Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Tsjechisch
› 0 Lesexpres: woordenschat (alfabetisch)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Tsjechisch
, deel 0
0 Lesexpres: woordenschat (alfabetisch)
Jaar 0
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
(ta) žena = de vrouw (ten) muž = de man (to) město = de stad ahoj = hallo balkon = het balkon banka = de bank bílý = wit bydlet = wonen být = zijn čaj = de thee Čech = de Tsjech černý = zwart chuť = de smaak chytat = vangen čistý = schoon co = wat co děláš? = wat doe je? co je to? = wat is het? čokoláda = de chocolade cvičení = de oefening dělat = doen den = de dag dítě = het kind dívka = het meisje dobré ráno = goedenmorgen dobrý = goede dobrý den = goedendag dobrý večer = goedenavond doma = thuis domovní zvonek = de deurbel dům = het huis dveře = de deur fakulta = de faculteit garáž = de garage hasič = de brandweerman hledat = zoeken hotel = hotel inteligentní = intelligent jak se máš? = hoe gaat het jídelní stůl = de eettafel jídlo = het eten kapr = de karper káva = de koffie kdo = wie kdo je to? = wie is het? kdo mluví česky? = wie spreekt er tsjechisch? kniha = het boek koberec = het vloerkleed kočka = de kat kouřit = roken krásný = mooi křeslo = de fauteuil květina = de bloem lampa = de lamp lekce = de les lěto = de zomer list = het blad loď = het schip malá = klein malba = het schilderij malý = klein mám se dobře = het gaat goed matka = de moeder místní = lokaal mít = hebben mladý = jong mléko = de melk mluvit = spreken moderní = modern most = de brug myš = de muis myslím= ik denk na shledanou = tot ziens náměstí = het plein normální = normaal nový = nieuw obchod = de winkel obraz = de afbeelding oheň = het vuur okno = het raam ošklivý = lelijk ostrý = pikant, scherp (eten) otec = de vader ovoce = het fruit pán = heer pekař = de bakker pes = hond pivo = het bier počítač = de computer pomalý = langzaam poslouchat = luisteren poštovní schránka = de brievenbus pravda = de waarheid profesor = professor quasi = quasi řeka = rivier řezník = de slager rodina = de familie rohlík = het broodje růže = roos rychlý = snel šatna = de kleedkamer šest = zes škola = de school skříň = de kast slovo = het woord slyšet = horen špinavý = vuil starý = oud stěna = de (binnen) muur student = de student stůl = de tafel svíčka = de kaars sýr = de kaas tady = hier tam = daar tamten = die, dat (mannelijk) taxík = de taxi telefon = de telefoon televize = de televisie ten = deze, dit, het (manneljk) to = het to je ... = het is ..., dat is ... to je ...? = is dat ...? to není ... = het is niet ... ubrus = het tafelkleed uklízet = schoonmaken ulice = straat únor = februari vařit = koken večer = de avond velké = groot vidět = zien zahrádka = de tuin zahraniční = buitenlands závěs = het gordijn zelený = groen židle = de stoel znát = weten, kennen zpívat = zingen zrcadlo = de spiegel
Ingezonden op 22-11-2014 - 1632x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
21-12-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!