Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
natschool opdracht
› 1234 teksten 1,2,3,4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
natschool opdracht
1234 teksten 1,2,3,4
Jaar 3 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1. Badeausflug = zwemuitje 2. sich verirrt = verdwalen 3. mitteilte = mededeelde 4. Sonnabend = zaterdagavond 5. sofort = gelijk 6. Beamten = ambtenaren 7. letztlich = uiteindelijk 8. laut = volgens 9. unklar = onduidelijk 10. bevor = voordat 11. zurückfuhren = terugreden 12. Erwachsenen = volwassene 1. nur = alleen 2. Raubkatzen = roofkatten 3. überleben = overleeft 4. bereits = reeds 5. wie = zoals 6. unwiederbringlich = onherroepelijk 7. verschwunden = verdwenen 8. bedrohen = bedreigen 9. vor allem = vooral 10. nahezu = bijna 11. Knochen = botten 12. Herstellung = productie / maken 13. beliebt = geliefd 14. Wilderer = stroper 15. abzuhalten = tegen te houden 16. Wildhüter = jachtopziener 17. dort = daar 18. wichtig = belangrijk 1. Führerschein = rijbewijs 2. brauchte = nodig had 3. erfüllen = vervullen 4. erworben = gekregen 5. Paketfahrer = pakketbezorger 6. trotzdem = desondanks 7. Prüfung = examen 8. bestanden = geslaagd 9. außerdem = bovendien 10. fehlte = ontbrak 11. immer = altijd 12. nie = nooit 13. schaffen = halen 14. je…desto = hoe…des te 15. entschlossener = vasthoudender 16. bemitleiden = medelijden hebben 17. irgendwann = op één of ander moment 18. beruhige dich = wordt rustig 19. versuchte = probeerde 20. Lenkrad = stuur 21. Knöpfe = knopen 22. betete = bad 23. Prüfer = examinator 24. schon = al 25. durchgefallen = gezakt 26. plauderten = maakten een praatje 27. ihr = haar 28. Mut machen = moed geven 29. sei = wees 30. warf = wierp 31. oft = vaak 32. enttäuscht = teleurgesteld 33. schütze = bescherm 34. Riesenerleichterung = reusachtige opluchting 35. inzwischen = ondertussen 36. kirschrot = kersenrood 37. abgeliefert = afgeleverd 38. lustig = grappig 1. Schluckauf = hik 2. irre = gek 3. unheibaren = ongeneeslijk 4. fängt..an = begint 5. stößt…aus = stoot… uit 6. Muskelzuckungen = spiertrekkingen 7. Laute = geluiden 8. zum Schluss = uiteindelijk 9. doch = toch 10. gibt es = zijn er 11. am besten = het beste 12. steht zu = staat achter 13. Bewerbungsgespräch=sollicitatiegesprek 14. Schlimmste = ergste 15. weggucken = wegkijken 16. gehöre = behoren
Ingezonden op 27-10-2014 - 1213x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
28-10-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!