Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
random duits woordjes
› 95 36-95
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
random duits woordjes
, deel 3
95 36-95
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
36. versprechen = beloven 37. bestätigen = bevestigen 38. bald = spoedig 39. endgültig= definitief 40 die Entscheidung =de beslissing 41. vielleicht = misschien 42. sondern = maar 43. der Verfasser = de schrijver 44. damit = zodat, opdat 45. dagegen = daarentegen 46. allerdings = echter 47. ehe = voordat 48. die Tasache = het feit 49. der Satz = de zin 50. der Zweck = het doel 51. die Bedeutung = de betekenis 52. begründen = motiveren, redenen geven 53. die Bestätigung = de bevestiging 54. sich beziehen auf = slaan op 55. verwenden = gebruiken 56. schließen aus = concluderen uit 57. speichern = opslaan (bv. op de computer) 58. die Datei = het computerbestand 59. die Ausnahme = de uitzondering 60. vor = geleden 61. obwohl = hoewel 62. deshalb, deswegen = daarom 63. entweder … oder = of … of 64. überhaupt = eigenlijk 65. ja = immers 66. damals = toen, destijds 67. erst = pas 68. indem = doordat 69. freilich = echter 70. schließlich = tenslotte 71. die Einschränkung,die Beschränkung = de beperking 72. das Ergebnis = het resultaat 73. die Zeile = de regel 74. heißen = betekenen 75. die Rede sein von = sprake zijn van 76. die Bahn = de spoorwegen 77 die Bildung = de vorming ; het onderwijs 78 die Zinsen = de rente 79. der Sieg = de overwinning 80. die Genehmigung = de vergunning, de toestemming 81. in Bezug auf = met betrekking tot 82. es sei denn = tenzij 83. der Vorschlag = het voorstel 84. die Erläuterung = de toelichting 85. neulich, kürzlich = onlangs 86. der Vertreter = de vertegen-woordiger; de vervanger 87. während = terwijl 88. falls = als, voor het geval dat 89. weil = omdat 90. daher = vandaar, daarom 91. die Voraussetzung = de voorwaarde 92. die Ansicht = de mening 93. sich zeigen = blijken 94. stimmen = kloppen, juist zijn 95. zutreffen = kloppen, juist zijn
Ingezonden op 09-09-2014 - 1398x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!