Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
random duits woordjes
› 226 woordjes 226-275
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
random duits woordjes
, deel 226
226 woordjes 226-275
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
226.die Stiftung = de stichting 227.der Krebs = de kanker (ook: de kreeft) 228.der Versuch = de poging, de test 229.wachsen = groeien 230.üblich = gebruikelijk 231.ermitteln = onderzoek doen (door de politie) 232.reichen (ausreichen) = voldoende zijn 233.die Maßnahme = de maatregel 234.offensichtlich = blijkbaar ; heel duidelijk 235.trennen = scheiden 236.tätig = actief, werkzaam 237.die Landwirtschaft = de landbouw 238.jenseits = aan de andere kant van 239.die Grundlage = de basis 240.das Gemälde = het schilderij 241.der Bundestag = de Duitse Tweede Kamer 242.ohnehin = sowieso, toch al 243.der Aufwand = de inzet ; de (financiële) inspanning 244.die Reform = de hervorming, de verandering 245.beliebig = willekeurig 246.verfügen über = beschikken over 247.die Anerkennung = de waardering 248. durchschnittlich = gemiddeld 249.der Austausch = de uitwisseling 250.gerecht werden = voldoen aan 251.die Anforderung = de eis 252.die Verfassung = de grondwet 253.irgendwann = op enig moment 254.beschleunigen = versnellen, bespoedigen 255.die Beschäftigung = de bezigheid ;het werk, de baan ; de werkgelegenheid 256.auf Zeit = tijdelijk 257.bestimmen = bepalen 258.einräumen = toegeven 259.zumal (da) = vooral omdat, temeer omdat 260.das Fazit = de slotconclusie 261.erledigen = afhandelen, uitvoeren 262.der Müll = het afval 263.durchaus = volstrekt, beslist, absoluut 264.die Geschwindigkeit = de snelheid 265.eindeutig = heel duidelijk 266.vernachlässigen = verwaarlozen 267.die Beziehung = de relatie 268.der Rabatt = de korting 269.unmittelbar = direct 270.weder … noch = niet … en ook niet (noch … noch) 271.die Strecke = het traject 272.die Herkunft = de afkomst 273.das Urheberrecht = het auteursrecht 274. vorhaben = van plan zijn 275.gewährleisten = garanderen, waarborgen
Ingezonden op 24-11-2014 - 1379x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!