Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Carte Orange unit 2 (2e)
› 2 apprendre 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Carte Orange unit 2 (2e)
, deel 1
2 apprendre 9
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
J'attends les soldes. = ik wacht op de uitverkoop. Il vend le vieux. = Hij verkoopt de oude. J'ai perdu mes 20 euros. = Ik heb mijn 20 euro verloren. perdre = verliezen je perds = ik verlies tu perds = jij verliest il perd = hij verliest elle perd = zij verliest on perd = men verliest, wij verliezen nous perdons = wij verliezen vous perdez = jullie verliezen, u verliest ils/elles perdent = zij verliezen j'ai perdu = ik heb verloren, ik verloor tu as perdu = jij hebt verloren, jij verloor il a perdu = hij heeft verloren, hij verloor elle a perdu = zij heeft verloren, zij verloor on a perdu = men heeft verloren, men verloor, wij hebben verloren, wij verloren nous avons perdu = wij hebben verloren, wij verloren vous avez perdu = jullie hebben verloren, jullie verloren, u heeft verloren, u verloor ils/elles ont perdu = zij hebben verloren, zij verloren vendre = verkopen je vends = ik verkoop tu vends = jij verkoopt il vend = hij verkoopt elle vend = zij verkoopt on vend = men verkoopt, wij verkopen nous vendons = wij verkopen vous vendez = jullie verkopen, u verkoopt ils/elles vendent = zij verkopen j'ai vendu = ik heb verkocht, ik verkocht tu as vendu = jij hebt verkocht, jij verkocht il a vendu = hij heeft verkocht, hij verkocht elle a vendu = zij heeft verkocht, zij verkocht on a vendu = men heeft verkocht, men verkocht, wij hebben verkocht, wij verkochten nous avons vendu = wij hebben verkocht, wij verkochten vous avez vendu = jullie hebben verkocht, jullie verkochten, u heeft verkocht, u verkocht ils/elles ont vendu = zij hebben verkocht, zij verkochten attendre = wachten je attends = ik wacht tu attends = jij wacht il attend = hij wacht elle attend = zij wacht on attend = men wacht, wij wacht nous attendons = wij wachten vous attendez = jullie wachten, u wacht ils/elles attendent = zij wachten j'ai attendu = ik heb gewacht, ik wachtte tu as attendu = jij hebt gewacht, jij wachtte il a attendu = hij heeft gewacht, hij wachtte elle a attendu = zij heeft gewacht, zij wachtte on a attendu = men heeft gewacht, men wachtten, wij hebben gewacht, wij wachtten nous avons attendu = wij hebben gewacht, wij wachtten vous avez attendu = jullie hebben gewacht, jullie wachtten, u heeft gewacht, u wachtte ils/elles ont attendu = zij hebben gewacht, zij wachtten
Ingezonden op 02-11-2014 - 373x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!