Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woordenlijsten Engels Havo
› 312 Alles
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woordenlijsten Engels Havo
, deel 3-12
312 Alles
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
3 also = ook and = en as well as = evenals besides, = bovendien both ... and ... = zowel ... als ... even = zelfs first, second, third = eerste, tweede, derde furthermore = bovendien in addition = bovendien indeed = sterker nog {2e argument = meer van 't zelfde) in fact = sterker nog {Versterking} moreover = bovendien neither ... nor ... = noch ... noch not only ... but also = niet alleen ... maar ook or = of too = ook what is more = bovendien (mean)while = ondertussen {als in:ondertussen gebeurt het tegenovergestelde} after all = tenslotte as = daar, omdat as a result of = als gevolg van because = omdat for = want since = aangezien since it suggests = aangezien het suggereert admittedly = toegegeven {tegenargument} (al)though = ofschoon, hoewel besides = behalve 4 but = maar by contrast = daarentegen, als contrast certainly, = weliswaar conversely = daarentegen despite = ondanks either ... or ... = ofwel ... of ... even so = toch, desondanks even so = echter in fact = feitelijk, eigenlijk in spite of = ondanks instead = in plaats daarvan nevertheless = desalniettemin now = nu of course, = natuurlijk on the one hand ... on the other = enerzijds, anderzijds rather = eerder dan, in plaats van still = toch sure, = weliswaar then again = aan de andere kant to be fair = om eerlijk te zijn true, = weliswaar whereas = terwijl (mean)while = ondertussen yet = toch if = als, indien provided = mits providing = op voorwaarde dat unless = tenzij before = voor earlier = vroeger eventually = uiteindelijk initially = aanvankelijk in the past = in het verleden later = later once = zodra, toen eenmaal once upon a time = op een keer, er was eens present = nu, tegenwoordig, vandaag de dag present-day = nu, tegenwoordig, vandaag de dag today = tegenwoordig, vandaag de dag until = totdat 5 as a result = daarom consequently = met als gevolg hence = daarom, zodoende in short = kortom so = dus, daarom that's why = daarom therefore = daarom thus = zo, op die manier, samenvattend as if = alsof equally = evenzeer, evenzo likewise = op dezelfde manier similarly = op dezelfde manier for example = bijvoorbeeld for instance = bijvoorbeeld such as = zoals 6 in accordance with = in overeenstemming met, volgens to judge from = te oordelen naar, volgens in line with = in lijn met, volgens author = schrijver, auteur to cause = veroorzaken a cause = oorzaak to characterise = typeren to conclude = concluderen to debate = bediscussiëren debate = debat how does ... relate to ... ? = hoe verhoudt zich ... tot ... ? to ignore = negeren ignorance = onwetendheid to include = inhouden (dan een beschrijving van wat het inhoudt) purpose = doel sentence = zin subject = onderwerp to tackle = aanpakken what function is paragraph x meant to serve? = wat is het doel van paragraaf x? it amounts to = het komt neer op it concerns = het gaat over it claims = het beweert it criticises = het bekritiseert it describes = het beschrijft it elaborates = het werkt verder uit it emphasises = het benadrukt it explains = het legt uit it focusses on = het richt zicht op it highlights = het vestigt de aandacht op it illustrates = het illustreert it introduces = het introduceert it makes clear = het maakt duidelijk it mentions = het noemt it provides examples of = het geeft voorbeelden aan it regards = het beschouwt it shows that = het laat zien dat it stresses = het benadrukt it suggests = het stelt voor, het wekt de suggestie it summarises = het vat samen it repeats = het herhaalt it tones down = het zwakt af 7 it outlines = het schetst what is the main message of ...? = wat is de voornaamste boodschap van ...? writer = schrijver how can the tone of paragraph x be characterised? = op welke toon is paragraaf x geschreven? admiring = bewonderend approving = instemmend matter-of-fact = geeft de feiten objective = objectief angry = boos concerned = bezorgd disappointed = teleurgesteld disbelieving = gelooft het niet furious = woedend indifferent = onverschillig indignant = verontwaardigd pessimistic = pessimistich amused = geamuseerd {klein beetje spot} cynical = cynisch ironic = ironisch joking = grapjes makend mocking = spottend sarcastic = sarcastisch century = eeuw decade = tien jaar, decennium modern = modern often = vaak to achieve = bereiken achievement = prestatie advantage = voordeel to appeal = aantrekken the appeal = de aantrekkingskracht to approve = instemmen met charity = goed doel to develop = ontwikkelen effective = effectief to encourage = aanmoedigen fortunately = gelukkig, het is maar goed dat importance = belangrijkheid to improve = verbeteren improvement = verbetering to increase = vergroten an increase = toename luck = geluk 8 opportunities = mogelijkheden perfectly = volmaakt, heel erg goed pleasure = plezier popular = populair, geliefd progress = vooruitgang to rise = toenemen rising = groeiend safe = veilig significant = belangrijk to solve = oplossen solution = oplossing to support = (onder)steunen support = steun useful = nuttig wealth = rijkdom, welzijn to abuse = misbruiken, mishandelen to blame = de schuld geven to complain = klagen counter- = tegen- dangerous = gevaarlijk harmful = schadelijk to lack = ontbreken risk = risico to suffer = lijden terrible = verschrikkelijk threat = dreiging unfortunately = helaas, jammer genoeg violence = geweld violent = gewelddadig college = universiteit, hogere school course = vak to discover = ontdekken education = opvoeding, onderwijs evidence = bewijs evolved = geëvolueerd expert = expert, deskundige facts = feiten history = geschiedenis inquiry = onderzoek knowledge = kennis to prove = bewijzen, aantonen remark = opmerking report = verslag research = onderzoek researchers = onderzoekers result = resultaat science = wetenschap scientific = wetenschappelijk scientists = wetenschappers source = bron species = soorten studies = onderzoeken, studies survey = onderzoek 9 adult = volwassene advertising = adverteren announcement = mededeling art = kunst to attack = aanvallen attack = aanval authorities = regering, machthebbende to behave = gedragen behaviour = gedrag to bully = pesten community = gemeenschap crime = misdaad environment = milieu, omgeving government = regering homeless = dakloos illegal = verboden impact = invloed influence = invloed to infuence = beïnvloeden to exert influence = invloed uitoefenen law = wet legal = wettelijk liberary = bibliotheek local = plaatselijk, lokaal married = getrouwd measures = maatregelen methods = methode, manieren om iets te doen muslims = moslims opinion = mening perspective = interpretatie policy = beleid political = politiek poor = arm poverty = armoede power = macht, kracht private = privé queen = koningin scene = scène, wereldje security = veiligheid social = maatschappelijk society = maatschappij system = systeem, stelsel teenager = tieners war = oorlog business = bedrijf, handel, zaken campaign = campagne, actie company = bedrijf customers = klanten to demand = eisen department = afdeling expensive = duur in exchange = in ruil voor industry = industrie, bedrijfstak 10 to offer = aanbieden office = kantoor, organisatie, baan to pay = betalen percent = procent performance = prestatie, optreden to produce = maken, produceren quality = kwaliteit service = dienst to spend = besteden, uitgeven bodies = lichamen brain = hersenen, verstand death = overlijden disease = ziekte fat = dik, vet female = vrouwelijk fertility = vruchtbaarheid health = gezondheid human = menselijk, mens medical = medisch memory = geheugen mind = brein obesity = overgewicht, obesitas. zwaarlijvigheid physical = lichamelijk weight = gewicht ability = bekwaamheid to accept = accepteren access = toegang account = verslag across = kruiselings actually = eigenlijk, in feite against = tegen to aim = richten op aim = doel air = lucht to allow = toestaan already = al, reeds amount = hoeveelheid apparent = blijkbaar area = gebied to argue = beweren/stellen, ruzie maken aspect = opzicht, aspect associated = samenhangend available = beschikbaar average = gemiddeld to base on = baseren op to be able to = in staat zijn om to believe = geloven belief = geloof to change = veranderen character = karakter charges = beschuldigingen, facturen chief = baas, hoofd- 11 common = gewoon, veel voorkomend consequences = gevolgen to consider = beschouwen, overwegen to control = beheren convinced = overtuigd to create = maken credit = eer, erkenning custom = gewoonte to cycle = fietsen to damage = beschadigen difference = verschil effects = effecten, gevolgen enough = genoeg especially = vooral exercise = oefening to exist = bestaan to expect = verwachten to experience = meemaken, ervaren to express = uiten extent = mate to what extent = in hoeverre familiar = bekend famous = beroemd farms = boerderijen former = voormalig fragile = kwetsbaar generally = in/over het algemeen in general = in/over het algemeen goal = doel to happen = gebeuren including = inclusief invasion = invasie involved = betrokken junk = rommel kind = soort likely = waarschijnlijk necessary = noodzakelijk obvious = (over)duidelijk particular = voornamelijk particularly = in het bijzonder perhaps = misschien phenomenon = fenomeen predators = roofdieren pressure = druk probably = waarschijnlijk to protect = beschermen to provide = geven published = uitgegeven range = bereik reason = reden to release = vrijgeven to remain = blijven, niet veranderen response = reactie responsible = verantwoordelijk 12 sense = gevoel several = een aantal, meerdere shall = moeten, zullen statement = uitspraak to stimulate = aanmoedigen, stimuleren to tend to = ertoe neigen om towards = naar UK = Verenigd Koninkrijk unlikely = onwaarschijnlijk to use = gebruiken variety = verscheidenheid vast = groot, enorm worth = waarde
Ingezonden op 03-12-2014 - 1360x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!