Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Nieuw Nederlands 5 havo woordenschat
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Nieuw Nederlands 5 havo woordenschat
, deel 4
hoofdstuk 1
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Correlatie =Verband waarbij dingen elkaar direct beïnvloeden Depressie= Psychische stoornis met als symptoom o.a. ernstige somberheid Desinteresse= Gebrek aan belangstelling Frustreren =Moeilijk maken; dwarsbomen; teleurstellen Gefixeerd =Heel erg gericht (op) ; in de ban (van) Gekrenkt =Beledigd; geestelijk pijn gedaan Interactie =Het steeds op elkaar reageren; wisselwerking Koesteren =Met liefde behandelen en beschermen Neuronen =Zenuwcellen Prikkel =Reactie van zenuwen of zintuigen op iets; aanzet tot actie Psychofarmaca =Medicamenten voor de behandeling van geestelijke ziekten Tragiek =Treurige omstandigheid Waandenkbeeld =Gedachte of idee die men ten onrechte voor waar houdt Zelfkastijding =Zichzelf kwellen of pijn doen Autochtone =Oorspronkelijke bewoners/ uit dit land afkomstig Asiel =Bescherming verleend aan mensen die in hun eigen land vervolgd worden Relatief =Betrekkelijk Migratie =Verhuizing naar een ander gebied of land Boerkaverbod =Verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding Fundamentalisme =Ideologie of beweging die zich baseert op strenge regels Remigreren =Terugkeren naar geboorteland Land van herkomst =Geboorteland Integratie =Inburgering in nieuw land waarbij je deel neemt aan de samenleving Participatie= Meedoen aan iets; deelname Multiculturele samenleving= Land waar mensen van verschillende afkomst samenwonen en verschillen als verijkend worden beschouwd Dilemma= Moeilijke keuze tussen twee mogelijkheden die beide nadelen hebben Pluriforme= Veelvormig ; niet uniform Tolerantie= Verdraagzaamheid Solidariteit= Saamhorigheid Zich conformeren aan= Eenzelfde standpunt innemen; eenzelfde gedragslijn volgen Andersdenkenden =Mensen die totaal andere ideeën , geloofsovertuigingen en/of politieke opvattingen hebben Moraal =Opvattingen over wat goed en kwaad is Assimilatie= Volledig aanpassen Uniforme= Eenvormige
Ingezonden op 30-09-2014 - 784x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!