Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Biologie voor jou / bvj, deel 1

1 Stofwisseling

Jaar 5 (vwo)

Stofwisseling= het geheheel van chemische processen in de cellen
Verzuring= anaerobe ometting van glucose in melkzuur, wat zich ophoopt in de spieren
Chemische energie= De energie in energierijke stoffen
Kinetische energie= Bewegings energie
Aeroob= met zuurstof
Anaeroob= zonder zuurstof
Capaciteit= maximale hoeveelheid
Frequentie= aantal per tijd
Metabolism= stofwisseling
Enzym= katalysator
Assimilatie= het maken van een groot organisch molecuul uit een klein organisch molecuul
Dissimilatie= het afbreken van een organische molecuul waarbij energie vrij komt
Organisch molecuul= groot,ingewikkeld molecuul gemaakt door een organisme met C,H en O
Molecuulformule= een formule waarbij de hoeveelheid en welke atomen is aangegeven
Structuurformule= een formule waarbij bindingen tussen de atomen worden aangegeven
Dubbele binding= wanneer 2 atomen verbonden zijn met 2 bindingen
Autotroof= organismen die glucose vormen uit anorganische stoffen,CO2en H2O
Heterotroof= organismen die glucose vormen uit organische stoffen, uit voedsel
Voortgezette assimilatie= vorming va koolhydraten,vetten en eiwitten uit glucose
ATP= adenosine trifosfaat (energie rijk)
ADP= adenosine difosfaat (energie arm)
Substraat= stof waarop een enzym inwerkt
Activeringsenergie= Energie die toegevoegd moet worden om een reactie te beginnen
Reactie energie= chemische energie die vrijkomt
Minimum= temperature punt waar geen activerings energie is
Optimum= Ideale factor met het hoogste enzymactiviteit
Maximum= Temperature waar het te hoog is voor enzymactiviteit
Reactieketens= groter geheel van stofwisselingsreactie
Beperkende factor= factor die de maximale intensiteit van een reactie bepaalt
Absorptiespectrum= Laat zien welk licht het meest geabsorberd wordt
Lichtreactie= Maken van ATP. Reactieketen waar licht voor nodig is
Donkerreactie= ATP omzetten in glucose. Reactieketen waar geen licht voor nodig is
Sachariden= suiker
Poly= 3 of meer gekoppelde monosachariden
Glycogeen= Sterk vertakt molecuul, bestaat uit +20000 glucosemoleculen
Cellulose= hoofdbestanddeel celwanden van planten, is polymeer van B glucose
Essentiele aminozuren= Aminozuren die niet worden gevormd van andere aminozuren in voedsel
Aminozuren= organische verbindingen waaruit eiwitten zijn opgebouwd, bestaat uit C met-NH2, -Cooh, -H en restgroep (R)
A-helix= Spiraal vormen in een eiwitmolecuul
Quataire structuur= manier waarop meerdere eiwitten samen 1 eiwit vormen
Lipiden= vetten
Proteinen= eiwitten
Onverzadigd= tussenn de C atomen 1 of meer dubbele bindingen
Verzadigd vet= lipiden die vast zijn bij kamertemperature
Alcohol(gisting)= de anaerobe dissimilatie van glucose bij gisting waar ethanol ontstaat
Ethanol= alcohol
Melkzuur= Product van anaerobe dissimilatie van glucose bij melkzuur bacterie
Basale metabolism= Alle stofwisselingsprocessen die in rust doorgaan
Homoiotherm= Dieren met een constant lichaamstemperatuur
Poikilotherm= Dieren waar lichaamstemperatuur gelijk is aan de omgeving

Ingezonden op 23-10-2014 - 8028x bekeken.
Waardering 4.6 (aantal stemmen: 3)

voting system
1
2
3
4
5

Hopelijk klopt het allemaal:)

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Biologie voor jou / bvj, deel 1

1 Stofwisseling