Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
de geo havo/vwo
› 1 paragraaf 5 nederlands
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
de geo havo/vwo
1 paragraaf 5 nederlands
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
5 Taalschat 5.1 Woordveld Opdracht 26 1 vonnissen: veroordelen 2 arresteren: aanhouden 3 criminologie: kennis van de misdaad 4 delinquent: schuldige 5 proportioneel: passend, niet overdreven 6 anoniem: naamloos 7 juridisch: rechtskundig 8 confronteren: elkaar laten ontmoeten 9 verbaliseren: opschrijven dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd 10 dagvaarden : oproepen om voor de rechter te verschijnen 5.2 Schoolwoorden Opdracht 27 1 aan de hand van een voorbeeld – met een voorbeeld erbij 2 in verschillende opzichten – op meerdere punten 3 zijn erbij gebaat – hebben voordeel van 4 structuur – ordening, logische volgorde 5 definitie – begripsomschrijving 6 hoofdlijn – belangrijkste punt detail – minder belangrijk punt 7 consequentie – gevolg 8 wijden – besteden 9 globaal – van alleen de belangrijkste zaken 10 gehalte – percentage, gedeelte 5.3 Woorden uit de media Opdracht 28 1 accijns = belasting baten = inkomsten investeren = besteden infrastructuur = voorzieningen zoals wegen,bruggen, spoorlijnen en leidingen 2 alert = waakzaam (oplettend) radicalisering = innemen van uiterste standpunten 3 clandestiene = stiekeme relatief = betrekkelijk activiteiten = werkzaamheden 4 exploitant = uitbater (beheerder) conform = overeenkomstig internationaal = tussen verschillende landen renovatie = vernieuwing 5 identificatie (van iemand) = het aantonen wie (de supporters) zijn op biometrische kenmerken = op persoonlijke lichamelijke kenmerken (zoals een vingerafdruk) 6 media = communicatiemiddelen (zoals radio en tv) incidenten = storende gebeurtenissen 7 monopolie = alleenrecht extreem = buitengewoon 8 officier van justitie = degene die voor de rechtbank namens de samenleving optreedt in strafzaken vermogensdelict = strafbaar feit rondom vermogen 9 permanent = voortdurend geïntimideerd = bang gemaakt mobiliseren = optrommelen surveilleren = toezicht houden 10 racistisch imago = beeld dat het discrimineert op grond van ras derhalve = daarom antiracismecampagne = uitgebreide actie tegen racisme 5.4 Het woordenboek gebruiken: spreekwoorden en uitdrukkingen Opdracht 29 1 Ik heb mijn lesje wel geleerd: ik zal zoiets niet snel nog eens doen 2 zo gewonnen, zo geronnen: wat je snel en makkelijk verkrijgt, ben je vaak ook weer snel kwijt 3 een olifantshuid hebben: goed tegen beledigingen kunnen 4 een kind kan de was doen: het is heel gemakkelijk 5 op hoge poten: verontwaardigd 6 geen groot licht zijn: is dom 7 ik ben hier niet om vliegen te vangen: ik ben hier niet om niets te doen 8 iemand met een gebruiksaanwijzing: iemand met wie je niet gemakkelijk om kunt gaan 9 van slag zijn: is in de war 10 de kou is uit de lucht: het ergste gevaar is voorbij 11 Oost west, thuis best: het is het fijnste om thuis te zijn 12 Keulen en Aken zijn niet op een: je kunt niet alles tegelijk dag gebouwd.
Ingezonden op 07-12-2014 - 745x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!