Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
HCE Engels
› 135 -
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
HCE Engels
135 -
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
to recuperate = herstellen to inoculate = inenten to benefit = goed doen to alleviate = verlichten agony = ondraaglijke pijn cardiac arrest = hartstilstand obesity = zwaarlijvigheid paralysis = verlamming contagious = besmettelijk to neglect = verwaarlozen to monitor = controleren disabled = invalide deformed = mismaakt retarded = zwakbegaafd pathological = ziekelijk; abnormaal to shiver = rillen to vomit = overgeven to pant = hijgen to digest = verteren to moan = kreunen to suffocate = stikken intoxicated = onder invloed to go into rehab = afkicken ward = zaal; ziekenhuiszaal feeble = zwak kidney = nier germ = bacterie sedative = kalmeringsmiddel to soothe = verzachten prescription = recept to administer = toedienen numb = verstijfd; verdoofd lethal = dodelijk; zeer gevaarlijk malignant = kwaadaardig contaminated = besmet morbid = ziekelijk incurable = ongeneeslijk to subject to = onderwerpen aan guinea pig = proefkonijn to regain = terugkrijgen geestelijk gezond = sane druk = strain huisarts = GP; General Practitioner raadplegen = to consult eerste hulp = first aid ziektekostenverzekering = health insurance flauwvallen = to faint in elkaar zakken = to collapse ziek worden = to fall ill hoesten = to cough verstuiken = to sprain ziekte = disease wond = injury herstellen = to recover lijnen = to slim spouse = echtgenoot; echtgenote offspring = kroost; kinderen sibling = zus; broer infant = klein kind youth = jongen; jongeman elderly = bejaarden ancestor = voorouder posterity = nageslacht hereditary = erfelijk humanity = mensheid to descend from = afstammen van tribe = stam ally = bondgenoot associate = relatie guardian = voogd to rear = opvoeden; grootbrengen to shack up = samenwonen to fancy = verliefd zijn op marital = huwelijks; huwelijkse matrimony = huwelijk alimony = alimentatie womanizer = rokkenjager adultery = overspel bigamy = bigamie; gelijktijdig getrouwd zijn met 2 personen single = alleenstaand gap = kloof row = ruzie to maintain = onderhouden affection = genegenheid faithful = trouw to age = ouder worden to resemble = lijken op familiar = bekend guestroom = logeerkamer coffin = doodskist deceased = overledene bereavement = sterfgeval; verlies van een dierbare obituary = overlijdensbericht cemetery = kerkhof orphan = wees kennis = acquaintance kennismaken met = to make acquaintance verkering hebben = to date verloofd = engaged uitmaken = to split up vrijgezel = bachelor weduwe = widow collega = colleague opvoeden = to raise passen op = to look after delen = to share worden = to turn {leeftijd} puber = adolescent minderjarige = minor mensheid = mankind thorough = grondig profound = grondig; vergaand entire = heel brief = kort substantial = flink; aanzienlijk elaborate; comprehensive = uitgebreid abundance = overvloed lavish = overdadig; buitensporig numerous = talrijk huge; vast = enorm untold = ongekend; onmetelijk merely = alleen; slechts negligible = verwaarloosbaar narrow = smal gorgeous = prachtig bleak = troosteloos trivial = onbelangrijk superficial = oppervlakkig moderate = matig superfluous = overbodig incoherent = onsamenhangend plausible = aannemelijk appropriate = gepast; geschikt outrageous = schandalig atrocious = vreselijk; zeer slecht hideous = afgrijselijk harsh = streng poignant = schrijnend; droevig virtually = vrijwel; praktisch rapid; swift = snel to surpass = overtreffen increasingly = steeds meer invariably = altijd potential = mogelijk consistently = consequent; steeds genuine = echt distinct = verschillend onvermijdelijk = inevitable veelvoorkomend = common uitgebreid = extensive aanzienlijk = considerable boeiend = fascinating uitzonderlijk = exceptional terecht = just weinig = little {enkelvoud} weinig = few {meervoud} meerderheid = majority minderheid = minority geschikt = suitable zoals het hoort = properly streng = severe dankbaar = rewarding
Ingezonden op 23-09-2014 - 690x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!