Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cursus Spaans - Zuid Amerika
› 2 les 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cursus Spaans - Zuid Amerika
2 les 2
Jaar 1 (praktijkonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
buenos dias = goedendag buenas tardes = goedemiddag buenas noches = goedenavond hola = hoi como esta usted = hoe gaat het met u muy bien, gracias = heel goed, dank u y usted = en met u se encuentra bien = voelt ze zich goed como esta la senora carmen = hoe gaat het met mevrouw carmen que tal = hoe gaat het met je que te pasa = wat is er met je aan de hand cuanto tiempe sin verte = wat is het lang geleden dat ik je gezien heb adios, hasta mañana = dag, tot morgen hasta luego = tot straks hasta pronto = tot zo hasta el viernes = tot vrijdag como se llama usted = wat is uw naam carlos, te presento a maria = carlos, ik stel je voor aan maria encantado = zeer aangenaam met u kennis te maken mucho gusto = heel fijn kennis te maken adelante = kom binnen felicidades = gefeliciteerd que lo pase usted bien = het ga u goed que lo pases bien = het ga je geod igualmente = hetzelfde por favor = alstublieft (om iets te vragen) tenga = alstublieft (om iets te geven) perdon = sorry, pardon disculpe = excuses muchas gracias = hartelijk dank de nada = graag gedaan me llamo = ik heet te llamas = jij heet se llama = hij/zij heet nos llamamos = wij heten se llaman = jullie heten, zij heten todo el año = het hele jaar la semana = de week el mes = de maand los dias laborables = de werkdagen los dias festivos = de feestdagen lunes = maandag martes = dinsdag miercoles = woensdag jueves = donderdag viernes = vrijdag sabado = zaterdag domingo = zondag el descanso = de rust, de pauze enero = januari febrero = februari marzo = maart abril = april mayo = mei junio = juni julio = juli agosto = augustus septiembre = september octubre = oktober noviembre = november diciembre = december hoy = vandaag mañana = morgen pasado mañana = overmorgen ayer = gister anteayer = eergisteren la fecha = de datum los estaciones = de jaargetijden la primavera = de lente el verano = de zomer el otoño = de herfst el invierno = de winter cero = 0 uno = 1 dos = 2 tres = 3 cuatro = 4 cinco = 5 seis = 6 siete = 7 ocho = 8 nueve = 9 diez = 10 once = 11 doce = 12 trece = 13 catorce = 14 quince = 15 dieciseis = 16 diecisiete = 17 dieciocho = 18 diecinueve = 19 veinte = 20 veintiuno = 21 veintidos = 22 treinta = 30 treinta y uno = 31 cuarenta = 40 cincuenta = 50 sesenta = 60 setenta = 70 ochenta = 80 noventa = 90 cien = 100 ciento uno = 101 ciento veinte = 120 doscientos = 200 trescientos = 300 cuatrocientos = 400 quinientos = 500 seiscientos = 600 setecientos = 700 ochocientos = 800 novecientos = 900 mil = 1000 dos mil = 2000 un millon = 1 miljoen dos millones = 2 miljoen un billon = 1 biljoen primero = eerste segundo = tweede tercero = derde cuarto = vierde quinto = vijfde sexto = zesde septimo = zevende octavo = achtste noveno = negende decimo = tiende tener = hebben tener que = moeten tener sueño = slaap hebben tener sed = dorst hebben tener prisa = haast hebben tener frio = koud hebben tener miedo = angst hebben tener ganas de = zin hebben om tener hambre = honger hebben tener calor = warm hebben tener cuidado = oppassen tener razon = gelijk hebben tengo = ik heb tienes = jij hebt tiene = hij heeft tenemos = wij hebben tienen = zij hebben tuve = ik had tuviste = jij had tuvo = hij had tuvimos = wij hadden tuvieron = zij hadden tenia = ik had (imperfecto) tenias = jij had (imperfecto) tenia = hij had (imperfecto) teniamos = wij hadden (imperfecto) tenian = zij hadden (imperfecto) tendre = ik zal hebben tendras = jij zult hebben tendra = hij zal hebben tendremos = wij zullen hebben tendran = zij zullen hebben teniendo = aan het hebben tenido = heb gehad correos = postkantoor el perro = de hond el gato = de kat el accidente = het ongeluk el tren = de trein el apartemento = het appartement el diccionario = het woordenboek el dolor de cabeza = de hoofdpijn organizar = organiseren comer = eten rapido = snel la mano = de hand el clima maritimo = het zeeklimaat la bicicleta = de fiets el pelo = het haar la piel = de huid cerradas = gesloten cuadrada = vierkant redonda = rond pesado = zwaar, vervelend borracho = dronken el mundo = de wereld maduro = rijp el tomate = de tomaat
Ingezonden op 21-09-2014 - 826x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
05-10-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!