Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cursus Spaans - Zuid Amerika
› 8 Les 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cursus Spaans - Zuid Amerika
, deel 8
8 Les 8
Jaar 1 (praktijkonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
poner la mesa = tafel dekken una taza = een kopje una copa = een glaasje un vaso = een glas un plato = een bord un tenedor = een vork un cuchillo = een mes una cuchara = een lepel un paquete de tabaco = een pak shag la ceniza = de as un cenicero = een asbak una cerilla = een lucifer un cigarillo = een sigaret el vino = de wijn la cerveza = het bier coger = pakken la botella = de fles llenar = vullen otra vez = nog eens encender = aansteken metal = metaal levantarse = opstaan poner = neerzetten rompar = breken luego = vervolgens la ensalada = de salade redondo = ronde bueno = good barato = goedkoop la temporada = het seizoen el hielo = het ijsklontje un flan = een pudding un helado = een ijsje unas tapas = de hapjes una naranja = een sinaasappel una manzana = een appel acabar = beëindigen el camarero = de kelner el postre = het toetje la fruta = het fruit claro que si = natuurlijk dulce = zoet pongame=geeft u me maar saber = smaken, weten delicioso = heerlijk pasar por = lopen langs sientate = ga zitten un rato = een poosje ofrecer = aanbieden hace mucho calor = het is erg warm acabo de comer = ik heb net gegeten gordo = dik disparate = onzin estupendo = geweldig charlar = babbelen hasta luego = tot ziens hace poco = laatst sino = maar, behalve desde luego = vanzelfsprekend ponerse = worden (bv dik worden) el abrigo = de jas el billete = het biljet la moneda = de munt pesar = wegen vegen = barrer la lata = het blik el paquete = het pak el frasco = het flesje dejar caer = laten vallen reirse = lachen el productos lacticos = de zuivel el olor = de geur viajar = reizen la pasion = de passie la aduana = de douane el aeropuerto = het vliegveld la agencia de viajes = het reisbureau el asiento = de zitplaats el autobus = de bus el avion = het vliegtuig la balanza = de weegschaal el barco = de boot la bolsa de mano = de handbagage el cambio = de ruil, het kleingeld, de koers el camping = de kamping el capitan = de kapitein el carrito = het karretje la estacion = het station el equipaje = de bagage el hotel = het hotel los impuestos = de taks, de belasting la informacion = de informatie las instrucciones = de instructies la llegada = de aankomst la maleta = de koffer el mostrador = het buffet el pasaporte = het paspoort la pension = het pension el periodico = de krant la postal = de ansichtkaart la puerta de embarque = de boarding el puerto = de haven la reserva = de reservering el retraso = de vertraging el revisor = de conducteur la revista = het tijdschrift el saco de dormir = de slaapzak la sala de espera = de wachtruimte la salida = de uitgang el tren = de trein la velocidad = de snelheid las vias = de wegen el vuelo = de vlucht montarse = opstappen marearse = misselijk/duizelig worden el folleto = de folder extranjero = buitenlands el paisaje = het landschap la costumbre = de gewoonte la guia = de gids la enseña = de vlag el pasaje = het vervoersbewijs libre = vrij perder = verliezen montañoso = bergachtig habitado = bewoond la isla = het eiland ocupado = bezet liso = glad encontrar = vinden querer = willen yo quiero = ik wil tu quieres = jij wilt el quiere = hij wil nosotros queremos = wij willen ellos quieren = zij willen quise = ik wilde (definido) quisiste = jij wilde (definido) quiso = hij wilde (definido) quisimos = wij wilden (definido) quisieron = zij wilden (definido) queria = ik wilde (imperfecto) querias = jij wilde (imperfecto) queria = hij wilde (imperfecto) queriamos = wij wilden (imperfecto) querian = zij wilden (imperfecto) querre = ik zal willen (futuro) querras = jij zal willen (futuro) querra = hij zal willen (futuro) querremos = wij zullen willen (futuro) querran = zij zullen willen (futuro) queriendo = zijn aan het willen querido = hebben gewild poder = kunnen puedo = ik kan puedes = jij kan puede = hij kan podemos = wij kunnen pueden = zij kunnen pude = ik kon (defenido) pudiste = jij kon (defenido) pudo = hij kon (defenido) pudimos = wij konden (defenido) pudieron = zij konden (defenido) podia = ik kon (imperfecto) podias = jij kon (imperfecto) podia = hij kon (imperfecto) podiamos = wij konden (imperfecto) podian = zij konden (imperfecto) podre = ik zal kunnen podras = jij zal kunnen podra = hij zal kunnen podremos = wij zullen kunnen podran = zij zullen kunnen pudiendo = aan het kunnen podido = hebben gekund
Ingezonden op 25-11-2014 - 786x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-12-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!