Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
latijn pegasus
› 1 en 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
latijn pegasus
, deel 1
1 en 2
Jaar 2 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
avus=avi grootvader rosa=rosae roos donum= doni geschenk amicus= amici vriend annus= anni jaar asinus= asini ezel deus= dei god dominus= domini meester gladius= gladii zwaard magister= magistri meester murus= muri muur oculus=oculi oog populus=populi volk servus=servi slaaf porta=portae poort pugna=pugnae gevecht terra= terrae aarde, land vita=vitae leven aedificium= aedificii gebouw exemplum= exempli voorbeeld forum= fori forum (romeins marktplein) monstrum=monstri wonder, monster templum= templi tempel vinum= vini wijn bonus= goed Graecus= Grieks iratus= woedend longus= lang magnificus= prachtig magnus= groot, belangrijk malus=slecht novus=nieuw optimus=beste, zeer goed Romanus=Romeins dux=ducis m. leider mater= matris v. moeder corpus= corporis o. lichaam amor= amoris m. liefde dens= dentis m. tand homo= hominis m. mens miles= militis m. soldaat sol= solis m. zon arbor= arboris v. boom lux= lucis v. licht mors= mortis v. dood nox= noctis v. nacht caput= capitis o. hoofd, hoofdstuk flumen= fluminis o. rivier nomen=nominis o. naam tempus= temporis o. tijd, moment felix= ~,~ felicis,gelukkig facilis=~,facile, faciles gemakkelijk fortis= ~,forte, fortis dapper, sterk tristis= ~,triste, tristis droevig,onvriendelijk acer= acris, acre, acris scherp, fel fructus= fructus vrucht dies= diei, m/v dag manus= manuus v. hand,groep ego=ik tu=jij is,ea,id=hij,zij,het se= zich nos=wij vos=jullie ii,eae,ea= zij meus= mijn tuus=jouw suus=zijn,haar,hun noster=nostra, nostrum ons,onze vester= vestra, vestrum jullie amare= amo beminnen,houden van monere= moneo waarschuwen tegere=tegeo bedekken,beschermen audire= audio horen,luisteren naar capere=capio nemen, krijgen aedificare= ~o bouwen clamare= ~o roepen dare= ~o geven habitare= ~o wonen intrare= ~o binnengaan invitare= ~o uitnodigen laborare= ~o werken, lijden narrare= ~o vertellen portare= ~o dragen rogare= ~o vragen servare= ~o bewaren, redden volare= ~o vliegen iacere= ~eo liggen movere= ~eo bewegen, beïnvloeden ridere= ~eo lachen, uitlachen sedere= ~eo zitten timere= ~eo vrezen, bang zijn videre= ~eo zien canere= ~o zingen, bezingen claudere= ~o sluiten currere= ~o lopen dicere= ~o zeggen,spreken ducere= ~o leiden legere= ~o lezen, kiezen, verzamelen mittere= ~o zenden, laten gaan promittere= ~o beloven scribere= ~o schrijven vincere= ~o overwinnen, overtreffen vivere= ~o leven aperire= ~io openen, onthullen dormire= ~io slapen finire= ~io beïndigen, begrenzen scire= ~io weten nescire= ~io niet weten venire= ~io komen vincire= ~io binden, boeien cupere= ~io verlangen facere= ~io maken, doen fugere= ~io vluchten iacere= ~io werpen interficere= ~io doden rapere= ~io grijpen, roven esse= sum zijn, bestaan posse= possum kunnen ferre= fero dragen, brengen, meenemen offerre= offero aanbieden fiere= fio worden, gebeuren, gemaakt worden ire= eo gaan velle= volo willen nolle= nolo niet willen malle= malo liever willen inquit= zegt hij/zij primum of primo= eerst, voor het eerst deinde= daarna denique= ten slotte tandem= eindelijk, uiteindelijk aut= of et= en, ook -que= en at= maar sed= maar non= niet adesse= ~sum aanwezig zijn, helpen adire= ~eo gaan naar, bezoeken adspicere= ~io aankijken afferre= ~fero brengen (naar) abesse= ~sum afwezig zijn, verwijderd zijn abire= ~eo weggaan auferre= ~fero wegnemen locus= loci plaats, gelegenheid fortuna= fortunae lot, toestand summus= hoogste, het hoogste van pastor= pastoris m. herder vates= vatis m. waarzegger, dichter urbs=urbis v. stad ardere= ~eo branden audere= ~eo durven habere= ~eo hebben, houden, beschouwen als iubere= ~eo bevelen alere= ~o voeden educere= ~o naar buiten brengen, opvoeden imponere= ~o plaatsen op,opleggen occidere= ~o doden pascere= ~o weiden, hoeden, laten grazen ivenire= ~io vinden, ontdekken redire= ~eo terugkeren ibi= daar ubi= waar?, (daar) waar ubi= toen, wanneer cum= toen, wanneer dum= terwijl tum of tunc= op dat moment,dan enim= want nam=want ideo= daarom itaque= daarom, en zo si= als nisi= als niet, tenzij cibus= cibi voedsel modus= modi wijze,maat discordia= discordiae tweedracht membrum=membri lid officium= officii taak, verplichting contentus=tevreden (met) calor= caloris m. warmte omnis= ~, omne, omnis geheel, elk omnes= ~,omnia, omnium alle utilis= ~, utile, utilis nuttig iurare= ~o zweren complere= ~eo vullen manere= ~eo blijven frangere= ~o breken quaerere= ~o zoeken, vragen incipere= ~io beginnen alius= ~a, ~ud, alterius een andere alius...,alius...= de ene...,de andere... alii...,alii... = sommige(n)...,andere(n)... alter=altera, alterum, alterius de andere alter...,alter...= de ene..., de andere... etiam=ook, zelfs, nog non solum... sed etiam= niet alleen..., maar ook... iam= al, dadelijk non iam= niet meer -ne?= (wordt niet vertaald) nonne?= toch wel ? num?=toch niet ? divitae= divitiarum rijkdom memoria= memoriae geheugen, herinnering nuptiae= nuptiarum bruiloft,huwelijk divus= goddelijk pulcher=pulchra, pulchrum mooi Iuppiter= Iovis m. Jupiter virtus= virtutis v. kwaliteit, dapperheid potens= ~,~,potentis machtig imperare= ~o bevelen,opeisen parare= ~o klaarmaken, verwerven putare= ~o menen tenere= ~eo houden, vasthouden defendere= ~o afweren, verdedigen deligere= ~o uitkiezen paulo of paulum= een beetje autem= maar, echter et...et...= en...en..., zowel...als... nec of neque=en niet, ook niet nec...nec... of neque...neque...= noch...noch..., niet... en ook niet liber= libri boek minister= ministri dienaar castra= castrorum kamp arma= armorum wapens aeger= aegra, aegrum ziek iucundus= aangenaam liber= libera, liberum vrij superbus= trots, prachtig verus= waar,echt pons= pontis m. brug aetas= aetatis v. leeftijd, periode avis= avis v. vogel animal= animalis o. levend wezen, dier mare= maris o. zee milia= milium o. (...) duizend moenia= moenium o. stadsmuren pectus= pectoris o. borst, hart, verstand atrox= ~,~,atrocis vreselijk ingens= ~,~, ingentis reusachtig brevis= ~, breve, brevis kort crudelis= ~,crudele, crudelis wreed dives= ~,~, divitis rijk pauper= ~,~,pauperis arm vetus= ~,~, veteris oud casus= casus val, voorval, toeval domus= domus v. huis exercitus= exercitus leger portus= portus haven res= rei zaak spes= spei hoop cornu= cornus o. hoorn, legerflank dolus= doli list ala= alae vleugel collum= colli hals ingenium=ingenii karakter, talent, verstand studium=studii studie, sympathie,ijver altus= hoog, diep latus= breed, uitgestrekt obscurus=duister, onbeduidend rarus= zeldzaam, verspreid augere= ~eo doen groeien, vermeerderen exercere= ~eo oefenen subito=plotseling una= samen quod= omdat quia= omdat ad+acc.= naar, tot, bij ante+acc.= voor apud+acc= bij circum+acc= rondom inter+acc= tussen, tijdens ob+acc= tegenover, wegens per+acc= door, gedurende post+acc=achter, na praeter+acc= voorbij, behalve trans+acc= over a(b)+abl= van, door cum+abl=met de+abl=van,over e(x)+abl= uit, vanaf pro+abl= voor, in plaats van sine+abl= zonder in+acc= naar, tegen in+abl= in, op sub+acc= tot onder, omstreeks sub+abl= onder, omstreeks praeda= praedae buit, prooi navis= navis v. schip navigare= ~o varen sic= zo usque= ononderbroken dextra= dextrae rechterhand poena= poenae boete, straf tergum= tergi rug reperire= ~io vinden, te weten komen equus = equi paard aqua = aquae water insula = insulae eiland sapientia = sapientiae wijsheid, verstand statua = statuae standbeeld victoria = victoriae overwinning bellum = belli oorlog caelum = caeli hemel maximus = grootste, zeer groot a um miser = misera, miserum ongelukkig nullus = ~a, ~um; nullius geen parvus = ~a, ~um; klein finis = finis m. grens, einde, doel leo = leonis m. leeuw mercator = mercatoris m. handelaar appellare = ~o aanspreken, noemen ornare = ~o versieren, in orde brengen terrere = ~eo bang maken ventus = venti wind ara = arae altaar gratia = gratiae charme, aanzien, dank oraculum = oraculi orakel laetus = ~a, ~um; vrolijk maestus = ~a, ~um; treurig sacer = sacra, sacrum heilig, gewijd timidus = ~a, ~um; bang auctor = auctoris m. dader, initiatiefnemer sacerdos = sacerdotis m. priester condicio = condicionis v. voorwaarde, toestand preces = precum v. mv. smeekbeden litus = litoris o. kust difficilis = ~,difficile, difficilis moeilijk errare = ~o zwerven, zich vergissen exspectare = ~o afwachten, verwachten necare = ~o vermoorden orare = ~o smeken quid? = wat? quis? = wie? domum = naar huis ac of atque = en tam = zo, zozeer quam = hoe?,(zo)als tantum = zoveel, alleen maar quantum = hoeveel?,(zoveel) als rex = regis m. koning regina = reginae koningin regia = regiae paleis regnum = regni koninkrijk, heerschappij regius = ~a, ~um; koninklijk regio = regionis v. streek regnare = ~o heersen regere = ~o sturen, besturen amare = ~o amavi, amatum beminnen, houden van audire = ~io audivi, auditum horen, luisteren naar complere = ~eo complevi, completum vullen cupere = ~io cupivi, cupitum verlangen delere = ~eo delevi, deletum vernielen flere = ~eo flevi, fletum wenen, bewenen petere = ~o petivi, petitum gaan naar, aanvallen, vragen monere = ~eo monui, monitum waarschuwen alere = ~o alui, altum voeden aperire = ~io aperui, apertum openen, onthullen colere = ~o colui, cultum bewerken, bewonen, vereren ponere = ~o posui, positum plaatsen, neerleggen rapere = ~io rapui, raptum grijpen, roven tenere = ~eo tenui, tentum houden, vasthouden vetare = ~o vetui, vetitum verbieden tegere = ~o texi, tectum bedekken, beschermen augere = ~eo auxi, auctum doen groeien, vermeerderen cedere = ~o cessi, cessum gaan, wijken claudere = ~o clausi, clausum sluiten dicere = ~o dixi, dictum zeggen, spreken ducere = ~o duxi, ductum leiden educere = ~o eduxi, eductum naar buiten brengen, opvoeden iubere = ~eo iussi, iussum bevelen manere = ~eo mansi, mansum blijven mittere = ~o misi, missum zenden, laten gaan promittere = ~o promisi, promissum beloven regere = ~o rexi, rectum sturen, besturen scribere = ~o scripsi, scriptum schrijven sentire = ~io sensi, sensum voelen, merken, menen adspicere = ~io adspexi, adspectum aankijken conspicere = ~io conspexi, conspectum bekijken, bemerken sumere = ~o sumpsi, sumptum nemen trahere = ~o traxi, tractum trekken, rekken vivere = ~o vixi, victum leven vincire = ~io vinxi, vinctum binden, boeien capere = ~io cepi, captum, nemen krijgen accipere = ~io accepi, acceptum ontvangen, vernemen agere = ~o egi, actum voortdrijven, doen cogere = ~o coegi, coactum bijeenbrengen, dwingen deligere = ~o delegi, delectum uitkiezen exigere = ~o exegi, exactum uitdrijven, eisen, voltooien facere = ~io feci, factum maken, doen frangere = ~o fregi, fractum breken iacere = ~io ieci, iactum werpen incipere = ~io incepi, inceptum beginnen obsidere = ~eo obsedi, obsessum belegeren, bezet houden perficere = ~io perfeci, perfectum voltooien possidere = ~eo possedi, possessum bezitten, beheersen dare = ~o dedi, datum; geven abdere = ~o abdidi, abditum verbergen reddere = ~o reddidi, redditum teruggeven, maken tot cadere = ~o cecidi, casum vallen canere = ~o cecini zingen, bezingen caedere = ~o cecidi, caesum hakken, doden currere = ~o cucurri, cursum lopen fallere = ~o fefelli, falsum misleiden, ontgaan pellere = ~o pepuli, pulsum verdrijven reperire = ~io repperi, repertum vinden, te weten komen stare = ~o steti, statum staan, blijven staan tangere = ~o tetigi, tactum aanraken, bereiken, treffen tendere = ~o tetendi, tentum spannen, streven, gaan esse = sum fui zijn, bestaan abesse = ~sum afui afwezig zijn, verwijderd zijn adesse = ~sum adfui aanwezig zijn, helpen posse = possum potui kunnen ferre = fero tuli, latum dragen, brengen, meenemen afferre = ~fero attuli, allatum brengen, brengen naar auferre = ~fero abstuli, ablatum wegnemen offerre = ~fero obtuli, oblatum aanbieden referre = ~fero rettuli, relatum terugbrengen, rapporteren fiere = fio factus sum worden, gebeuren, gemaakt worden ire = eo ii, itum gaan abire = ~eo abii, abitum weggaan adire = ~eo adii, aditum gaan naar, bezoeken redire = ~eo redii, reditum terugkeren transire = ~eo transii, transitum oversteken velle = volo volui willen nolle = nolo nolui niet willen malle = malo malui liever willen inquit = inquit zegt hij/zij docere = ~eo docui, doctum leren discere = ~o didici leren gloria = gloriae roem auxilium = auxilii hulp scutum = scuti schild diversus = ~a, ~um; verschillend, afzonderlijk ars = artis v. vakmanschap, kunst vestis = vestis v. kleding dulcis = ~, dulce, dulcis zoet, lief interim = intussen solum = slechts sive = hetzij, of als sive...sive... = hetzij...hetzij... aurum = auri goud consilium = consilii overleg, raad, plan damnare = ~o veroordelen probare = ~o goedkeuren, bewijzen debere = ~eo moeten, verschuldigd zijn desinere = ~o desii, desitum ophouden haud = helemaal niet numquam = nooit igitur = dus campus = campi vlakte fama = famae gerucht, reputatie hasta = hastae lans mora = morae getreuzel, vertraging patria = patriae vaderland signum = signi teken, veldteken silentium = silentii stilte verbum = verbi woord certus = ~a, ~um; zeker medius = ~a, ~um; , middelste, het midden van saevus = ~a, ~um; woest, wreed civis = civis m. burger arx = arcis v. burcht vis = geen gen. v.; kracht, geweld scelus = sceleris o. misdaad iactare = ~o slingeren apparere = ~eo verschijnen, blijken interficere = ~io interfeci, interfectum doden exire = ~eo exii, exitum buitengaan, eindigen contra+ acc. = tegenover intra+acc. = binnen cur? = waarom? illic = daar undique = van overal, aan alle kanten nuntiare = ~o melden pugnare = ~o vechten spectare = ~o bekijken, op het oog hebben vulnerare = ~o verwonden ardere = ~eo arsi, - branden ridere = ~eo risi, risum lachen, uitlachen intellegere = ~o intellexi, intellectum begrijpen tradere = ~o tradidi, traditum overhandigen, toevertrouwen vincere = ~o vici, victum overwinnen, overtreffen recipere = ~io recepi, receptum ontvangen
Ingezonden op 06-12-2014 - 570x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!