Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
tekstverklaringen
› 2 tekstverklaring knödel
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
tekstverklaringen
, deel 2
2 tekstverklaring knödel
Jaar 2 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
1. fast = bijna 2. sowie = evenals 3. übrigens = trouwens 4. zugehören = horen bij 5. Küche = keuken 6. Beilage = bijgerecht 7. wie = zoals 8. zum Beispiel = bijvoorbeeld 9. Schweinebraten = gebraden varkensvlees 10. leider = helaas 11. es gibt = er is/er zijn 12. inzwischen = ondertussen 13. ausländisch = buitenlands 14. Kloß = deegballetje 15. Speisekarte = menukaart 16. dagegen = daartegen 17. sich wehren = zich verzetten 18. Bauer = boer 19. jetzt = nu 20. Sorte = soort 21. zurückerobern = heroveren 22. Versuch = proef 23. Geschäftsführer = bedrijfsleider 24. überzeugen = overtuigen 25. Vorteil = voordeel 26. empfindlich = vatbaar, gevoelig 27. gegen = tegen, voor 28. Kälte = kou 29. schädlich = schadelijk 30. außerdem = bovendien 31. Geschmack = smaak 32. wirklich = echt 33. stimmen = kloppen 34. glauben = geloven 35. wachsen = groeien 36. zwar = weliswaar 37. meistens = meestal 38. roh = rauw 39. kochen = koken 40. Kartoffel = aardappel 41. Semmelknödel = broodje gemaakt van deeg/knödel 42. Art = soort 43. reiben = raspen 44. sauber = schoon 45. Tuch = doek 46. Ende = eind 47. aufeinander = opelkaar 48. zusammendrehen = ineendraaien/wringen 49. fest = vast 50. pressen = persen 51. Schüssel = kom 52. sich absetzen = bezinken 53. Kartoffelstärke = aardappelzetmeel 54. mischen = mengen 55. Teig = deeg 56. Mitte = midden 57. jeder = elk, ieder 58. knusprig = krokant 59. Würfel = blokje 60. leicht = zachtjes 61. Salzwasser = zoutwater 62. herausnehmen = eruit nemen 63. abtropfen = uitlekken 64. Erfolg = succes 65. guten Appetit = eet smakelijk 66. zerschneiden = opensnijden 67. sondern = maar 68. Gabel = vork 69. zerreißen = scheuren 70. entstehen = ontstaan 71. Oberfläche = oppervlak 72. aufnehmen = opnemen 73. Trauerkloß = saai piet 74. langweilig = vervelend, saai 75. anfangen = beginnen 76. Spaß = plezier, lol 77. verstehen = begrijpen 78. Kloßbrühe = bouillon 79. milchig = melkkleurig 80. trübe = troebel 81. trotzdem = desondanks 82. völlig = volledig 83. verständlich = begrijpelijk 84. klar = duidelijk, helder
Ingezonden op 21-11-2014 - 750x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!