Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn en Grieks
› 0 Latijn woorden 400-500
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn en Grieks
, deel niks
0 Latijn woorden 400-500
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
casus=val; voorval ceterum=overegens civis=burger publicus=staats-; van het volk iudico=oordelen lux=licht ordo=rij; rang; orde velut=zoals; alsof sol=zon iuvenis=jongeman spatium=afstand; tijd longe=ver; veel; verreweg unda=golf; water quicumque=wie rapio=grijpen; roven eripio=wegrukken pauci=weinige colo=bebouwen; verzorgen; vereren litus=strand tristis=onvriendelijk; droevig patria=vaderland aurum=goud durus=hard servus=slaaf existimo=menen; schatten carmen=lied turba=verwarring; menigte nolo=niet willen victor=overwinnaar cursus=het hardlopen; loopbaan; koers solvo=losmaken; betalen desum=afwezig zijn occupo=bezetten sive=of indian; of tutus=veilig amitto=wegzenden; verliezen doceo=onderwijzen nosco=leren kennen saevus=woest felix=gelukkig; geluk quantus=hoe groot; zo groot als quantum=hoeveel; als efficio=tot stand brengen; bewerken exemplum=voorbeeld maneo=blijven; te wachten staan sentenia=mening; voorstel; spreuk mox=spoedig praesidium=bescherming; garnizoen honestus=aanzienlijk; eerlijk saxum=juist vero=inderdaad; maar gratus=aangenaam; dankbaar memoria=geheugen; herinnering mundus=heelal; wereld salus=redding; gezondheid; groet similis=gelijk aan; lijkend op tamquam=als het ware; alsof affero=ergens heen brengen; berichten auxilium=hulp; hulptroepen compono=bij elkaar brengen; samenstellen ventus=wind absum=afwezig zijn impono=plaatsen in; opleggen; ceterus=overig; overige species=aanblik; uiterlijk auris=oor umbra=schaduw; schim caedes=moord; bloedbad quoniam=omdat rursus=terug; opnieuw sumo=nemen magnitudo=grootte dominus=heer; heerser turpis=lelijk incipio=beginnen propter=dichtbij; wegens socius=bondgenoot exter=zich buiten bevinden; buitenlands extremus=uiterste; laatste opto=wensen votum=gebed; wens procul=op enige afstand; ver tempto=onderzoeken; proberen nondum=nog niet plebs=volk orbis=kring; cirkel puella=meisje quippe=immers clarus=helder; beroemd exigo=uitdrijven; eisen; voltooien impero=bevelen oppidum=stad sermo=gesprek; taal; preek qua=op welk manier; waarlangs disco=leren interficio=doden iugum=juk; bergrug lacrima=traan
Ingezonden op 28-08-2014 - 2581x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
31-08-2014
.
Waardering 9.6 (aantal stemmen: 4)
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!