Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cursus Spaans - Zuid Amerika
› 6 Medisch
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cursus Spaans - Zuid Amerika
, deel 6
6 Medisch
Jaar 1 (praktijkonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
De anticonceptie = la anticoncepcíon Het antibioticum = el antibiótico Antwoorden = responder Het antwoord = la respuesta Adequaat = adecuado De abortus = el aborto Het abces = el absceso De allergie = la alergia De angst = el miedo De arm = el brazo De ader = la vena De adem = el aliento = la respiración Acuut = agudo Ademen = respirar Beter = mejor Braken = vomitar Bloeddruk = La presión arterial = la tensíon arterial De bloedgroep = el grupo sanguíneo Het bloed = la sangre Bloeden = desangrarsa = echar sangre De bloeding = la hemorragia De blinde darm = el intestino ciego Blank = blanco De borst = el pecho De buik = el vientre De buikpijn = el dolor de vientre Het been = la pierna Het buikvlies = el peritoneo Het bot = el hueso Het bekken = la pelvis Het bloedvat = el vaso sanguíneo De borsten = los pechos Bewegen = mover De bacterie = la bacteria De bronchitis = la bronquitis De bursitis = la bursitis De broer = el hermano De chirurg =el cirujano Het cholesterol = el colesterol De Cholera = el cólera Flauwvallen = desmayarse De frequentie = la frecuencia De fertiliteit = la fertilidad De fissuur = la fisura De flatulentie = la flatulencia De fobie = la fobia De folliculitis = la foliculitis De fontanel = la fontanela De fractuur = la fractura Fysiologisch = fisiológico Het gewricht = la articulación De galblaas = la vesícula biliar De gastritis = la gastritis Genetisch = genético De glucose = la glucosa De graviditeit = el gravidez Het hoofd = la cabeza De heup = la cadera De hand = el mano De huid = el piel Het haar = el cabello Horen = oir De hersenen = los sesos Heet = caliente Hoe lang = cuánto tiempo Het hart = el corazón Het hematoom = el hematoma Hormonaal = hormonal Hyperglykemie = la hyperglycemia De hypertensie = la hipertensión De hyperventilatie = la hiperventilación De hypoglykemie = la hipoglucemia De hypotensie = la hipotensión De hypothermie = la hipotermia De hypotonie = la hipotonía De infectie = la infección de ischemie = la isquemia de intubatie = la intubación de intoxicatie = la intoxicación de intelligentie = la inteligencia het insult = el insulto Instabiel = inestable Het infuus = la infusíon Het infarct = el infarto De nacht = la noche De nier = el riñón Nerveus = nervioso De nagel = el clavo De neus = la nariz De nek = el cuello De navel = el ombligo De narcose = la narcosis De naald = la aguja De ouders = los padres De opnames = el disparo De operatie = la operación De obstipatie = el estreñimiento De ontsteking = la inflamación Onregelmatig = irregular De ontlasting = la defecación Het oor = el oído Het oog = el ojo De obsessie = la obsesión De obstructie = la obstrucción Oraal = oral Het orgaan = el órgano De pols = la muñeca Proeven = sabor De pijn = el dolor De pancreas = el páncreas Plotseling = de repente De pacemaker = el marcapasos De palpitatie = la palpitación De parasiet = el parásito Passief = pasivo Permanent = permanente De placebo = el placebo De pneumonie = la neumonía De preventie = la prevención De prognose = el pronóstico Progressief = progresivo De psychose = la psicosis De puberteit = la pubertad De penis = el pene De pijnstilling = la analgesia De romp = la cáscara Het voorhoofd = la frente Voelen = sentir De vermoeidheid = la fatiga De voorgeschiedenis = la historia Het vaccin = la vacuna Verkouden = resfriado De vader = el padre De verdoving = la anestesia De wang = la mejilla De wervel = la vértebra De week = la semana De zuurstof = el oxígeno Zien = ver De zenuw = el nervio De zwakte = la débilidad De zwelling = la hinchazón Zweten = sudor Zorgen = cuidar Ziek zijn = malestar Zeker = ciertamente De zwangerschap = el embarazo De zus = la hermana De ziekte = la enfermedad De cognitie = la cognición Het condoom = El preservativo = el condón De concentratie = la concentración De conditie = la condición De contractie = la contracción De cyclus = el ciclo De cystitis = la cistitis Chronisch = crónico De consistentie = la consistencia Drinken = beber De darm = el intestino De diarree = la diarrea De duizeligheid = el vértigo De dehydratie = la deshidratación De dementie = la demencia De delier = el delirio De depressie = la depresión De diabetes = la diabetes De diagnose = la diagnosis Direct = directo = immediato Het dieet = la dieta De dood = la muerte Het diureticum = el diurético De diverticulitis = el diverticulitis Dorsaal = dorsal De dosis = la dosis Het duodenum = el duodeno De dyspepsie = la dispepsia De dyspnoe = la disnea De dysurie = la disuria De dystrofie = la distrofia De dag = el dia De emotie = la emocíon Eten = comer De elleboog = el codo De enkel = el tobillo De eczeem = el eczema Effectief = eficaz De eliminatie = la eliminación De encefalitis = la encefalitis Endocrien = endocrino De endometriose = la endometriosis De enteritis = la enteritis De epidemie = la epidemia De episode = el episodio De erectie = la erección De extremiteit = la extremidad Exogeen = exógena De incontinentie = la incontinencia De impotentie = la impotencia De ileus = el iléo Iatrogeen = iatrogénica Het jejunum = el yeyuno Jong = joven Koud = frío De koorts = la fiebre De koliek = el cólico De kramp = el calambre De klier = la glándula De keel = la garganta De knie = la rodilla Klinisch = clínico De koolhydraat =el carbohidrato De kanker = el cáncer De long = el pulmón De lucht = el aire De luchtpijp = la tráquea De lever = el hígado Lateraal = lateral De leukemie = la leucemia Lipide = lípido Lokaal = local De luxatie = la luxación De moeder = la madre De maand = el mes De menstruatie = la menstruacíon De maag = el estómago De milt = el bazo De mond = la boca De malaise = el malestar De medicatie = la medicación De melaena = la melena Het melanoom = el melanoma De mictie = la micción Minimaal = mínimo De mobiliteit = la movilidad De mutatie = la mutación De misselijkheid = las náuseas Moe = cansado De nycturie = la nocturia De rug = la espalda Ruiken = olor Regelmatig = regular Rood = rojo De radiografie = la radiografía De reactie = la reaccíon Het recept = la receta Rectaal = rectal De reflex = el reflex Resistent = resistente Het risico = el riesgo Het ruptuur = la ruptura De schouder = el hombro De slagader = la arteria De spier = el músculo De slokdarm = el esófago Het slijm = el moco De slijmbeurs = la bolsa Slechter = peor De sclerose = la esclerosis De secretie = la secreción Somnolent = somnoliento Slapen = dormir De slaap = el sueño Stabiel = estable Steriel = estéril Het symptoom = el síntoma De schimmel = el molde De tong = la lengua De teen = el dedo del pie De tepel = el pezón Toxisch = tóxico De testikel = el testículo Tetanus = tétanos De therapie = la terapia De trouw = la fidelidad De tonus = el tono De transplantatie = el transplante De tand = el diente Viraal = viral Vagina = vagina De voet = el pie De vinger = el dedo
Ingezonden op 07-10-2014 - 891x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!