Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
random duits woordjes
› 65 woordjes 1-65
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
random duits woordjes
65 woordjes 1-65
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1. sogar = zelfs 2. demnach = dus 3. nahezu ; fast = bijna 4. ähnlich = soortgelijk, dergelijk 5. zwar = wel(iswaar) 6. etwa = bijvoorbeeld 7. die Aussage = de uitspraak 8. außerdem; zudem = bovendien 9. vermitteln = bemiddelen ; overdragen 10. enthalten = bevatten 11. die Daten = de gegevens 12. nur = maar; slechts 13. gerade = juist ; net 14. leider = helaas 15. ersetzen = vervangen 16. fordern = eisen 17. stattdessen = in plaats daarvan 18. dennoch = toch 19. aber = maar ; echter 20. trotzdem = desondanks 21. also = dus 22. nach wie vor = nog steeds 23. jedoch = echter 24. zum Beispiel = bijvoorbeeld 25. wenn = als 26.die Bedingung = de voorwaarde 27.die Erkenntnis = het inzicht 28. fördern = bevorderen, steunen 29.die Ernährung = de voeding 30. der Erfolg = het succes 31. die Schlussfolgerung = de conclusie 32. der Absatz = de alinea 33. zeigen = tonen, laten zien 34. entsprechen = overeenkomen met 35. kurzfristig = op korte termijn 36. versprechen = beloven 37. bestätigen = bevestigen 38. bald = spoedig 39. endgültig= definitief 40 die Entscheidung =de beslissing 41. vielleicht = misschien 42. sondern = maar 43. der Verfasser = de schrijver 44. damit = zodat, opdat 45. dagegen = daarentegen 46. allerdings = echter 47. ehe = voordat 48. die Tasache = het feit 49. der Satz = de zin 50. der Zweck = het doel 51. die Bedeutung = de betekenis 52. begründen = motiveren, redenen geven 53. die Bestätigung = de bevestiging 54. sich beziehen auf = slaan op 55. verwenden = gebruiken 56. schließen aus = concluderen uit 57. speichern = opslaan (bv. op de computer) 58. die Datei = het computerbestand 59. die Ausnahme = de uitzondering 60. vor = geleden 61. obwohl = hoewel 62. deshalb, deswegen = daarom 63. entweder … oder = of … of 64. überhaupt = eigenlijk 65. ja = immers
Ingezonden op 08-09-2014 - 1495x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!