Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Personeelsmanagement
› 4 Specialismen in corporate communicatie COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Personeelsmanagement
, deel 1
4 Specialismen in corporate communicatie COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Actoren?= De belanghebbende partijen die bij een issue zijn betrokken. Arbeidsmarkt communicatie?= Communicatie met potentiële medewerkers en met organisaties die van belang zijn bij het aantrekken van nieuwe medewerkers. Arena-analyse?= Onderzoek naar het ''speelveld'' en naar de betrokken partijen. Factoren?= Zaken en ontwikkelingen die van invloed zijn op een organisatie. Financieel jaarverslag?= Rapportge van een organisatie over haar financieel-economische positie. Financiële communicatie?= Communicatie gericht op financiële doelgroepen. Geïntegreerde communicatie?= Vanuit een visie en aanpak de corporate, interne en marketingcommunicatie samensmeden tot een geheel. Issue?= Een maatschappelijk item waarbij voor- en tegenstanders betrokken zijn en dat in belangstelling staat van het publiek en de pers. Lobbyen?= Onderdeel van het public affairs-beleid, waarbij een organisatie gericht een relatie opbouwt en onderhoudt met personen die invloed kunnen uitoefenen op ontwikkelingen die voor de organisatie van belang zijn. Monitoring?= Het systematisch in kaart brengen van relevante ontwikkelingen. Overheidscommunicatie?= Openbaarmaking door de overheid van informatie die van belang kan zijn voor de burgers bij het vormen van een oordeel over het bestuur, de besluitvorming en de besluiten. Product recall?= Terugname van een product vanwege een mankement. Public affairs?= Belangenbehartiging op basis van het systematisch analyseren van de politiek-maatschappelijke omgeving gericht op het beïnvloeden van besluitvorminigsprocessen. Reputatiemanagement?= Het doelgericht en systematisch werken aan de goede naam en faam van een organisatie bij al haar stakeholders. Q&A-lijst?= Lijst met mogelijke vragen en de antwoorden daarop. Stakeholders? = Alle individuen, groeperingen en organisaties die bepalend zijn bij een voor de organisatie belangrijk onderwerp. Hoe kan een issue ontstaan?= Als bepaalde mensen vinden dat een organisatie of de overheid onvoldoende aan een probleem doet. Welke 5 fasen doorloopt een issue?= Geboorte, groei, volwassenheid, issuemoeheid, vervaging. Wat verstaan we onder geboorte bij een issue?= er ontstaan maatschappelijke vragen en onrust op kleine schaal. Wat verstaan we onder groei bij een issue?= Het issue krijgt media-aandacht. De media spelen een belangrijke rol bij het versnellen en vergroten van een issue. Wat verstaan we onder volwassenheid bij een issue?= Voor- en tegenstanders nemen een duidelijke positie in en online en offline vinden er discussies plaats. Wat verstaan we onder issuemoeheid bij een issue?= De aandacht in de media en de langstelling van het publiek neemt af. Wat verstaan we onder vervaging bij een issue?= Er is nauwelijks nog (media)aandacht voor. Wat is omgevingssensiviteit?= Organisaties zijn afhankelijk van actoren en factoren binnen hun omgeving. Daarom is het belangrijk om te weten wat er in die omgeving gebeurt of staat te gebeuren. Door welke 3 hoofdkenmerken wordt issuemanagement gekenmerkt?= Monitoring, organiseren, realiseren. Wat wordt er gedaan bij monitoring?= Het systematisch signaleren en in beeld brengen van de relevante ontwikkelingen. Welke 2 posities kan een organisatie innemen ten opzichte van een issue?= Defensief of assertief. Voor welke positie kiezen de meeste organisaties bij een issue?= defensieve opstelling. Wat doet een organisatie bij een defensieve opstelling?= Ze wachten af in de hoop dat het niet zo'n vaart zal lopen. Als issue toch over hen heenkomst, leggen ze een verklaring af en maken ze zo nodig hun excuses. Tussen welke 2 aanpakken kan een organisatie kiezen bij issuemanagement?= Tactische of een strategische aanpak. Wat doet een organisatie bij een tactische aanpak?= Zet organisatie eenmalig in omdat het voor het issue op dat specifieke moment belangrijk is. Wat heeft een strategische aanpak voor een kenmerk?= Gedurende een langere periode wordt gevolgd en niet verandert door een incident. Naar welke 3 P's wordt balans gezocht bij MVO?= People, planet, profit. Welke stappen komen aan bod bij Public Affairs?= Bepalen van het doel, bepalen van de actoren en factoren, bepalen van de boodschap, onderzoeken van de strategische allianties, zoeken naar het optimaal haalbare, implementeren van de strategie. Wat zijn de kenmerken van lobbyen?= Er is sprake van een poging tot beïnvloeding, er is sprake van een informele ambiance, de lobby is gericht op formele gezagsdragers. Wat is reputatiemanagement?= Het doelgericht en systematisch werken aan de goede naam en faam van ee organisatie bij al haar stakeholders. Welke stappen zijn er bij reputatiemanagement?= Bepaal de gewenste reputie, beschrijf de GAP, bekrachtig de interne organisatie, versterk de reputatie. Welke 5 zaken zijn er van belang op de reputatie te versterken bij de stakeholders?= zichtbaar, onderscheidend, consistent, transparant, authentiek. Wat is kenmerkend voor een crisis?= Een min of meer onverwachte situatie die snelle beslissingen vereist. Wat zijn de 3 vragen die je moet stellen bij een crisis?= Hoe omvangrijk is de crisis en wat zal de impact zijn op de organisatie? Is het wel een crsis van onze organisatie? Wat is ons doel, wat willen we bereiken? Welke strategieën zijn er bij een crisis?= Distantie bewaren, kansen keren, acceptatie door excuus en verbeteringen, underdog spelen. Uit welke acties bestaat een crisisplan?= Maak duidelijk wie woordvoerder is, bepaal wie lid is van het crisisteam, bepaal met wleke middelen je welke doelgroep het snelst kunt benaderen, stel goede adreslijsten op van interne betrokkenen en de pers, richt een centrale persruimte in, monitor de berichten op social media en reageer op feitelijke onjuistheden, regel een intern of extern callcenter voor telefonische vragen, zorg ervoor dat alle emails snel en correct worden beantwoord. Welke middelen worden er ingezet bij crisiscommunicatie voor de externe communicatie?= Persconferenties, persberichten, twitter, fb, google, open brief naar de media, beleggen van een bijeenkomst, berichten in lokale media, interviews, publieksinformatienummer, extra aandacht op de site of aparte pagina. Welke 2 fasen kent een evaluatie?= Meteen na afloop van de crisis ga je met alle betrokkene na wat goed ging en wat er niet optimaal verliep, ruim een maand na de crisis ga je aan de hand van de opmerkingen en het logboek kijken wat kan en moet worden bijgesteld in het crisisplan. Wie zijn vooral de financiële doelgroepen?= Particuliere beleggers, de banken en de managers van institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en investeringsfondsen. Welke taak heeft communicatie o.a. bij het realiseren van het financieel jaarverslag?= Adviseren over de te behandelen items, redigeren van teksten, selecteren van illustraties en foto's, bewaken van de huisstijl, zorgen voor aandacht voor de publicatie. Wat heeft arbeidsmarktcommunicatie op korte termijn als doel?= Het invullen van de vacatures. Wat heeft de arbeidsmarktcommunicatie op lange termijn als doel?= De organisatie te profileren als een goedew erkgever en in contact te komen met geschikte kandidaten. Welke middelen heb je voor arbeidsmarktcommunicatie?= Personeelsadvertentie, uitzendbureaus, eigen medewerkers, banenbeurzen/open dagen, vacaturesites, contacten met scholen, social media. Waar gaat het bij participatie om?= Processen waarbij een organisatie de interactie met relevante actoren en stakeholders organiseert en faciliteert om in dialoog en samenwerking maximaal gebruik te kunnen maken van elkaars expertise en ervaring. Kan participatie zowel intern als extern zijn? Ja Wat is het hoofddoel van participatie?= Het verkrijgen van begrip en draagvlak voor keuzes rondom het beleid, de strategie en de projecten van de organisatie. Wat zijn de 4 stappen in de participatiestrategie?= inventariseer de acotren, bepaal de invloed per actor, plan de participatie, voor de participatie uit. Tussen welke 4 posities maken we een onderscheid bij actoren?= Beïnvloeders, beslissers/bepalers, uitvoerders, gebruikers. Bij iedere groep onscheid je 4 participatieniveaus, welke zijn dit?= Meebepalen, meewerken, meedenken, meeweten.
Ingezonden op 26-08-2014 - 1423x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!