. Kernwaarden?= Centraal in de persoonlijkheid staan de kernwaarden. Welke formule is handig voor het toetsen van de kernwaarden?= BBT-formule. Waar staat de B voor in de BBT-formule?= Belofte Waar staar de 2e B voor in de BBT-formule?= Bewijs Waar staat de T voor in de BBT formule?= Toonzetting Symboliek?= Visuele identiteit, gaat over huisstijl, het logo, de site, de gebouwen, vlaggen, bedrijfskleding e.d. Uit welke voorwaarden voldoet een sterkte identiteit?= Sluit aan bij de kernactiviteiten en bij de organisatie als geheel, staat in lijn met de roots van een organisatie, is authentiek, onderscheidend en relevant, spreekt de interne en externe doelgroepen aan. Welke drie identiteitsstructuren worden er onderscheden?= Branded identiteit, endorsed identiteit, monolitische identiteit. Wat is het voordeel van branded identiteit?= Als een product flopt, heeft dit een beperkt risico voor het moederbedrijf. Wat is een nadeel van een branded indentiteit?= Losse merken profiteren niet van de naam van het moederbedrijf, marketingbudgetten lopen op omdat elk merk apart op de markt gezet moeten worden. Wat is parent visibility?= Zichtbaarheid van het moederbedrijf. Waarom is imago een ontvangersgebonden begrip?= Een organisatie heeft niet slechts een imago. Leveranciers kunnen een ander beeld van een organisatie hebben dan klanten. Op welke niveaus kan je een imago betrekken?= Productniveau, merkniveau, bedrijfsniveau, brancheniveau, landniveau, gebruikersniveau. Welke factoren kunnen het imago bepalen?= Eigen ervaring, informele, interpersoonlijke communicatie, berichten in de media, betaalde communicatie. Waar moet een organisatie goed voor zorgen?= Goede afstemming tussen gewenste identiteit en het gewenste imago, belangrijk dat deze elkaar zo dicht mogelijk benaderen. Wat scoort niet bij de doelgroepen?= Als een imago slechter is dan de indentiteit. Wanneer is er sprake van imagebuilding?= Als het imago beter is dan de identiteit. Hoe wordt een beeldmerk ook wel genoemd?= Vignet Welke waarden heeft een kleur?= Symbolische waarde, emotionele waarde, signaalwaarde. Wat is lettersoort?= De verschijningsvorm van een lettertype. Welke 5 fasen zijn er te onderscheiden bij het implementeren van een nieuwe huisstijl?= informatie en inventarisatie, programma van eisen, vormgeving en productie, introductie, bewaking. Noem een aantal voorbeelden van huisstijldragers?= Jaarverslag, visitekaartjes, nieuwsbrieven, website verpakking, pennen, advertenties, etalages. Wat zijn de 5 kerntaken van corporate communnicatie?= Dichten van de klof tussen indentiteit en het gewenste imago, lading geven aan de organisatie als merk, organiseren van de totale communicatie van de organisatie, organiseren van de totale communicatie van de organisatie, bepalen van de inhoudelijke rode draad en de centrale boodschap, bepalen van de visuele identiteit en zorgen voor een eenheid in vorm en uitstraling. Uit welke opbouw bestaat het basisplaan voor corporate communicatieplan?= analyse van de huidige situatie, analyse van de gewenste situatie, bijstellen van de identiteit, imago of positionering, corporate identity of communicatieaanpak, evaluatie.
Ingezonden op 26-08-2014 - 1446x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!