Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Over Alle Vakken Voor 1 t/m De 5 Havo Door 141573
› 0 Start Up 20-25
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Over Alle Vakken Voor 1 t/m De 5 Havo Door 141573
, deel 20-25
0 Start Up 20-25
Jaar 1 (vmbo-t/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Hoofdstuk 20 Traffic 1 traffic = verkeer traffic light = stoplicht road = weg way = weg {route} to drive{drove - driven} = rijden {auto} to ride = rijden {tweewieler, paard} fast = snel driver = chaffeur danger = gevaar dangerous = gevaarlijk careful = voorzichtig careless = onvoorzichtig slow = langzaam bicycle = fiets to cycle = fietsen motorcycle/moterbike = motor/motorfiets may = mag motorway = snelweg accident = ongeluk to hakken = gebeuren to kill = doden to avoid = vermijden to appear = blijken several = verschillende Hoofdstuk 21 Traffic 2 speed = snelheid speed limit = maximum snelheid left = links right = rechts direction = richting result = gevolg traffic jam = opstopping tailback = file cause = oorzaak to cause = veroorzaken exit = afslag moped = bromfiets motor scooter = scooter ticket = bekeuring seat belt = veiligheidsgordel safety = veiligheid helmet = helm safe = veilig to save = redden distance = afstand to take place = plaatsvinden sign = teken traffic sign = verkeersbord pedestrian = voetganger injured = gewond prohibited = verboden Hoofdstuk 22 Travelling 1 to travel = reizen station = station railway = spoorweg train = trein to leave {left - left} = verlaten/achterlaten to leave/to depart = vertrekken airport = luchthaven departure = vertrek platform = perron passenger = passagier to wait (for) = wachten (op) bus stop = bushalte nearest = dichtstbijzijnde queue = rij to arrive = aankomen arrival = aankomst next = volgende to return = terugkomen ticket = kaartje single (ticket) = enkele reis price = prijs return (ticket) = retourtje to be in a hurry = haast hebben to hurry = zich haasten plenty of = volop Hoofdstuk 23 Traveling 2 journey = reis (over land) voyage = reis (per boot) plane = vliegtuig airline = luchtvaartmaatschappij to take off (took-token) = opstijgen to land = landen pilot = piloot flight = vlucht to crash = neerstorten to fly (flew-flown) = vliegen underground = metro subway = voetgangerstunnel tube = metro to wave = wuiven to get on = instappen to get off = uitstappen beside = naast close to = dicht bij luggage/baggage = bagage baggage locker = bagagekluis locker = kluisje van = bestelwagen lorry/truck = vrachtwagen taxi/cab = taxi cabin = hut crew = bemanning wreck = wrak lifejacket = reddingsvest timetable = dienstregeling to catch (caught-caught) halen (trein/bus) baggage = bagage Hoofdstuk 24 Traveling 3 seat = stoel/zitplaats to rescue = redden lifeboat = reddingsboot yacht = jacht lane = rijbaan verhicle = voertijg to repair = repareren mechanic = monteur petrol = benzine petrol station = benzinepomp to use = gebruiken oil = olie to check = controleren wheel = wiel tyre = band flat tyre = lekke band in front of = voor mirror = spiegel driving licence = rijbewijs gear = versnelling fuel = brandstof to be able = in staat zijn engine = motor brake = rem to brake = remmen boot = kofferruimte gear=versnelling Hoofdstuk 25 Traveling 4 holiday = vakantie on holiday = op vakantie abroad = in/naar het buitenland country = land foreign = buitenlands foreigner = buitenlander guest = gast to stay = overnachten/verblijven tired = moe to need = nodig hebben to book = boeken/reserveren suitcase = koffer heavy = zwaar to lift = optillen to carry = dragen bag = tas/zak passport = paspoort visa = visum valid = geldig travel agency = reisbureau to arrange = regelen alone/on you own = allen to camp = kamperen campsite/camping site = camping nationality = nationaliteit
Ingezonden op 24-11-2014 - 1614x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-02-2015
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Deze oefening is te oefenen voor Module 4 van het eerste deel van New Challenges!
LET OP: ALLEEN VOOR 1 HAVO LEERLINGEN!
Deze lijst is gemaakt en gepubliceerd door 141573, hier nog wat informatie voor dat je deze lijst gaat oefenen:
De nodige informatie voor dat je gaat oefenen:
Heb je opmerkingen over deze lijst of wil je er wat over vragen/vertellen? Het kan allemaal! Reageer op deze lijst en ik zal op alles reageren.
Moet er iets aangepast worden omdat er iets niet goed is? Reageer dan ook via het reactieformulier onderaan mijn lijst, en ik zal er op reageren als ik het heb aangepast!
Veel succes met leren en lezen!
Greetz 141573
P.s. Ook als er wat, in deze informatie staat, dat fout geschreven is, zou ik dat ook graag horen via een reactie dat via het reactieformulier, hier onder, geplaats word. Zet er even bij of je wilt dat andere mensen dit ook kunnen lezen, dan kan ik het eventueel, wel bewaren, maar weg halen voor andere mensen die dit ook lezen.
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!