Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Latijn-Disco
› 568 kso
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Latijn-Disco
568 kso
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
5 femina = vrouw cur = waarom sacrum = offer facere = 1 doen 2 maken praeferre = verkiezen (boven + dat.) genus = afkomst; geslacht mv genus = genera avus = grootvader gens = volk mv gens = gentes coniunx= 1 echtgenoot 2 echtgenote mv coniunx = coniuges ubique = overal septem = zeven filius = zoon fortuna = het lot numquam = nooit noc_ere = schaden noc_ere + = dat. tantum = slechts duo = twee liberi = kinderen tamquam = als het ware ideo = daarom suad_ere = aanraden pare_re = gehoorzamen (aan) par_ere + = dat. lacrimare = huilen dubitare = aarzelen telum = pijl; werpspies mittere = zenden cadere = vallen; dood neervallen frustra = tevergeefs quinque = vijf necare = doden protegere = beschermen desinere = ophouden relinquere = verlaten; achterlaten; overlaten parcere = sparen parcere + = dat. rogare = vragen iam = al; reeds non iam = niet meer paulatim = geleidelijk; langzaamaan saxum = rots patria = vaderland etiam = zelfs; ook aliquando = soms lacrima = traan 6 circumspicere = rondkijken vestigium = (voet)spoor horr_ere = huiveren invenire = vinden oculus = oog compl_ere = vullen accidere = gebeuren accidit = pf accidere pf accidere = accidit exspectare= afwachten ; wachten op -ne = achtervoegsel ; sluit zich aan bij het eerste woord van de vraagzin; niet vertalen parentes = ouders mv parentes = parentes parui = pf parere pf parere = parui pf relinquere = reliqui reliqui = pf relinquere parere = gehoorzamen relinquere = verlaten; achterlaten veni = pf venire pf venire = veni venire = komen sero = te laat mors = (de) dood acc. mors = mortem culpa = schuld tollere = optillen sustuli = pf tollere pf tollere = sustuli osculum = kus gladius = zwaard dedi = pf dare adii = pf adire dare = geven adire = gaan naar pf dare = dedi pf adire = adii quaerere = zoeken iac_ere = liggen vocare = roepen fui = pf esse pf esse = fui causa = reden; oorzaak fugi = pf fugere pf fugere = fui aspicere = aanschouwen; zien pf respondere = respondi pf trahere = traxi pf dicere = dixi pf vetare = vetui respondi = pf respondere nec = en niet traxi = pf trahere dixi = pf dicere vetui = pf vetare fugere = vluchten vetare = verbieden amor = liefde mv amor = amores sepulcrum = graf condere = (ver)bergen 8a Graecus = Griek aedificare = bouwen vir = man mv vir = viri groep vir = 2 compl_ere = vullen in = in; op in + = abl. ora = kust pro = voor pro + = abl. Troia = Troje a(b) = van(af) (ab voor klinker of h) a(b) + = abl. navigare = varen prope = dichtbij prope + = acc. occultare = verbergen Troianus = Trojaan de = vanaf de + = abl. murus = muur spectare = kijken navis = schip mv navis = naves modo = slechts cito = snel woordsoort cito = bijw. porta = poort aperui = pf aperire pf aperire = aperui aperire = openen e(x) = 1 uit 2 sinds (ex voor klinker of h) e(x) + = abl. currere = rennen cucurri = pf currere pf currere = cucurri alii ... alii = sommigen ... anderen flamma = vlam; vuur del_ere = vernietigen urbs = stad mv urbs = urbes cum = (samen) met cum + = abl. ut = zodra ut + = pf credere + = dat. credere = geloven; vertrouwen et ... et = zowel ... als donum = geschenk dolus = list car_ere + = abl. car_ere = vrij zijn van; missen credidi = pf credere pf credere = credidi 8b acc. Aeneas = Aeneam groep Aeneas = groep 1; 1; groep een Aeneas = Aeneas somnus = slaap appar_ere = verschijnen hostis = vijand mv hostis = hostes hab_ere = hebben; houden arma = wapens groep arma = groep 2; 2; groep twee Penates = Penaten groep Penates = groep 3; groep drie; 3 auxilium = hulp condere = 1 (op)bergen 2 stichten lectus = bed surgere = oprijzen; opstaan surrexi = pf surgere pf surgere = surrexi pf ire = ii ii = pf ire ire = gaan istare + = dat. instare = achterna zitten via = weg; straat mv clamor = clamores clamor = geschreeuw; kreet capere = nemen cepi = pf capere pf capere = cepi turba = menigte ad = 1 naar; tot aan 2 bij (bij ww van rust) ad + = acc. horrere = huiveren horrui = pf horrere pf statuere = statui pf horrere = horui statui = pf statuere regia = paleis ara = altaar statuere = besluiten
Ingezonden op 10-09-2014 - 879x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
11-09-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!