Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

beginners zondag, deel 1

2 woordjes 23 november

Jaar 1 (NT-2)

bakker = baker
bakkerij = bakery
bakken = to bake
boom = tree
verleden = past
verleden tijd = past tense
hoog = high
zitten = to sit
oom = uncle
staan = to stand
rivier = river
zee = sea
het ei = the egg
het schaap = the sheep
het paard = the horse
het dier = the animal
een ei leggen = to lay an egg
nog steeds = still
branden = to burn
lantaarn = lantarn, the streetlight
snoek = a fish (szczupak)
vangen = to catch
zien = to see
gracht = canal
spelen = to play
spelen met = to play with
meervoud = plural
enkelvoud = singular
paddenstoel = mushroom
herfst = autumn
zoeken = to search
ooit = once
bezitten = to possess
blijken = to turn out
bloeien = to flower
het voorjaar = spring
het jaar = the year
schijnen =to shine
meer dan = more than
minder dan = less than
het dorp = the village
wanneer = when
met de bus = by bus
met de trein = by train
juffrouw = miss
het verhaal = the story
het boek = the book
komen = to come
vertellen = to tell
bok = male goat
vastbinden = to tie
het touw = the rope
vroeg = early
invallen = to occur
schoolplein = playground
springtouw = jumping rope
oplossen = to solve
maken = to make
repareren = to repair

Ingezonden op 23-11-2014 - 331x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

beginners zondag, deel 1

2 woordjes 23 november