Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

al mijn methodes !!

1 Foutloos hoofdstuk 1 t/m 7 Lingua Latina

Jaar 1 (Gymnasium)

ave = gegroet
populus = volk
clamat = hij schreeuwt; hij roept
et = en, ook
valde = zeer
gaudet = hij verheugt zich; hij is blij
nam = want; namelijk
modo = zojuist; juist
imperator = veldheer;keizer
intrat=hij komt binnen;hij gaat binnen
consul = consul
tribunus = tribuun
pater = vader
nunc = nu
turba = menigte
non = niet
tacet = hij zwijgt
audit = hij hoort;hij luistert
tum = dan;vervolgens
iterum = weer;opnieuw
venit = hij komt
ecce = kijk
simulacrum = beeld
plaudit = hij klapt in zijn handen;hij applaudisseert
amat = hij houdt van;hij is verliefd
enim = namelijk;immers
ibi = daar
sedet = hij zit
ridet = hij lacht
spectaculum = schouwspel
placet = het bevalt;het valt in de smaak

forum = markt;marktplein
Romanus = Romeins;Romein
vocat = hij roept
amica = vriendin
amicus = vriend
via = weg;straat
latus = breed
autem = maar
cur = waarom
nihil = niets
dicit = hij zegt
rogat = hij vraagt
laetus = blij; vrolijk
est = hij is
respondet = hij antwoordt
novus = nieuw
serva = slavin
semper = altijd
nemo = niemand {stam is nemin-}
docet = hij onderwijst
dubitat = hij aarzelt
iam = al; reeds
non iam = niet langer;niet meer
magistra = lerares
bonus = goed
templum = tempel
altus = hoog
multus = veel
sunt = zij zijn
servus = slaaf
stat = hij staat
senator = senator
clarus = beroemd
etiam = ook
salve = hallo
quid = wat
agere = doen
ut = zoals
videre = zien
studere = studeren
legere = lezen
dum = terwijl
homo = mens {stam is homin-}
doctus = geleerd
solere = gewoon zijn;gewend zijn
iuvat = het is leuk; het is prettig
itaque = dus;daarom
tu = jij
te = jou
ludere = spelen
certe = beslist;ongetwijfeld;zeker
hic = hier
salvete = hallo {in het meervoud}
licet = het is mogelijk;het is geoorloofd
quod = omdat
hodie = vandaag
tot = zoveel
petere = gaan naar
pauci = weinig;weinigen {mannelijk meervoud}
num? = toch niet;soms
timere = vrezen;bang zijn
cavere = oppassen;uitkijken;op zijn hoede zijn
neque = en niet;ook niet;maar niet
ubi = waar
vita = leven
circus = circus;renbaan
saepe = vaak;dikwijls
laudare = prijzen
deliberare = nadenken
quantus = hoe/wat veel;hoe/wat groot
quot = hoe veel
aedificium = gebouw
vicus = straat;steegje
clamor = geschreeuw;kreet {mannelijk}
dominus = meester;heer
domina = meesteres
mercator = koopman
vinum = wijn
donum = gift;geschenk
poscere = verlangen;eisen
tantus = zo groot;zo veel
sustinere = uithouden;verdragen
iuvat me = ik vind het leuk;ik vind het prettig
inter = tussen;onder;te midden van {+acc}
hora = uur
per = door;doorheen {+acc}
ambulare = wandelen
ad = naar {+acc}
accedere = komen; komen naar
petere = gaan naar;vragen;verlangen
negare = weigeren
sed = maar
ridere = lachen;uitlachen;lachen om
habere = hebben;houden
unus = één
donare = geven
studere = studeren;willen
in = in;naar {+acc}
fortuna = geluk
currere = rennen;hard lopen
in = in;op {+abl}
pro = voor {+abl}
exspectare = wachten;verwachten
subito = plotseling
sine = zonder {+abl}
mater = moeder {stam is matr-}
cum = met {+abl}
e / ex = uit {+abl}
mulier = vrouw {stam is mulier-}
malus = slecht
ego = ik
me = mij
magnus = groot
cura = zorg
observare = letten op;in het oog houden
accedere = komen naar;aankomen;naderen
cuncti = alle {mannelijk meervoud}
stare = staan
locus = plaats
properare = zich haasten
animus = ziel;hart;geest
de = van;van...af;over {+abl}
descendere = afdalen
manere = blijven;wachten
spectare = zien;kijken naar;bekijken
sperare = hopen;verwachten
fortasse = misschien
frustra = tevergeefs {bijwoord}
a / ab = van;vanaf {+abl}
maestus = bedroefd;treurig
deus = god
dea = godin
perdere = te gronde richten;vernietigen;verliezen
in animo habere = van plan zijn
gladiator = gladiator
salutare = begroeten;groeten
alius = ander
alius...alius = de een ... de ander
alii...alii = sommigen...anderen
petere = gaan naar;verlangen;aanvallen
gladius = zwaard
timor = angst {mannelijk}
vacare = vrij zijn van;niet hebben {+abl}
igitur = dus; daarom
victoria = overwinning
pugnare = vechten
laborare = zich inspannen;hard werken
sustinere = uithouden;verdragen;volhouden
observare = in het oog houden;letten op;kijken naar
tandem = eindelijk;ten slotte
modo = zojuist;juist;alleen;slechts
neque...neque = noch...noch;niet...en ook niet
pugna = gevecht
alter = de een; de ander {van twee}
alter...alterum = elkaar
vulnerare = verwonden
studere = studeren; willen; zijn best doen; proberen
tam = zo
iniustus = onrechtvaardig
pecunia = geld
abundare = in overvloed hebben {+abl}
divitiae = geld {vrouwelijk meervoud}
carere = niet hebben {+abl}
amor = liefde {mannelijk}
ne...quidem = zelfs niet; ook niet
ludus = spel;school
iacere = liggen
victor = winnaar;overwinnaar
cedere = weggaan;verlaten {(+abl)}
nex = dood;moord {vrouwelijk, stam is nec-}
dolere = bedroefd zijn;treuren {+abl}
littera = letter
litterae = brief {meervoud van littera (letters) is een brief dus}
scribere = schrijven
posse = kunnen
puella = meisje
inquit = zegt hij
solus = alleen
-que = -en {multaque moet je zien als et multa. itaque heeft er niks mee te maken}
accidere = gebeuren
contentus = tevreden {+abl}
convenire = samenkomen
debere = moeten;hoeven
sic = zo; als volgt
orare = bidden; smeken; vragen
dare = geven
liberare = bevrijden van {+abl}
tamen = toch;echter
finire = een einde maken aan;afmaken
vale! = het beste!
protegere = beschermen
si = als;indien
quis = wie
conciliare = tot stand brengen
nisi = als niet;behalve
auxilium = hulp
nonne? = (dan) niet?
sacrificium = offer
delectare = verheugen;verblijden
-ne? = d {-NE? IS EEN VRAAGWOORDJE. D INVULLEN BIJ ANTWOORD}
vovere = beloven

Ingezonden op 30-09-2014 - 2554x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Succes mensen!
Als er toch nog foutjes in zitten, meld het dan even alsjeblieft.
vale!

Vakken

al mijn methodes !!

1 Foutloos hoofdstuk 1 t/m 7 Lingua Latina