Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange unit 1 (2e)
› 1 apprendre 1 t/m 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange unit 1 (2e)
, deel 1
1 apprendre 1 t/m 4
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'avion (m) = het vliegtuig le bateau = de boot le vélo = de fietst la moto = de motorfiets le camion = de vrachtauto le piéton = de voetganger la station de métro = het metrostation l'arrêt (m) = de halte l'aéroport (m) = het vliegveld monter dans = instappen changer = overstappen descendre de = uitstappen rouler = rijden prendre l'avion = het vliegtuig nemen, vliegen faire du vélo = fietsen aller à pied = lopen traverser = oversteken transporter = vervoeren conduire = rijden, besturen tomber en panne = pech krijgen le pneu = de band le casque = de helm la roue = het wiel le volant = het stuur partir en vacances = op vakantie gaan le magazine = het tijdschrift il veut = hij wil savoir = weten le moyen de transport = het vervoermiddel parmi = onder, bij le choix = de keus il faut = men moet, je moet partir = vertrekken tôt = vroeg il pleut = het regent rigolo = grappig coincé = bekneld, in de knel entier = heel, hele le sac de couchage = de slaapzak ne...jamais = nooit l'été (m) = de zomer être en grève = staken la grève = de staking sportif = sportief la nature = de natuur la randonnée = de tocht le rêve = de droom C'est mon grand rêve. = Het is mijn grote droom. J'ai des parents sportifs. = Ik heb sportieve ouders. Nous avons une voiture française. = Wij hebben een Franse auto. J'ai deux petites soeurs. = Ik heb twee kleine zusjes. La voiture de ma mère est verte. = De auto van mijn moeder is groen. jeune (voor zelf. nw) = jong (voor zelf. nw) joli (voor zelf. nw) = leuk, mooi (voor zelf. nw) beau (voor zelf. nw) = mooi (voor zelf. nw) vieux (voor zelf. nw) = oud (voor zelf. nw) petit (voor zelf. nw) = klein (voor zelf. nw) gros (voor zelf. nw) = dik (voor zelf. nw) premier (voor zelf. nw) = eerste (voor zelf. nw) grand (voor zelf. nw) = groot (voor zelf. nw) long (voor zelf. nw) = lang (voor zelf. nw) nouveau (voor zelf. nw) = nieuw (voor zelf. nw) bon (voor zelf. nw) = goed (voor zelf. nw) mauvais (voor zelf. nw) = slecht (voor zelf. nw) haut (voor zelf. nw) = hoog (voor zelf. nw) Je moet overstappen. = Il faut changer. Het is een rechtstreekse lijn. = C'est une ligne directe. Richting Pont de Sèvres. = Direction Pont de Sèvres. Een carnet, alstublieft. = Un carnet, s'il vous plaît. We kunnen de bus nemen. = On peut prendre le bus. Je kunt de 32 nemen. = Tu peux prendre le 32. Je stapt uit bij halte... = Tu descends à l'arrêt... Waar is de halte? = Où est l'arrêt?
Ingezonden op 31-08-2014 - 734x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!