Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Economie Mees Havo
› 1 Begrippen betekenis-Begrip
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Economie Mees Havo
, deel 1
1 Begrippen betekenis-Begrip
Jaar 3 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Overschrijvingsformulier waarmee je een rekening betaald = acceptgiro Het werken en denken van mensen bij de productie = arbeid Het verdelen van taken binnen de productiefactor arbeid = arbeidsverdeling overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven = begroting de wensen die mensen hebben = behoeften een lijn die aangeeft welke bestedingsmogelijkheden er zijn met een bepaald budget = bedgetlijn het tastbare geld = chartaal geld iemand die goederen en diensten koopt = consument goederen en diensten waarmee consumenten in hun behoeften voorzien = consumptiegoederen kaar waarmee je aankopen en krediet doet = creditcard regelmatige terugkerende uitgaven die je van het huishoudgeld betaalt = dagelijkse uitgaven het ruilen van producten = directe ruil het vak economie bestudeert hoe mensen hun behoeften proberen te bevredigen = economie een algemeen aanvaardbaar ruilmiddel = geld geld op bank en girorekeningen = giraal geld uitgaven die maar af en toe voorkomen = incidentele uitgaven een product verkopen in ruil voor geld = indirecte ruil via internet betalen = internetbankieren de metaalwaarde van een munt = intrinsieke waarde goederen die worden ingezet in een productieproces = kapitaal goederen de hoeveelheid goederen een diensten die je in eigen land met een euro kunt kopen = koopkracht zaken waarmee de behoeften vervuld kunnen worden = middelen alles wat de natuur biedt voor de productie = natuur de waarde die op het geld aangegeven is = nominale waarde de productiefactoren natuur arbeid en kapitaal combineren bij de productie = ondernemerschap middel waarmee je geld kunt overmaken van je eigen rekening naar een andere rekening = overschrijvingskaart middel om over giraal geld te beschikken = pinpas arbeid natuur kapitaal en ondernemerschap = productiefactoren een bedrijf kan en gaat meer producten produceren = schaalvergroting goederen waarvoor productiefactoren ingezet moeten worden om ze te verkrijgen = schaarse goederen het zich toeleggen op een beperkt aantal werkzaamheden = specialisatie verplichte uitgaven die regelmatig terugkomen = vaste lasten goederen die niet schaars zijn = vrije goederen het verschil tussen de omzet en de kosten = winst hoeveelheid buitenlands geld die je krijgt in ruil voor één euro = wisselkoers van de euro zelf producten maken = zelfvoorziening
Ingezonden op 07-10-2014 - 559x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!