Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Basiswoordenlijst 1 boni 4havo
› 1 woordjes 1 t/m 262
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Basiswoordenlijst 1 boni 4havo
, deel 11
1 woordjes 1 t/m 262
Jaar 4 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
(un-)likely = (on-)waarschijnlijk abroad = in 't buitenland abundant = overvloedig acces = toegang accessible = toegankelijk according to = volgens achievement = prestatie acquisition = verwerving additional = toegevoegd Administration = regering aim = doel ancestors = voorouders applications = sollicitaties application = toepassing appointment = benoeming, afspraak approaches = toegangswegen approach = benadering as regards = wat betreft attitude = houding available = beschikbaar awareness = bewustzijn barely = nauwelijks, amper challenge = uitdaging claim = eisen coincidence = toeval competition = concurrentie concept = idee concerned = waar 't om ging concerning = over, m.b.t., betreffende consequently = dus, zodoende contemporary = eigentijds (bijvoeglijk naamwoord) contemporaries = tijdgenoot (zelfstandig naamwoord) contempt = minachting conviction = veroordeling convictions = overtuigingen cruelty = wreedheid deception = bedrog decline = achteruitgang, verval descendant = afstammeling descended = afdalen despite = ondanks detect = ontdekken due to = moet (bij afspraak), te wijten aan, ten gevolge van effort = inspanning, poging emphasis = nadruk equipment = uitrusting equipped = uitgerust, toegerust eventually = uiteindelijk evidence = bewijs (materiaal) evident = duidelijk exhibition = tentoonstelling, vertoning features = gelaatstrekken female = vrouwelijk feminine = op een vrouwelijke manier fertile = vruchtbaar for the sake of = omwille van furthurmore = bovendien generous = royaal greedy = gulzig, hebzuchtig hardly = nauwelijks, amper hazard = gevaar heritage = erfgoed hostage = gegijzelde however = echter, hoe ... ook in advance = vooruit in consequence = dus, zodoende in favour of = ten gunste van, voor in spite of = ondanks incidentally = toevallig, tussen haakjes inevitably = onvermijdelijk inheritance = erfenis to inherit = erven inquiry/enquiry = inlichtingen vragen involvement = betrokkenheid issue = zaak, kwestie, uitgave male = mannelijk masculine = mannelijke manier van doen measure = maat, maatregelen narrative = vertellend, vertelling narrator = verteller negotiations = onderhandelingen treaty = verdrag on behalf of = namens option = keuze orphan = wees (under-)overestimate = (onder-)overschatten paragraph = alinea particularly = bijzonder passion = hartstocht, 't lijden phrase = zin, uitdrukking policy = beleid pollution = vervuiling preceding = voorafgaand prejudice = vooroordeel previous = vorig proof = bewijs proposal = voorstel prosperity = welvaart prosperous = welvarend, bloeiend provided = op voorwaarde dat qualifications = diploma's range = reeks, rij, collectie rather ... than = liever dan regarding = wat betreft reliable = betrouwbaar relief = opluchting rely upon = vertrouwen op resources = (geld)middelen, hulpmiddelen reward = beloning, prijs rude = grof, bot scarcely = nauwelijks, amper scope = omvang, strekking sensible = verstandig sensitive = gevoelig sentence = zin, straf similarly = gelijk, net zo skills = vaardigheden skilled = geschoold skillful = vaardig source = bron statement = verklaring, bewering sufficient = voldoende suspicious = verdacht target = doel(wit) tendency = neiging the last but one = de een na laatste the means = de middelen threat = dreigementen to (dis)approve = (af-)goedkeuren to abuse = misbruiken to achieve = presteren, bereiken to acquire = verkrijgen, verwerven to adapt = aanpassen to add = optellen, toevoegen to adopt = aannemen to affect = beïnvloeden to alter = veranderen to amount to = neerkomen op, bedragen to announce = aankondigen to appear = blijken, verschijnen to apply = toepassen, van toepassing zijn op to apply for = solliciteren op to approach = benaderen, naderen to attempt = pogen, proberen to be aware of = zich bewust zijn van to concern = aangaan, betreffen to confess = bekennen to connect = verbinden to consider = overwegen, beschouwen (als) to convince = overtuigen to declare = verklaren to decline = afnemen, verminderen to decrease = verminderen, afnemen to define = bepalen (be-), (om-)schrijven to enable = in staat stellen om to evolve = zich ontwikkelen to exercise = uitoefenen to exhaust = uitputten to exhibit = tentoonstellen to expose = ontmaskeren, blootstellen aan to expres = uitdrukken to feature = vertonen to gain = winnen, verkrijgen, verwerven to gather = verzamelen, begrijpen to go abroad = naar 't buitenland gaan to guard = bewaken to hesitate = aarzelen to ignore = negeren to improve = verbeteren to include = omvatten, insluiten to increase = verhogen, vergroten to indicate = aangeven to inquire = vragen, informeren (naar) to investigate = onderzoeken involved = erbij betrokken to join = gaan bij, zich voegen bij to lack = missen, gebrek hebben aan to maintain = (vol-) aanhouden to mean = bedoelen to mention = vermelden, noemen to neglect = verwaarlozen to negotiate = onderhandelen to obtain = (ver)krijgen to occur = gebeuren to plead = smeken, pleiten to plead guilty = schuld bekennen to propose = voorstellen to prove = bewijzen, blijken to provide = leveren, verschaffen to recognize = herkennen, erkennen to reduce = terugbrengen, verminderen to refer to = nadenken over to reflect = weerspiegelen, weigeren to refuse = beschouwen to reject = verwerpen to release = vrijlaten to replace = vervangen to represent = vertegenwoordigen to require = (ver)eisen to return = teruggeven to sacrifice = opofferen to sentence = veroordelen to some extent = in zeker opzicht to state = vermelden, uiteenzetten to succeed = opvolgen to suggest = voorstellen to summarise = samenvatten to suspect = vermoeden to testify = getuigen to treat = behandelen, trakteren to turnout to be = blijken te zijn to witness = getuige zijn van unless = tenzij value = waarde VAT=BTW villain = schurk virtually = nagenoeg voluntary = vrijwillig vulnerable = kwetsbaar whereas = terwijl, daarentegen with regard to = wat betreft with respect to = wat betreft, met betrekking tot witness = getuige youth = jeugd youths = jongelui (un)suitable = (on)geschikt quotation = citaat accommodate = onderbrengen affect = beïnvloeden allocate = toewijzen amount = hoeveelheid compulsory = verplicht demonstrate = aantonen deny = ontkennen fertilizer = kunstmest
Ingezonden op 04-12-2014 - 601x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
14-12-2014
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!