Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ahora!
› 2 vocabulario unidad 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ahora!
, deel 2
2 vocabulario unidad 2
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
lo que hacemos cada día=wat we elke dag doen despertarse {[ie]}=wakker worden levantarse muy pronto =heel vroeg opstaan ducharse =zich douchen lavarse =zich wassen ir al baño =naar de badkamer gaan afeitarse =zich scheren vestirse {[i]} =zich aankleden arreglarse =zich opmaken perfumarse =zich perfumeren peinarse =zijn haar kammen el cepillo para el pelo =de haarborstel el cepillo para los dientes =de tandenborstel preparar el desayuno =het onbijt klaarmaken escuchar la radio =naar de radio luisteren desayunar =ontbijten hacer las camas =de bedden opmaken ir a clase =naar de les gaan ir a la universidad =naar de universiteit gaan tener clase =les hebben salir a la calle =naar buiten gaan salir a trabajar =naar het werk vertrekken coger el coche= de auto nemen coger el tren =de trein nemen ir a pie =te voet gaan ir en bici =met de fiets gaan poner la mesa =de tafel dekken recoger la mesa =de tafel afruimen comer =eten {(‘s middags)} fregar {[ie]} los platos= de afwas doen acabar el trabajo =stoppen met werken limpiar la casa= het huis schoonmaken arreglar la casa =het huis opruimen limpiar las ventanas =de ramen kuisen lavar la ropa =de was doen pasar la aspiradora =stofzuigen volver {[ue]} a casa =naar huis gaan volver a + inf {[ue]} =iets opnieuw doen volver a trabajar{ [ue]} = opnieuw beginnen met werken cenar =eten {(‘s avonds)} acostarse {[ue]} tarde laat gaan slapen escuchar música= naar muziek luisteren cantar =zingen las canciones =de liedjes tocar el piano =piano spelen tocar la guitarra =gitaar spelen ir a un concierto =naar een concert gaan ir al teatro =naar het theater gaan ir a la ópera =naar de opera gaan ver la tele =naar TV kijken leer un libro =een boek lezen leer novelas =romans lezen leer el periódico= de krant lezen leer revistas =tijdschriften lezen leer tebeos =tekenverhalen lezen visitar un museo =een museum bezoeken viajar =reizen salir con amigos =uitgaan met vrienden salir a cenar =uit eten gaan (‘s avonds) salir a comer= uit eten gaan (‘s middags) ir de copas =pinten gaan pakken pasear =wandelen quedarse en casa =thuis blijven no hacer nada =niets doen siempre= altijd casi siempre =bijna altijd todos los días= elke dag cada día= elke dag casi todos los días= bijna elke dag muy a menudo =zeer vaak frecuentemente =vaak de vez en cuando =soms {lang} a veces =soms {kort} nunca =nooit primero =eerst luego= dan después =daarna finalmente =uiteindelijk Momento= Moment hoy =vandaag mañana =morgen esta tarde =deze namiddag por la tarde =‘s namiddags antes =vooraf antes de las nueve =voor 9 uur después de las ocho= na 8 uur ayer= gisteren anteayer =eergisteren ayer por la mañana =gisterenmorgen mañana por la tarde =morgenmiddag pasado mañana= overmorgen entre las seis y las siete = tussen 6 en 7 de cuatro a ocho =van 4 tot 8 hasta las nueve =tot 9 uur
Ingezonden op 09-09-2014 - 756x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
10-09-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!