Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Cursus Spaans - Zuid Amerika
› 9 les 9
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Cursus Spaans - Zuid Amerika
, deel 9
9 les 9
Jaar 1 (praktijkonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
diviertete = vermaak je por fin = eindelijk las vacaciones de verano = de zomervakantie de viaje = op reis a principios = aan het begin volver = terugkomen probablemente = waarschijnlijk a finales = aan het eind la costa = de kust la playa = het strand la salida = het vertrek la fiesta = het feest dar = geven invitar = uitnodigen por mi parte = wat mij betreft la invitacon = de uitnodiging seguro = zeker divertir = vermaken esperar = verwachten, wachten los invitados = de gasten convidar = uitnodigen 2 el grupo = de groep cantar = zingen la musica = de muziek fantastico = fantastisch bailar = dansen al empezar la musica = als de muziek begint por mala suerte = jammer genoeg traer = brengen, mee brengen los discos = de platen docenas = dozijnen asi como = evenals agradable = prettig pues bien = nou, wel pronto = spoedig vale = goed, akkoord el cuerpo = het lichaam ir = gaan voy = ik ga vas = jij gaat va = hij gaat vamos = wij gaan van = zij gaan iba = ik ging (imperfecto) ibas = jij ging (imperfecto) iba = hij ging (imperfecto) ibamos = wij gingen (imperfecto) iban = zij gingen (imperfecto) fui = ik ging (defenido) fuiste = jij ging (defenido) fue = hij ging (defenido) fuimos = wij gingen (defenido) fueron = zij gingen yendo = aan het gaan ido = zijn gegaan ire = ik zal gaan iras = jij zal gaan ira = hij zal gaan iremos = wij zullen gaan iran = zij zullen gaan venir = komen vengo = ik kom vienes = jij komt viene = hij komt venimos = wij komen vienen = zij komen vine = ik kwam (defenido) viniste = jij kwam (defenido) vino = hij kwam (defenido) vinimos = wij kwamen (defenido) vinieron = zij kwamen (defenido) venia = ik kwam, hij kwam (imperfecto) vendre = ik zal komen vendras = jij zal komen vendra = hij zal komen vendremos = wij zullen komen vendran = zij zullen komen viniendo = aan het komen venido = zijn gekomen llevo = ik neem mee llevas = jij neemt mee lleva = hij neemt mee llevamos = wij nemen mee llevan = zij nemen mee traigo = ik breng mee traes = jij brengt mee trae = hij brengt mee traemos = wij brengen mee traen = zij brengen mee abrazar = omhelzen anidar = nestelen buscar = zoeken cuidar = oppassen, verzorgen decir = zeggen dejar = verlaten emigrar = emigreren ganar = verdienen gastar = uitgeven gritar = schreeuwen hablar = praten llenar = vullen llevar = meenemen pasar = gebeuren, langskomen tomar = nemen trabajar = werken viajar = reizen vivir = leven caminar = lopen camino = ik loop caminas = jij loopt camina = hij loopt caminamos = wij lopen caminan = zij lopen caminé = ik liep (defenido) caminaste = jij liep (defenido) caminó = hij liep (defenido) caminamos =wij liepen (defenido) caminaron = zij liepen (defenido) caminaba = ik liep (imperfecto) caminabas = jij liep (imperfecto) caminaba = hij liep (imperfecto) caminabamos = wij liepen (imperfecto) caminaban = zij liepen (imperfecto) caminaré = ik zal lopen caminarás = jij zal lopen caminará = hij zal lopen caminaremos = wij zullen lopen caminarán = zij zullen lopen caminando = aan het lopen caminado = hebben gelopen comer = eten como = ik eet comes = jij eet come = hij eet comemos = wij eten comen = zij eten comí = ik at (defenido) comiste = jij at (defenido) comió = hij at (defenido) comimos = wij aten (defenido) comieron = zij aten (defenido) comía = ik at (imperfecto) comías = jij at (imperfecto) comía = hij at (imperfecto) comíamos = wij aten (imperfecto) comían = zij aten (imperfecto) comeré = ik zal eten comerás = jij zal eten comerá = hij zal eten comeremos = wij zullen eten comerán = zij zullen eten comiendo = aan het eten comido = hebben gegeten subir = stijgen subo = ik stijg subes = jij sijgt sube = hij stijgt subimos = wij stijgen suben = zij stijgen subí = ik steeg (defenido) subiste = jij steeg (defenido) subió = hij steeg (defenido) subimos = wij stegen (defenido) subieron = zij stegen (defenido) subía = ik steeg (imperfecto) subías = jij steeg (imperfecto) subía = hij steeg (imperfecto) subíamos = wij stegen (imperfecto) subían = zij stegen (imperfecto) subiré = ik zal stijgen subirás = jij zal stijgen subirá = hij zal stijgen subiremos = wij zullen stijgen subirán = zij zullen stijgen beber = drinken desayunar = ontbijten comprar = kopen alquilar = huren reservar = reserveren cambiar = wisselen visitar = bezoeken regresar = terugkeren salir = vertrekken llegar = aankomen correr = rennen escribir = schrijven leer = lezen cenar = dineren aprender = leren saltar = springen pintar = verven dibujar = tekenen cumplir = volbrengen nadar = zwemmen recortar = afknippen, uitsnijden lavaar = wassen escuchar = luisteren ver = zien vender = verkopen ensenar = onderwijzen entrar = binnengaan tirar = wegnemen, gooien empujar = stoten, duwen trepar = beklimmen recoger = ophalen coser = naaien coger = vangen esperar = wachten
Ingezonden op 29-11-2014 - 874x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
03-12-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!