Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Team Deutsch !
› 14 19 in der Stadt
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Team Deutsch !
14 19 in der Stadt
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
in der Stadt = in de stad das Gebäude = het gebouw das Rathaus = het stadhuis die Post = de post der Bahnhof(''e) = het Station die Bank(en) = de bank (geldzaken) die Bank(''e) = de bank (meubel) die Bücherei(en) = de bibliotheek das Museum (Museen) = het museum das Theater = het theater die Pizzeria(s) = de pizzeria der Supermarkt(''e) = de Supermarkt der Sportplatz(''e) = de sportplaats das Schwimmbad(''er) = het zwembad die Fahrkarte(n) = het ov-kaartje das Formular(e) = het formulier lernen (hat gelernt) = leren essen (isst, hat gegessen) = eten schwimmen (schwimmt, hat geschwommen) = zwemmen Sport machen (gemacht) = (aan) sport doen Sport treiben (getrieben) = (aan) sport doen telefonieren (hat telefoniert) = opbellen (ein)kaufen (hat gekauft) = (in)kopen lesen (liest, hat gelesen) = lezen treffen (trifft, hat getroffen) = ontmoeten, treffen ausfüllen (füllt aus, hat ausgefüllt) = invullen Geld wechseln (hat gewechselt) = geld wisselen (an)sehen (sieht an, hat angesehen) = (be)kijken beten (hat gebetet) = bidden heiraten (hat geheiratet) = trouwen Entschuldigung = pardon, neemt u me niet kwalijk Wie komme ich zum/zur = Hoe kom ik bij die Haltestelle(n) = de halte die S-Bahn(en) = de sneltram einsteigen (steigt ein, ist eingestiegen) = instappen umsteigen = overstappen aussteigen = uitstappen vorbeigehen an (+dat) (geht vorbei an, ist vorbeigegangen an) = langs ... gaan Gehen Sie an der Post vorbei = Loopt u langs het postkantoor zu Fu'b gehen = lopen geradeaus = rechtdoor durch (+akk) = door der Park = het park mitten in (dat) = midden in Das Museum ist mitten im Park = Het Museum is midden in het park gleich = meteen, direct Die Post is hier gleich an der Ecke = Het postkantoor is hier direct om de hoek nächste, nächster, nächstes = volgende die Kreuzung(en) = het kruispunt an der nächsten Kreuzung = op het volgende kruispunt die Brücke(n) = de brug Fahren Sie über die Brücke = Rijdt u over de brug die Ampel(en) = het stoplicht
Ingezonden op 11-09-2014 - 1528x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!