Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
1e bachelor Celbiologie & algemene weefselleer
› 1 Eiwitten waar + functie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
1e bachelor Celbiologie & algemene weefselleer
1 Eiwitten waar + functie
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
MPF = mytotic promoting factor, zit in het cytoplasma, het wordt gevormd door een combinatie van cycline en cycline afhankelijke kinase en het zet cellen aan tot mitose anti- proliferatiegenen = onderdrukken de celcyclus proliferatiegenen = worden gestimuleerd door de groeifactoren, en zorgen voor cylines --› mitose P53 gen = wanneer er teveel hiervan is in een cel gaat hij in apoptose actine & myosine cytokinesis = actine zorgt voor een contractiele ring, er ligt ook myosine tussen zodat kan gaan samentrekken --› vorming 2 nieuwe dochtercellen adaptine = speelt een rol bij endocytose, het gaat binden aan de receptor waardoor de receptoren dichter bij elkaar komen te liggen cladrine = speelt een rol bij endocytose, het gaat binden aan adaptine, wanneer het gaat polymeriseren zal het membraan naar binnen worden getrokken dynamine = speelt een rol bij endocytose, het knipt de membraan af fibrileiwitten = kernporie, zitten aan de nucleaire kant van de celkern en bepalen wat door een kernporie kan zuileiwitten = kernporie, hangen vast aan het membraan van de celkern m.b.v. transmembranaire eiwitten, om zo een onderdeel uit te maken van een kernporie luminaal eiwit = kernporie, zorgen voor anker voor de zuileiwitten ringeiwit = kernporie, zorgen voor verbinding tussen de zuileiwitten en zorgen zo dat er een tunnel blijft bestaan. annulaire eiwitten = kernporie, puilen uit in de kernporie, en vormen zo een soort diaphragma hierdoor kunnen er niet grote moleculen door, maar wel kleine lamina fibrosa nuclei = binnenkant kernenvelop, bestaat uit intermediaire filamenten (nucleaire lamines), zorgen voor behoud kernenvelop + plaatsbepaling chromatinedraden hetereochromatine structureel = zorgt voor structuur en zal niet coderen, altijd marginaal hetereochromatine faculatatief = op dit moment niet nodig, als wel nodig is kan het euchromatine wordne euchromatine = beschikbare chromatine intron = sequentie in gen die niet coderend is voor een eiwit exon = sequentie in gen die wel coderend is voor een eiwit junk DNA = het DNA dat tussen de verschillende genen zit, maar niet codeert voor een eiwit COP II eiwit = gaat op transportvesikels zitten tussen RER en golgi, hierdoor herkent een receptor (COP II Receptor) op de cis-zijde van het golgi-complex het transportvesikel
Ingezonden op 03-12-2014 - 1940x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!