Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grieks-Pallas
› 1214 gekoipieërd nagekeken
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grieks-Pallas
1214 gekoipieërd nagekeken
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
13 δειλός = 1 laf 2 ongelukkig μάλιστα= het meest; vooral ἀμφότεροι = beide(n) σοφός = 1 verstandig; wijs 2 slim μέγιστος= 1 grootst 2 zeer groot διαφέρω = verschillen κρείττων = beter; sterker βελτίων =beter; bekwamer ὡς = (zo)als ἡ τιμή =eer; eerbewijs ὁ πολέμιος= vijand ἡ γῆ = 1 aarde 2 grond; land γιγνώσκω = 1 (leren) kennen 2 inzien; begrijpen ἤ = 1 of 2 dan σκοπέω =bekijken; letten op κράτιστος= 1 sterkst; best 2 zeer sterk; zeer goed μείζων =groter διὰ τοῦτο =daarom βέλτιστος = 1 best 2 zeer goed ὁ Ζεύς =Zeus ἆρα = vraagwoordje μᾶλλον= meer ἡ βουλή =1 plan; besluit 2 raad; advies πότερος =wie van beide(n)? ἡ σοφία = 1 wijsheid 2 slimheid ὁ δόλος =list κρίνω = (be)oordelen πλεον = meer βλάπτω= schade toebrengen; benadelen πλεῖστος= 1 meeste(n) 2 zeer vele(n) ἀδικέω = 1 onrecht doen 2 onrechtvaardig (be)handelen ἥττων =minder; zwakker σεαυτόν= jezelf πλείων= meer ἀμείνων= beter 12 εἰσβαίνω=ingaan; komen in ὁμοῖος=gelijk aan; gelijkend op ὁμοῖος + = dat. τάχα=snel; spoedig τᾶυτα=dit; dat θάπτω=begraven ὁ νεκρός=lijk; dode τι= 1 iets 2 enige τὸ σῶμα=lichaam ὁ πατήρ=vader σοῦ, σου=(van)jou; jouw τρέφω= 1 voeden 2 opvoeden σύνειμι=samenzijn met; omgaan met σύνειμι + = dat. ἐμοῦ, μου=(van)mij; mijn ἡ ψυχή= 1 ziel; geest; schim 2 leven ἡ χθών=aarde; grond καταβαίνω=naar beneden gaan; afdalen τις= 1 iemand 2 een of ander(e) 3 enkele(n), sommige(n) ὁ ἀνήρ= man ἡ γυνή=vrouw ἄρχω=beginnen met ἄρχω + = gen. πάντες=alle(n) ὁ ἡγεμών=leider; aanvoerder λυπέω=kwellen; verdriet doen πρῶτος=eerste ἡ μήτηρ=moeder ἡ ὀικία=huis καταλείπω=achterlaten ὁ φύλαξ=wachter; bewaker διαφθείρω=te gronde richten; vernietigen ὁ/ἡ παῖς= 1 kind(zoon, dochter) 2 slaaf τὸ ὄνομα=naam ἤ=of ῥίπτω=werpen ὁ σωτἠρ=redder ὁ ἀδελφός=broer ἡ χείρ=hand; arm πάρειμι=aanwezig zijn 14 τρέχω = rennen δῆλος = duidelijk ὁ αὐτὸς καί = dezelfde als φρονέω = verstandig zijn ἄπιστος = 1 ongelofelijk 2 onbetrouwbaar πότερον ... ἤ = (of) … of ὁ ἵππος = paard βάλλω = gooien αὐτός, αὐτή, αὐτό = zelf ἀλλήλους = elkaar ὁ αὐτός = dezelfde (als) ὁ αὐτός + = dat. τὸ σημεῖον = teken πρός + dat. = bij πρὸς τούτοις = bovendien ὅτε = toen; wanneer λανθάνω = verborgen zijn voor, ontgaan aan λανθάνω + = acc. διώκω = achtervolgen τὸ γόνυ, γόνατος = knie δοκέω = (toe)schijnen (aan) δοκέω + = dat τὸ αὐτό = hetzelfde ἔτι = nog
Ingezonden op 25-10-2014 - 800x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!