Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Personeelsmanagement
› 8 Interne en externe analyse COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Personeelsmanagement
, deel 1
8 Interne en externe analyse COMMUNICATIEBOEK WIL MICHELS
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Bechmarking?= Regelmatig vergelijken van de eigen prestaties met die van de toonaangevende concurrenten of van leidende organisaties in andere sectoren. DESTEP?= Factorenanalyse waarbij gekeken wordt naar relevante demografische, economische, sociale, technische, ecologische en publieke factoren. Marcroanalyse?= Analyse op het niveau van de hele maatschappij. Mesoanalyse?= Analyse op het niveau van de bedrijfstak of bedrijfssector. Mircoanalyse?= Analyse op het niveau van eigen organisatie. Missie?= Langetermijndoelen en de ambities van een organisatie in een door haar afgebakend werkterrein. Mission statement?= De basisfilosofie van een organisatie. Organisatiecultuur?= Geheel van waarden en normen die de leden van een organisatie gemeenschappelijk hebben. Organisatiestructuur?= De wijze waarop de organisatie functioneel is opgebouwd. Publieksgroepen?= Groepen waarmee de organisatie een relatie heeft en waarvan ze in bepaalde mate afhankelijk is. SWOT-analyse?= SWOT staat voor strengths, weaknesses, opportunities en threats. De analyse geeft inzich in relevante kansen of bedreigingen en in de sterke en zwakke punten van een onderneming. Visie?= Het referentiekader, de overtuiging en de opvattingen van een organisatie. Waar bestaat de micro-omgeving uit?= De interne invloeden die de organisatie in principe kan beheersen. De microanalyse valt onder de interne analyse. Wat onderzoek je bij Macroanalyse?= Demografische, economische, sociologische, technologische, ecologische en politieke factoren. Waar bestaat de visie uit?= Referentiekader, de overtuiging en de opvatting van de organisatie. De visie geeft de kijk op het leven en de maatschappij weer. De missie geeft het streven en de ambities van de organisatie weer in een door haar afgebakend werkterrein= Dit is juist. Welke keuze maak je bij het bepalen van de organisatiestructuur?= De mate van centralisatie, de mate van formalisatie, de mate van specialisatie. In welke 4 uitingen wordt de organisatiecultuur zichtbaar?= Waarden en normen, rituelen, helden, symbolen. Welke 4 leiderschapsstijlen kan je globaal onderscheiden?= Autoritaire stijl, consultatieve stijl, management by objectives, situationeel leiderschap. Wat is het kenmerk van autoritaire stijl?= Medewerkers hebben weinig tot geen invloed op de besluitvorming van het management. Wat is het kenmerk van consultatieve stijl?= Het management vraagt advies aan een aantal medewerkers, met name staf- en beleidsmedewerkers. Wat is het kenmerk van management by objectives?= Het management geeft vooral taakgerichte en motiverende informatie. Wat is het kenmerk van situationeel leiderschap?= Betekent dat manager zich aanpast aan wat er concreet gebeurt in de organisatie. Een handige methode voor een externe analyse op macroniveau is de DESTEP-analyse, wat bekijk je daar?= D demografische factoren, E economische factoren, S sociaal-culturele factoren, T technische factoren, E ecologische factoren, P politiek juridische factoren Welke publieksgroepen kan je onderscheiden bij de analyse op mesoniveau?= Algemene, politieke, financieel/economische publieksgroepen. Welke 3 marktvormen heb je globaal?= Monopolie, oligopolie, volledige mededinging. Wat verstaan we onder monopolie?= Een aanbieder bepaalt de markt (bijv. NS) Wat verstaan we onder oligopolie?= Enkele aanbieders op de markt actief (bijv. bankwereld). Wat verstaan we onder volledige mededinging?= Veel bedrijven op de markt actief die vergelijkbare producten aanbieden. Welke punten worden bekeken bij het vijfkrachtenmodel van Porter?= Bedreiging van potentiƫle toetreders, kracht van de afnemers, bedreiging van substituten, kracht van de aanbieders, concurrentie-intensiteit. Wat doet customer journey?= Brengt klantreis en klantbeleving in kaart.
Ingezonden op 27-08-2014 - 2083x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
31-08-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!