Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Pallas

0 SGL woordenlijst pw1

Jaar 3 (Gymnasium)

ἀδυνατος =1. niet in staat 2. onmogelijk
ἀει =altijd, steeds ἀκουω + gen. =horen, luisteren (naar)
ἀλλα, ἀλλ᾽ =maar
ἁμα =1. tegelijk, tegelijkertijd (bijwoord) 2. + dat.: tegelijk/samen met
ὁ ἀνεμος =wind
ἀπο {+ gen} =van(af)
ἀποθνῃσκω aor. ἀπεθανον =sterven
ἀπολλυμαι aor. ἀπωλομην =omkomen, te gronde gaan
ἀποφευγω aor. ἀπεφυγον =wegvluchten
αὐτικα =meteen, onmiddellijk
ἀφικνεομαι (εἰς + acc.) aor. ἀφικομην =(aan)komen (in), bereiken
βαρυς, βαρεια, βαρυ {gen. βαρεοσ} =zwaar
βοαω aor. ἐβοησα =schreeuwen
βουλευω/βουλευομαι =1. beramen, beraadslagen 2. (aor.) besluiten
βουλομαι =willen
γαρ =want, namelijk
δε, δ᾽ =1. en 2. maar (meestal onvertaald laten, behalve na komma)
δει {+ inf./AcI}= het is nodig dat, men/het moet...
δη =dan, dus (geeft nadruk, vaak moeilijk te vertalen)
ἐγγυς {+ gen} =dichtbij
ἐγω =ik
εἰ= als, indien
εἰμι= zijn
εἰς {+ acc} =naar, naar binnen, tot
ἐν {+ dat}= in, bij, op
ἐνθα =1. daar 2. waar (betr.vnw.)
ἐπειτα =daarna
ἐπι =1. + gen.: op 2. + acc.: op...af, naar
ἐπιχειρεω =1. + dat.: de hand slaan aan, aanvallen 2. + inf.: ondernemen, overgaan tot, proberen
ἐρχομαι aor. ἠλθον =gaan, komen
ἐσθιω =eten
ὁ ἑταιρος =vriend, makker
ἐτι =nog
εὐχομαι (+ dat.) =bidden (tot)
ἐχω impf. εἰχον aor. ἐσχον =hebben
ὁ Ζευς gen. Διοσ= Zeus
ἠδη =al, reeds
ἡμεισ= wij
ὁ θεοσ= god
θνητος =sterfelijk
και =en, ook, zelfs
τα κακα =rampen, ongeluk
καλοσ= mooi
καρτερος =sterk, krachtig
καταβαλλω =naar beneden gooien, neergooien
κατεχω aor. κατεσχοv= in zijn macht hebben, vasthouden, beheersen
κελευω {+ acc. + inf.} =bevelen, verzoeken, vragen om
λεγω aor. εἰποv= zeggen
λειπω =(ver)laten
μεγιστος =1. grootst 2. zeer groot
μελλω {+ inf}. =zullen, van plan zijn, op het punt staan om
μεν= (blijft onvertaald; geeft aan dat er nog een zin komt, die begint met δε)
μενω =1. blijven 2. wachten (op)
μετα =1. + gen.: (samen) met 2. + acc.: na
μη =niet (bij imperativus en infinitivus)
μηποτε =nooit (bij imperativus en infinitivus)
μονοσ= alleen
ἡ νησος =eiland
νυν =nu
ἡ νυξ gen. νυκτος =nacht
ὁ οἰνος =wijn
ὁραω aor. εἰδον =zien
ὁ ὁρκοσ= eed
οὐ, οὐκ, οὐχ =niet
οὐκετι =niet meer
οὑτω(σ)= zo, op die manier
παντες gen. παντων= alle(n)
παρισταμαι + dat. =bijstaan, helpen
πασχω =1. lijden, te verduren hebben 2. ondervinden, ervaren
παυομαι (+ gen.) =ophouden (met), stoppen (met)
πλεω =varen
το πλοιον =schip
ὁ ποντος =zee
ὁ σιτοσ= eten,voedsel
τοτε =toen, op dat moment
τουτο =dit, dat
ὑπισχνεομαι {+ inf.}= beloven te
ὁ ὑπνος =slaap
ὑπολαμβανω aor. ὑπελαβον= antwoorden
χαλεποσ= lastig, moeilijk
χρη {+ inf./AcI}= het is nodig, het moet

Ingezonden op 12-11-2014 - 764x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

deze lijst hoort bij het eerste proefwerk 3e klas, module 1, 2014-2015. word waarschijnlijk na het proefwerk verwijdert, ik hoor wel graag of er fouten in zitten.

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Pallas

0 SGL woordenlijst pw1