Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Salzgitter heute VMBO-kgt

2 pizzatag

Jaar 2 (vmbo-kgt)

opstaan = aufstehen
te laat = zu spät
de taak = die Aufgabe
het ontbijt = das Frühstück
de broodjes = die Brötchen
Wat wil je drinken? = Was möchtest du trinken?
koude melk = kalte Milch
de worst = die Wurst
de kaas = die Käse
de boter = die Butter
de jam = die Marmelade
vandaag = heute
het avondeten = das Abendessen
veel plezier = viel Spaß
ontbijten = frühstücken
de school = die Schule
Wanneer ben je uit? = Wann hast du aus?
's morgens = morgens
's middags = nachmittags
de maandag = der Montag
de dinsdag = der Dienstag
de woensdag = der Mittwoch
de donderdag = der Donnerstag
de vrijdag = der Freitag
de zaterdag = der Samstag
de zondag = der Sonntag
Het is twee uur. = Es ist zwei Uhr.
half negen = halb neun
kwart over zes = Viertel nach sechs
kwart voor zeven = Viertel vor sieben
de minuut = die Minute
de agenda = das Notizbuch
kranten rondbrengen = Zeitungen austragen
het gesprek = das Gesprӓch
de stageplaats = die Lehrstelle
de afspraak = die Verabredung
oefenen = proben
het feest = das Fest
de tandarts = der Zahnarzt
de excursie = der Ausflug
de verjaardag = der Geburtstag
de hond uitlaten = Gassi gehen
de bekerwedstrijd = das Pokalspiel
in de keuken = in der Küche
eens even kijken = mal sehen
waarom dan niet? = Warum denn nicht?
Ruilen = umtauschen
Het broodje kaas = das Kӓsebrot
De ham = der Schinken
Het vlees = das Fleisch
Kijken jullie eens = schaut mal
Laat eens zien = zeig mal
In ieder geval = auf jeden Fall
De hand = die Hand
Op zondag = am Sonntag
Uitslapen = ausschlafen
Wanneer begint het? = Wann beginnt es?
Mee eens, akkoord = einverstanden
Tot zondag! = Bis Sonntag!
Ik ben klaar = ich bin fertig
De bladzijde = die Seite
Begrijpen = verstehen
De boeken = die Bücher
Heel leuk! = Ganz toll!
Puur natuur = pur Natur
De soja = die Soja
De volle melk = die Vollmilch
Vers =frisch
De yoghurt = der Joghurt
De appel = der Apfel
De azijn = der Essig
Het volkorenbrood = der Vollkornbrot
De olijfolie = das Olivenöl
Het vet = das Fett
De tarwe = der Weizen
de mueslireep = Der Müsli-Reigel
de harde tarwe = der Hartweizen
‘s Ochtends zit ik op school = Morgens bin ich in der Schile
’s Middags maak ik huiswerk = Nachtmittags mache ich Hausaufgaben
Het middageten is om 12 uur = Das Mittagessen ist um 12 Uhr
Het avondeten is om half zeven = Das Abendessen ist um halb sieben
De opleidingsplaats = die Lehrstelle
De (radio – of tv-) uitzending = die Sendung
De bekerwedstrijd = das Pokalspiel
Ga je mee naar de bioscoop? = Gehst du mit ins Kino?
Ja, (heel) graag = Ja , (sehr) gerne
Dat is een goed idee = Das ist eine gute idee
Afgesproken! = Abgemacht!
Gaan we samen naar de dierentuin? = Gehen wir zusammen in den Zoo?
Ik heb er geen zin in = Ich habe keine Lust
Wil je meegaan? = Wilst du mitgehen?
Dat is super! = Das ist super!

Ingezonden op 21-11-2014 - 510x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

heel hoofdstuk 2 achterin van het boek maar ook de woordjes die er tussen staan woorden die je alleen du -› ne moest kennen staan er gewoon tussen

Vakken

Salzgitter heute VMBO-kgt

2 pizzatag