Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ahora!
› 6 UNIDAD 6: ¿ CÓMO ES TU FAMILIA?
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ahora!
6 UNIDAD 6: ¿ CÓMO ES TU FAMILIA?
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
el árbol genealógico= de stamboom la familia =het gezin {/ de familie} una familia numerosa =een kroostrijk gezin el padre =de vader la madre =de moeder los padres =de ouders un hermano =een broer una hermana =een zus los hermanos =de broers en zussen un hijo =een zoon una hija= een dochter tener hijos =kinderen hebben el hijo mayor =de oudste zoon la hija mayor =de oudste dochter el hijo más joven= de jongste zoon la hija más joven= de jongste dochter ser hijo{/a} único{/a} =enig kind zijn un niño =een kind {mannelijk} una niña =een kind {vrouwelijk} el marido =de man, el esposo=de echtgenoot la mujer=de vrouw, la esposa =de echtgenote el abuelo=de grootvader la abuela=de oma los abuelos=de grootouders por parte de la madre=langs moederskant por parte del padre =langs vaderskant el nieto =de kleinzoon la nieta =de kleindochter los nietos =de kleinkinderen el suegro =de schoonvader la suegra =de schoonmoeder los suegros= de schoonouders el yerno =de schoonzoon la nuera =de schoondochter el cuñado =de schoonbroer la cuñada= de schoonzus los cuñados =de schoonzussen en schoonbroers un primo = neef { kozijn mannelijk} una prima =een nicht {kozijn vrouwelijk} un sobrino =een neef una sobrina =een nicht un tío =een oom una tía =een tante el padrastro =de stiefvader la madrastra =de stiefmoeder el hermanastro =de stiefbroer la hermanastra =de stiefzuster 2. Los estados civiles estar muerto =dood zijn vivir juntos =samenwonen estar enamorado= verliefd zijn describir a alguien =iemand beschrijven El físico =Het uiterlijk Llevar gafas=een bril dragen Llevar lentillas=lenzen dragen Llevar barba=een baard hebben Llevar bigote =een snor hebben Ser gordo=dik zijn Ser delgado=slank zijn Ser rubio=blond zijn Ser moreno=donkerbruin haar hebben Ser alto=groot zijn Ser bajo=klein zijn Ser calvo=kaal zijn Tener el pelo corto=kort haar hebben Tener el pelo largo =lang haar hebben Tener el pelo moreno=donkerbruin haar hebben Tener el pelo rubio=blond zijn Tener el pelo castaño=bruin haar hebben Tener el pelo gris=grijs haar hebben Tener el pelo rizado= gekruld haar hebben Tener los ojos verdes=groene ogen hebben Tener los ojos azules=blauwe ogen hebben Tener los ojos marrones=bruine ogen hebben Tener los ojos negros =zwarte ogen hebben El carácter {(ser)}= Het karakter { (zijn)} simpático= sympathiek antipático= antipathiek amable=vriendelijk comprensivo= begrijpend paciente=geduldig impaciente= ongeduldig exigente= veeleisend autoritario= autoritair dulce= lief perezoso= lui dinámico= dynamisch sincero= eerlijk mentiroso= leugenachtig romántico= romantisch abierto= open, eerlijk flexible=flexibel despistado= verstrooid divertido= leuk soso= saai interesante= interessant inteligente= intelligent tonto= dom aburrido= vervelend malo= slecht bueno, buena goed tener sentido del humor =humoristisch zijn sabe lo que quiere= hij weet wat zij wil todavía =nog todavía no= nog niet ya =reeds, al ya no =niet meer
Ingezonden op 10-09-2014 - 818x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!