Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

TrabiTour, deel E

14 3.3 & 8.2; Fit für die Zukunft

Jaar 3 (vwo)

die Aufmerksamkeit = de aandacht
die Ausbildung = de opleiding
die Ausbildungen = de opleidingen
der Beruf = het beroep
die Berufe = de beroepen
das Büro = het kantoor
in einem Büro = op een kantoor
die Erfahrung = de ervaring
die Erfahrungen = de ervaringen
Erfahrungen sammeln = ervaring opdoen
die Erkenntnis = het inzicht
die Erkenntnisse = de inzichten
der Erfolg = het succes
die Erfolge = de successen
die Fachhochschule = het HBO
an einer Fachhochschule studieren = op het HBO studeren
die Forschung = het wetenschappelijk onderzoek
Geld verdienen = geld verdienen
der Job = het baantje
die Jobs = de baantjes
der Deutschkurs = de cursus Duits
die Lösung = de oplossing
die Lösungen = de oplossingen
der Partner {M} = de partner
die Partnerin {V} = de partner
die Person = de persoon
die Personen = de personen
der Plan = het plan
die Plane = de plannen
die Politik = de politiek {Het Beleid}
die Prüfung = het tentamen {het examen}
die Prüfungen = de tentamens {de examens}
das Seminar = het college {het werkcollege, de universiteit}
die Seminare = de colleges {de werkcolleges, de universiteiten}
das Studium = de studie
die Universität {die Uni} = de universiteit

die Vorlesung = het college {het hoorcollege, de universiteit}
die Vorlesungen = de colleges {de hoorcolleges, de universiteiten}
die Zukunft = de toekomst
in Zukunft = in de toekomst
eines Tages = op een dag
langfristig = op lange termijn
je {jemals} = ooit
Das wird schon klappen. = Dat zal wel lukken.
faul = lui
faulenzen = luieren {lui zijn}
fleißig = ijverig
genügend = voldoende
sich interessieren für = geïnteresseerd zijn in
künftig = toekomstig
mindestens = minstens
möglicherweise = mogelijk {bijwoord}
nützlich = nuttig
optimistisch = optimistisch
pessimistisch = pessimistisch
planen = plannen
praktisch = praktisch {handig}
sammeln = verzamelen
vermutlich = vermoedelijk
versuchen = verzoeken
wählen = kiezen
wahrscheinlich = waarschijnlijk
zuhören = luisteren
zum Glück = gelukkig
der Anwalt = de advocaat
die Anwältin = de advocate
der Architekt = de architect
die Architektin = de architecte
der Arzt = de arts {de dokter; M}
die Ärtzin = de arts {de dokter; V}
der Betriebswirt = de bedrijfseconoom {M}
die Betriebswirtin = de bedrijfseconoom {V}
der Psychologe = de psycholoog {M}
die Psychologin = de psycholoog {V}
der Hausmann = de huisman
die Hausfrau = de huisvrouw
der Techniker = de technicus {M}
die Technikerin = de technicus {V}
der kaufmännische Angestellte {M} = de kantoormedewerker
die kaufmännische Angestellte {V} = de kantoormedewerkster
der Künstler = de kunstenaar
die Künstlerin = de kunstenares
der Schriftsteller = de schrijver
die Schriftstellerin = de schrijfster
der Ingeneur = de ingeneur {M}
die Ingeneurin = de ingeneur {V}
der Krankenpfleger = de ziekenverzorger
die Krankenschwester = de verpleegster
der Verkäufer = de verkoper
die Verkäuferin = de verkoopster
das Praktikum = de stage
der Praktikant = de stagiair
die Praktikantin = de stagiaire
der Kassierer = de kassamedewerker
die Kassiererin = de kassamedewerkster
die Technik = de techniek
das Alter = de leeftijd
das Abitur = het eindexamen VWO
Jura = rechten {Studie}
Medizin = medicijnen {Studie}
Wirtschaftslehre = economie
die Arbeit = het werk {de baan}
arbeitslos = werkloos
der Traum = de droom
träumen = dromen
der Bankkaufmann = de bankmedewerker
die Bankkauffrau = de bankmedewerkster
der Schauspieler = de toneelspeler {de acteur}
die Schauspielerin = de toneelspeelster {de actrice}
der Sekretär = de secretaris
die Sekretärin = de secretaresse
der Beamte = de ambtenaar {M}
die Beamte = de ambtenaar {V}
der Handwerker = de ambachtsman
die Handwerkerin = de ambachtsvrouw
der Bäcker = de bakker
die Bäckerin = de bakster
der Friseur = de kapper
die Friseurin = de kapster
der Rentner = de gepensioneerde {de AOW'er; V}
die Rentnerin = de gepensioneerde {de AOW'er; M}
verschieden = verschillend
neugierig = nieuwsgierig
kompliziert = ingewikkeld {lastig}
die Welt = de wereld
die Bedeutung = de betekenis
die Forderung {die Anforderung} = de eis
fordern = eisen
vorbereiten = voorbereiden
sich bewerben um = solliciteren naar
Regale nachfüllen = vakken vullen
erreichen = bereiken
verheiratet sein = getrouwd zijn
ledig sein = ongetrouwd zijn
geschieden {getrennt sein} = gescheiden zijn

Ingezonden op 02-11-2014 - 2021x bekeken.
Waardering 7.4 (aantal stemmen: 7)

voting system
1
2
3
4
5

Zie je een foutje? Geef de fout aan in een reactie, dan verander ik het zo snel mogelijk, succes met leren!

(P.S.: 3.3 is met Meervoud, 8.2 zonder; dit heeft te maken met wat ik moet leren voor de toets)

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

TrabiTour, deel E

14 3.3 & 8.2; Fit für die Zukunft